Jef Van Extergem tijdens de Eerste Wereldoorlog -deel 2

In de activistische Gazet van Brussel, vanaf zomer 1917 onder hoofdredactie van René De Clercq, vond ik deze twee voldragen ‘vrije tribunes’ van de toen 18 -19-jarige Van Extergem.

Gastschrijver: Joost Vandommele

Gazet van Brussel, zondag, 12 november 1916

Oproep aan de Vlaamse Sociaal-Democratische Vlamingen

Als een der treurigste gevolgen van de nog immer voortdurende wereldkrijg, kan gelden, dat velen van hen, die vroeger altijd de hogen toon voerden, over de vrijmaking der onderdrukte rassen enz., thans het hevigst aangetast zijn door de oorlogsnevrose (sic), en alles zien door de bril, van hun benepen dol-chauvinistische gevoelens, zo ook is het gesteld met ’t merendeel der Belgische sociaal-democraten van Vlaanderen. Men mag hun niet wijzen op het onrecht dat onze Vlaamse jongens in ’t Belgisch leger wordt aangedaan… Op de ongehoorde verhouding van de Vlaamse, in vergelijking met de Waalse gesneuvelden…. Op het broodroven van René de Clercq en Dr. A. Jacob, door de Belgische regering… Op liet verdrukt Frans-Vlaanderen welks vrijmaking wij thans van Frankrijk zouden moeten eisen — nu de Vlamingen, om zo te zeggen, Frankrijk gered hebben, van een overrompeling door de Duitsers….. Op het gedurig, immer-meer miskennen onzer taalrechten, door de Belgische regering op de uitlatingen van de franskiljonse pers, jegens de Vlamingen op de smaad, door sommige franskiljonse komiteiten, onze krijgsgevangen of geïnterneerde soldaten aangedaan, zo ze Vlaamsgezind zijn — Op de schadelijke gevolgen, welke voor ’t  Vlaamse volk, zullen voortspruiten, uit het economisch verbond, door onze regering met het merendeel van de Entente-machten gesloten;Op de middelen, welke Frankrijk beraamt om den val van Antwerpen en zodoende de gewisse ondergang van geheel Vlaanderen te bewerken — Op de annexatieveldtocht, door betaalde Belgische perswolven en ook, — o, spotternij! door een paar vooraanstaande Belgische socialisten, gevoerd op de tactiek, die de franskiljons voeren, om van België een imperialistische natie te maken. Op het aanstuwen van Le XXe Siècle[i] enz., om van België een tweede Rusland te maken, door het parlementair stelsel te doen verdwijnen en aldus het Vlaamse volk geheel en al onmondig te maken….. Of ’t verwijt wordt u naar ’t hoofd geslingerd, dat ge een Duitsgezinde zijt!!!

Wij willen noch Duitsers noch Fransen worden, maar Vlamingen blijven

Ook drijven sommige sociaal-democraten het zover u te zeggen, dat door actief Vlaamse propaganda te voeren, men in strijd komt met de internationalistische princiepen, maar middelerwijd laaien zij op in Belgisch-patriottisch gesnoef en drukken de… ‘zuiver socialistische’ wens uit, dat… ‘de Duitsers, tot de laatste man zouden uitgemoord worden!!!’ Dit is het verkrachten van de internationalistische ideeën, daar een gezond internationaal volkerenverbond, alléén dan leefbaar is, wanneer het bestaat uit Staten, waarin niet het ééne ras verdrukt wordt door het andere ,doch waarin zij elkander eerbiedigen en elk volk zich vrij kan ontwikkelen. Of ’t zou moeten zijn dat men ‘droomde’, van… een wereldrepubliek, bestaande uit een Rusland dat Polen, Finland enz., onder de knoet houdt; uit een Frankrijk dat Frans-Vlaanderen verdrukt; uit een Engeland dat Ierland in kluisters houdt, uit een België, waarin Wallonië het troetelkind en Vlaanderen de verschopte is!!! Vele Vlaamse socialisten, — die vroeger overtuigde en koene flaminganten waren — zeggen, dat onze eisen gewettigd zijn, maar verklaren tevens dat het de tijd niet is, om er mee voor de dag te komen, nu ons land in rouw gedompeld is en onze jongens zich nog steeds, met ware doodsverachting opofferen, voor de vrijmaking van België. Op ‘t eerste zicht ‘schijnen’ die opwerpingen tegen het actief-flamingantisme, ten zeerste gewettigd. Doch wanneer men de zaak dieper ingaat; wanneer men overweegt dat, — reeds van als de oorlog was uitgebroken — gezegd en geschreven werd: ‘Après la guerre on ne parlera plus du ftamand’ (…) ‘La Belgique de demain sera latine ou ne sera pas’. — ‘Na de oorlog zal men van geen Vlaams meer spreken’ (…) ‘Het België van morgen zal Latijns zijn of niet zijn’[ii],— dán voelt men iets in zich opborrelen… dán wordt men overweldigd door een machtige gewaarwording… dán komt bij elke rechtgeaarde Vlaming ’t gevoel in opstand… dán wordt men bevangen door iets vaags, iets onbepaalds… en zonder het te weten… zonder ’t bewustzijn er van te hebben… voelt men zijn hart onstuimiger kloppen„ voelt men zijn bloed sneller door de aderen vloeien en wellen in hevige verontwaardiging, in hevige geestdrift, u de woorden naar de lippen, die thans reeds door duizenden Vlamingen geroepen worden:’ Vlaanderen weze dood of vrij!’

Zo men aangevallen wordt, heeft men het recht ja: zelfs de plicht, zich te verdedigen… evenals België dit gedaan heeft! Welnu, de franskiljons, ze zijn daar reeds voor een groot deel in geslaagd, willen Vlaanderen overrompelen en wij slagen hun de woorden naar ’t gelaat: ‘Wij willen noch Duitsers, noch Fransen worden, wij willen Vlamingen blijven![iii] Wanneer ge ’t mes op de keel gezet wordt, dan moet ge niet tot uw moordenaar zegen: ‘dood mij maar!’ doch dan moet ge hem onschadelijk trachten te maken en als ge daartoe de hulp van een buurman — hij moge dan nog uw hevigste vijand zijn! — nodig hebt, dan moogt ge die hulp niet weigeren, wanneer hij ze u wil verlenen! Overigens, sociaal-democraten, wanneer een patroon, tijdens de oorlog, de weinige rechten, of het geringe loon, van zijn werklieden, nog zou willen inkrimpen, wat, eilaas! ondanks de droeve omstandigheden, waarin we nu leven ,maar al te dikwijls gebeurt, zult gij hem dan laten begaan, omdat het vaderland in rouw is??? Neen, nietwaar … Welnu, de Belgisch-Franskiljonse regering óók wil de Vlamingen de weinige rechten die ze bezitten, ontnemen! Is het dan niet de plicht van elke bewuste Vlaming te roepen: ‘handen af!’

Ondanks…

De Vlaamshaters hebben geen enkel ogenblik hun verderfelijk werk gestaakt… integendeel alles bewijst dat zij, met een duivels genoegen, zagen dat de oorlog over België kwam, daar zij dachten aldus een gemakkelijke gelegenheid te vinden, om Vlaanderen, in één trek te verfransen! En dit terwijl de Vlaamse soldaten, bij duizendtallen sneefden !!! Ondanks de voortdurende vernedering, de schromelijkste rechtsmiskenning, waaronder de Belgisch-franskiljonse regering het Vlaamse volk deed gebukt gaan… Ondanks de Vlamingen, vergeleken met de Walen, in ’t Belgisch leger, steeds als de verschoppelingen, de minderen, werden behandeld[iv]… Ondanks de Walen, zonder één woord Vlaams te kennen, in de staatsdiensten, de voornaamste en best-betaalde plaatsen bekleden, terwijl de Vlamingen, aIs ze niet grondig de Franse taal hadden geleerd, zelfs niet tot trein- of deurwachter konden benoemd worden Ondanks enkel drie op de twintig Belgische Athaenea (sic), door Vlaamse prefecten worden bestuurd… Ondanks er op drie Waalse ambtenaars op de ministeries, er slechts één Vlaamse is. Ondanks Wallonië 48 staatsmiddelbare scholen heeft en Vlaanderen slechts 20 niettegenstaande het één miljoen inwoners meer telt. Ondanks bij ‘t minste spoorwegongeluk en overstroming in ’t Walenland gebeurd, de regering terstond miljoenen deed stemmen, ter ondersteuning van de getroffenen — terwijl er voor Vlaanderen om zo te zeggen niets werd gedaan, wanneer een ramp het teisterde. Ondanks 500 Waalse en slechts 20 Vlaamse gemeenten, de waterleiding bezitten. Ondanks tot 1878 voor het openbaar onderwijs, in ‘t Walenland dubbel zoveel uitgegeven werd als voor dit van Vlaanderen. Ondanks ’t kleinste Waalse gehucht, op zijn minst over een spoortram kan beschikken, en Vlaamse gemeenten, door 10.000 inwoners bevolkt, moeten bediend worden met een postkarretje… Ondanks Henegouw 42 nijverheidsscholen bezit, tegen Oost Vlaanderen 6 en Antwerpen, heel de provincie één! Ondanks de Waalse provincie Luxemburg met 230.000 inwoners, 1200 km. staatsbanen heeft, en de Vlaamse provincie Antwerpen, met 950,000 inwoners, slechts 600 km. Ondanks de Vlaamse arbeiders als echte koelies, de slafelijkste arbeid, in de Waalse koolmijnen moeten verrichten, voor echte hongerlonen… Ondanks alle jaren 60.000 ‘Fransmans’, naar Frankrijk het werk, — dat de eigen inwoners er niet willen verrichten! — gaan doen, terwijl 250,000 vreemdelingen, vet-betaalde plaatsjes in België bekleden… Ondanks met de zondagse pleziertrein, de reis van Antwerpen naar zekere kustplaats (130 km.) 5 franks kost en een Luikenaar slechts 4 frank moet betalen om naar dezelfde streek te sporen, die 212 km van zijn geboorteplaats ligt… Ondanks de franskiljonse uitbuiters van Vlaanderen, het land der laagste lonen en langste werkuren hebben gemaakt…Ondanks de geest der Vlaamse kinderen, reeds van af haar prilste jeugd, in de scholen, — ‘verfransingsscholen’, ware beter gezegd! — wordt verbasterd. Ondanks men zonder Vlaams, generaal in het Belgisch leger kan worden en zonder Frans zelfs niet korporaal[v]…..

Vlaanderens kunststeden leden zwaar

Ondanks dit alles, ondanks al die schromelijke, om wraakroepende misstanden, melden onze Vlaamse jongens, bij het eerste alarmsignaal, toch geestdriftig te wapen om de onzijdigheid, — waarvan ’t niet eens meer vaststaat, dat zij niet op voorhand verkwanseld was aan de Ententemachten! — van het Belgisch vaderland, dat hen steeds zo stiefmoederlijk behandelde, te verdedigen tegen elke aanval, —van waar die ook mocht komen !…. Te Luik stormden de Vlaamse soldaten de overweldiger tegemoet, onder ’t luide, dreunende zingen van ‘De Vlaamse leeuw’… Als helden verdedigden zij met ware doodsverachting die Waalse veste, —vergetende onder welk schreeuwend onrecht, onder welke verdrukking; onder welk leed Wallonië, sinds 80 jaar, Vlaanderen deed gebukt gaan… De Vlamingen gingen ten strijde tegen de Duitsers, — al waren deze dan ook, — evenals de Vlamingen, — van Germaanse bloede… Doch men mag bijna verzekeren dat, zo de Fransen België waren binnengedrongen, de Walen en Franskiljons niet tegen Frankrijk zouden gestreden hebben. Als doorslaand bewijs daarvoor kan gelden wat Berger op 9 augustus in ‘Le Soir’ schreef: ‘Van de eerste dag der mobilisatie af, was de haat tegen Duitsland, vreselijk, Maar in tegendeel ware het moeilijk geweest ons tegen Frankrijk te doen strijden.’ Vlaanderen heeft ten volle, zelfs meer dan zijn plicht gedaan…

Gerust mogen we aannemen dat er op 20 Belgische gesneuvelden zeker 17 Vlamingen zijn. Vlaanderens kunststeden, — waarop wij allen zo fier waren! — hebben zwaar geleden… niettegenstaande  de ‘beruchte’ profeet Destrée, in zijn ‘open brief aan de koning’ schreef: ‘de afkeer der Vlamingen voor de militaire plicht: ‘niemand gedwongen soldaat’, en de zwakheid der regeerders zijn de oorzaak, dat wij de nodige tegenstand niet hebben voorbereid. Vlaanderen blijft ver buiten de strijd. Antwerpen, nationale schans. Wanneer het niet in handen is der Duitsers, die er nu reeds als meesters huizen, zal het onweer laten voorbijdrijven achter zijn vestingen. Maar wij, Walen zullen aan de gruwelen van de oorlog worden overgeleverd!!!’ Hoe juist (??) de profetie van de Waalse windhaan. Destrée is uitgevallen, kunnen wij thans opperbest beseffen! Vóór de oorlog werden de Vlamingen verdacht gemaakt dat zij hun plicht niet zouden doen, zo België aangevallen werd!!! Doch daar nu juist het tegenovergestelde blijkt, konden ‘les Français avant tout’ hun haat niet al te best verkroppen en beledigen zij al wat Vlaams is, door overal te verkondigen:

Les Flamands sont des Boches

‘Les Flamins sont des Boches!’ Natuurlijk gaat dit vergezeld met het verkrachten van de Vlaamse taalrechten. Om er een enkel staaltje van aan te halen, laat ik hierachter volgen, wat een baardrager, in een brief schrijft: ‘In De Panne bezocht ik een ‘officiële’ bibliotheek in de Kasteeldreefstraat 12, voor militairen, Vandervelde was er de grote man van. 1252 Franse boeken telde ik en 99 Vlaamse. Wat een gelijkheid! En zeggen dat er in ’t leger 8/10 Vlamingen zijn, en nu vooral als ’t nieuwste besluit wederom zal toegepast worden… Wanneer de sociaal-democraat Vandervelde, zich reeds aan zulke schandalige praktijken schuldig maakt, dan kunnen wij toch onmogelijk beters verwachten van de andere Belgische ministers. Om aan al die misstanden, in ’t vervolg, een einde te stellen, vragen de actiefflaminganten de bestuurlijke scheiding[vi]. Wat er niet zal toe leiden, — zoals velen verkeerdelijk denken! — van België twee landen te maken, doch het in tegendeel zal gesteund zijn op het ‘federatief stelsel’, zoals in Zwitserland, — het  door de socialisten, steeds als voorbeeld genomen land! Tot het welgelukken onzer pogingen, roepen wij alle rechtzinnige lieden op, ons te steunen in onze strijd. In de kamp voor de herwording van Vlaanderen, schakelen wij elke politieke strijd uit, evenals de Belgische jongens dit deden, wanneer zij oprukten tegen de overweldiger!

De vervlaamsing van de Gentse hogeschool

Nu nog een woordje over de huidige vervlaamsing van de Gentse Hogeschool. Vele sociaal-democraten, overigens zij niet alleen! — kunnen maar niet begrijpen, hoe de actief-flaminganten een recht, waarvoor zij 3/4 eeuw streden, hebben durven aannemen. Doch ik ben er zeker van dat, wanneer de katholieke regering vóór de oorlog, ’t Feestpaleis van Vooruit te Gent, of ’t Volkshuis te Brussel — om de socialistische partij dood te drukken— moest gesloten hebben en de Duitse macht, tijdens haar bezetting van België, ze terug zou geopend hebben, geen enkele socialist het in zijn koker zou krijgen dit af te wijzen en te antwoorden: ‘Hoe zou de geschiedenis ons, socialisten, beoordelen, indien in een tijd, waarin onze jongens nog strijden tegen uwe soldaten in de loopgrachten, wij uit de handen van de veroveraar voordelen, zelfs onder de vorm van rechtsherstel moesten aanvaarden.’ Welnu sinds 1849 is de tempel van ‘de intellectuele volkskracht’ in Vlaanderen gesloten en vervangen geworden door een ‘brandpunt van vreemde cultuur’. En nu Vlaanderen terug in zijn recht hersteld is, nu zouden wij dit minachtend moeten van de hand wijzen! ’t Aanvaarden der vervlaamsing van de Gentse Hogeschool is geen gunst, geen voorrecht maar een récht, — en recht blijft recht, al kwam het van de duivel! Thans hebben wij verkregen wat… gezel Destrée, met zoveel schrik tegemoet zag en op volgende wijze uitdrukte in zijn ‘Open Brief aan de Koning’: ‘De Vlamingen welke in gemeenschap willen blijven met de Franse beschaving, worden misprezen en beschimpt! De bekroning dezer onderneming, die met hun onvermoeibare aanhoudendheid wordt doorgedreven, zal de vernietiging zijn van bet laatste brandpunt van Franse cultuur in Vlaanderen, de Gentse hogeschool.’ In Polen is ’t één algemeen gejubel geweest, toen het zijn Hogeschool verkreeg. Daar ook heeft ook de sociaaldemocratische partij zich aangesloten bij de Pools-nationalistische beweging. In Vlaanderen kanten de vooraanstaande hoofden van voornoemde partij, zich tegen het goed recht van Vlaanderen!!! Of bestaat de Belgische vaderlandsliefde erin, het recht van de vreemde volkeren te erkennen, maar dit van zijn eigen volk niet??? Mannen, die het eerste socialistische zaad in Vlaanderen gestrooid hebt! Kondt gij uit uw graf opstaan. Wat zoudt gij vreemd opkijken tegen uw volgelingen die de taal van de heersende klasse verkoos tegen die van het lijdende volk! Emiel Moyson, Edmond van Beveren, Cesar De Paepe… Ik zie U, vol gloeiende geestdrift voor de opheffing van uw geliefd Vlaanderen vóór mijn ogen oprijzen. Ik zie U … en hoor hoe Gij, met forse stem uitroept: ‘Vlaamse sociaal-democraten … opent de ogen… Staat op voor de Vlaamse taal, gesproken door de mindere standen… Verheft haar hoog boven het verbeulemanst gesnater, waarin de hogere standen zich uitdrukken… Redt uw volk van de verfransende overheersing. Want om de stoffelijke toestand van de Vlaamse arbeiders te verbeteren, is het noodzakelijk, dat Vlaanderen zich, eerst en vooral, economisch oprichte, wat alleen kan verkregen worden door zijn eigen taal en landaard te eerbiedigen… Verijdelt de franskiljonse kuiperijen der Belgische regering!…’ En terwijl die woorden me als mokerslagen in de oren klonken, stelde ik er tegenover de houding van zovele der tegenwoordige socialistische leiders van Vlaanderen. Liebknecht heeft tijdens de oorlog gezegd: ‘De vrijmaking van het Duitse, zowel als van het Russische volk zal beider eigen werk zijn’ Welnu, wij ook actieve flaminganten, verklaren: ‘De vrijmaking van ’t Vlaamse volk zal zijn eigen werk zijn. Niets hebben wij te verwachten van welke mogendheid ook, evenals wij niets te verwachten hebben van de Belgische regering. Wil Vlaanderen vrij worden, dan zal het daar zelf moeten voor ijveren en strijden. Daarom, Vlaamse sociaal-democraten, roep ik U toe: ‘Doet uwe plicht, dikt in massa de gelederen van actief-flaminganten!’

JEF VAN EXTERGEM, (medewerker aan Vooruit, Schrijver der Soc. Jonge wacht van Antwerpen)

  1. B. — Met deze richt ik tot de Redactie van Vooruit , het beleefd, doch tevens dringend verzoek dit artikel, — al was het bij gedeelten — in haar blad te laten verschijnen, opdat de socialisten een klare blik zouden krijgen op de actief-Vlaamsche Beweging. Natuurlijk zou er .dan ook aan andere partijgenoten, de gelegenheid moeten verstekt worden een ander klokje te laten luiden!

 

Gazet van Brussel zaterdag 29 september 1917

Meerderheids en minderheidssocialisten

Toen de 12de November 1916 mijn ‘Oproep aan de Vlaamse Sociaaldemocraten’ in de Gazet van Brussel verscheen, en naar aanleiding daarvan de Bond van Vlaamse Socialistische Jonge Wachten (afd. Antwerpen), enkele dagen later een Vlaams activistische motie aannam en overging tot de stichting der Vlaamse Socialistische Arbeidersgemeenschap, kon ik mij niet inbeelden dat de door de ‘kleuters van de eerste broek’ op touw gezette beweging ooit zo diep wortel zou geschoten hebben bij de sociaal-democraten als nu reeds het geval is. Doch het dient erkend dat zolang de activistische Vlaamse actie bij de sociaal-democraten alleen in handen was van de Socialistische Jonge Wachters en enkele elementen, die vóór de oorlog reeds afscheurden van de socialistische partij, zij bijna van geen tel en weinig doeltreffend was. Wel werd er roering verwekt, maar veeleer met na- dan voordelige uitslag. ‘t Is slechts eerst wanneer de kwestie om al dan niet naar Stockholm[vii] te gaan en daaraan het Vlaamse vraagstuk verbonden werd, dat er als ’t ware een bom in de socialistische partij losbarstte en de poppen voor goed aan t dansen gingen. Daar geen algemene vergaderingen werden belegd, werd de strijd gevoerd in de verschillende besturen van partij, vakbonden, socialistische volkshogeschool enz. Dat het daar niet altoos zeer hoffelijk toeging hoeft geen betoog. Welhaast flakkerde de twist zo hevig op, dat de werking der socialistische partij niet langer meer in één stroming kon gestuwd worden, maar er twee wel-afgetekende richtingen ontstonden.

Indien ge naar een zekere streek wilt reizen, dan zou het, zo er een graniet-harde weg is, welke recht naar de bestemmingsplaats leidt, — een ongehoorde gekkernij wezen, een andere weg te kiezen, welke kronkelend loopt en allerlei nevenwegen aanbiedt, waarop ge kunt verdwalen. Het was voor zulke twee verschillende wegen dat de sociaal-democraten zich, korte tijd geleden, ook bevonden. De ene weg was hard als graniet, maar langs zijn boorden lagen ontelbare vijanden in het struikgewas verscholen, gereed om deze die hem bewandelden dodelijk te treffen door de giftigste pijlen op hen af te schieten, — maar hij voerde recht, zonder kronkelingen, naar het socialistisch doel. De andere weg was zandig, — slijkerig nadat het geregend had — en slingerde langs duizenderlei omwegen ook naar het socialistisch doel. Geen vijanden, met gespannen bogen en giftige pijlen lagen in het struikgewas verscholen. Doch schijn-vrienden lonkten u ’t allen kant toe en wilden u bewegen van de reeds zo kronkelende baan nog in zijwegen te versukkelen, om zodoende eindelijk in een doolhof terecht te komen en te verdwalen. De sociaal-democraten der zogenaamde ‘minderheid’ kozen de eerste, — deze der zich hetende ‘meerderheid’ de tweede weg. De ‘minderheids’-socialisten stappen flink aan en mochten zij er al eens aan denken enkele ogenblikken te verpozen, dan suizen de giftpijlen der tegenstanders rond hun hoofd, wat hen de stap doet versnellen. Onder hun voeten hebben zij een weg, — welke even steevast blijft al valt de regen pletsend neer, — van granieten hardheid, die als de verzinnebeelding is hunner gedachten, daar deze steunen, niet op ijdel gezwets dat een andere toon en kleur krijgt, naar gelang het in ’t politiek kraam te pas komt, — maar op het onomstootbare der Marxistische evolutieleer. De ‘meerderheids’-socialisten vorderden langzaam, omdat zij helemaal ingenomen waren door het lachende en verleidende toelonken der schijnvrienden. Doch, hoe langzaam de vordering ook was, thans is deze geheel opgehouden Zij zijn betoverd door het ‘toelonkende lachen’ en dansen thans ook mede de rondedans, welke de schijnvrienden der werkende klas rondom hen vormden…. Die rondedans, — het is den rondedans van de Godsvrede! Terwijl ze aldus draaiden en sprongen, hebben de ‘meerderheids’-socialisten elke klare kijk op de werkelijke toestanden verloren. Doch wanneer de wolken zich aan de maatschappelijke hemel samentrekken wanneer de regen begint neer te stromen op de zandige weg welke de ‘officiële’ sociaal-democraten kozen, dan verandert zijn grond, — treffend beeld van de ‘stevigheid’ hunner overtuiging, — in een drassige moeras en terwijl hun verhitte hoofden, door de neerpletsende regen, beginnen te verkoelen, komen ze min of meer tot bezinning… Hun schijn-vrienden zijn verdwenen. Maar dan voelen de ‘officiële’ ofte ‘reformistische’ socialen ook hoe moeilijk het is vooruit te komen op hun modderbaan. Hun blikken dwalen onwillekeurig af naar de weg, welke de ‘minderheids’-socialisten onverpoosd opmarcheren en de partijgenoten der ‘meerderheid’, de komiteit-, kliekjes-, kies- en burgersocialisten, willen dat van het slijk dat zich rond hen heeft gevormd, nemen om het naar het hoofd van dezen der ‘minderheid’ te werpen… Doch het spat terug op hen die er mee wierpen! De meeste der huidige partijleiders ontzien zich niet overal rond te strooien dat Joris[viii] en de aanhangers van de door hem gevolgde tactiek, Duitse agenten zijn… De ‘gezellen’-Partijbestuurders zijn zódanig gewoon betaald te worden voor het minste door hen gedaan in de komiteiten of hun vakbond, dat zij zich niet kunnen inbeelden hoe andere personen tijd en kennis opofferen voor een ideaal. Bij dit onbegrijpen komt zich nog voegen hun woede, omdat zij immer meer het kruispunt genaken, waarop zij verplicht zijn de door de ‘minderheids’-socialisten gekozen baan te volgen, willen zij niet verloren lopen!

Naar Stockholm

De gedachte om socialistische afgevaardigden uit Vlaanderen naar Stockholm te sturen, werd voor het eerst, door uw onderdanige dienaar, op een vergadering der ‘VI. soc. Arbg.’ opgeworpen, ’t Verwekte wel wat hilariteit. Doch na een rijpe discussie werd toegestaan dat ik mijn gedachte zou toelichten in De Socialistische Vlaming . ’t Artikel werd geschreven, — doch ‘om de wagen niet vóór de paarden te spannen’ werd besloten het voorlopig niet te publiceren. De leidende leden van de ‘VI. Soc. Arbg.’ begonnen ook meer en meer de belangrijkheid van liet vraagstuk in te zien. Kort daarop stuurde deze groep een toelichting van zijn standpunt naar Stockholm. Dan begon tevens in de socialistische partij de roering van ‘minderheid’ tegen ‘meerderheid’. De eerste kwam om zo te zeggen helemaal op het standpunt der ‘VL Soc. Arbg’ staan. De Socialistische Vlaming nam nog een korte afwachtende houding aan tegenover De Nieuwe Tijd[ix], maar welhaast versmolten zij. Van vóór ruim drie maanden werkten de aanhangers van De Nieuwe Tijd in de verschillende besturen, opdat er afgevaardigden der B. VV. P. , naar Stockholm zouden gezonden worden. Dit stuitte af op het geweldigste verzet: De conferentie van Stockholm was Duits werk enz.. ’t Is dan dat Joris en Primo, — de eerste bij algemeenheid van stemmen aangeduid op een algemene vergadering der socialistische partij van Antwerpen, buiten het partijbestuur om belegd, — naar Stockholm zijn gegaan. Doch, de ‘Landelijke Raad’ der B. W. P. ondergaat ook een voortdurende evoluering (sic). De rondedans van de Godsvrede is bijna gedaan. De Ententeregeringen hebben thans ook de meerderheids-socialisten uit Frankrijk en Engeland laten alleen staan, ja sluiten ze zelfs uit het landsbestuur. De schijn-vrienden tonen zich immer meer in hun werkelijke gedaante, d. i. als vijanden der arbeidende klas. De wolken hebben zich aan de maatschappelijke hemel samengetrokken. De regen begint neer te vallen… De verhitte hoofden van de ‘ meerderheid’- socialisten beginnen ook in Vlaanderen en Wallonië te verkoelen…doch hun zandige weg wordt een slijkbaan. Zij worden woedend, daar ze bemerken hoe ver de minderheid reeds gevorderd is en werpen met modder, maar hij spat terug! Tóch strompelen ze voort en, zie, daar is het punt, waarop en weg der ‘meerderheid’ en deze der ‘minderheid’ zich kruisen en in plaats van voort te stappen op hun slijkbaan, zullen de ‘officiële’ socialisten natuurlijk liever de door de ‘minderheid’ gevolgde granietbaan kiezen, niettegenstaande de giftpijlen der tegenstanders dan ook rondom hun hoofd zullen suizen, doch op die baan moeten standplaatsen aangedaan worden. Eén dier standplaatsen is Stockholm! Niet lang is de tijd meer af dat de B. W. P. zal besluiten naar Stockholm te gaan[x]. Reeds was dit besluit gevallen op de laatste zitting van de ‘Landelijke Raad’, zo deze niet immer het spook vóór zich zag dansen: de minderheid te moeten na-apen en aldus, bij de arbeiders, uit Vlaanderen en Wallonië, alle vertrouwen to verliezen, dat dan zal overgaan in de handen van hen, die zich om De Nieuwe Tijd schaarden. ’t Is de politiek der minderheid welke zegeviert! Doch niet alleen in het Stockholmse vraagstuk zal ze al haar troeven thuishalen, óók op het gebied van het nationaliteitenvraagstuk in België, alhoewel dit hardnekkiger en verwoeder strijd zal vergen!

Minderheids- en meerderheidssocialisten terug één?

Stockholm is de pleisterplaats waarop de socialistische partijen der verschillende richtingen en nationaliteiten zich zullen ontmoeten. Daar vloeien zij wellicht terug samen tot één machtigen vloed, welke alles zal verpletten wat het streven, door het proletariaat, naar vrede zal in de weg staan. Desnoods zullen regeringen omgeworpen worden. Troelstra heeft het prachtig gezegd: ‘Het aftreden van Henderson[xi] kon, na de Franse socialistische conferentie van 24 Augustus, wel eens door dat van Albert Thomas[xii] worden gevolgd, hoewel de Franse meerderheid en hijzelf dit onnodig achtten, maar er zijn nog grote mogelijkheden. Reeds zie ik, in mijn verbeelding, ook Lloyd George vallen — Asquith staat al klaar om hem te vervangen, evenals ik de grijze kop van Ribot[xiii] van het politieke schavot zie rollen.’(…)’Misschien zelfs zullen nog sterker sprekende politieke feiten van de ontreddering en nederlaag in het kamp der burgerlijke regeringen zich Voordoen! Alles hangt hierbij van de ontwikkeling van de ontwaakte vredeswil der arbeiders af. Tegen de machtige, doelbewuste wil van de werkende klas is niets bestand! Stockholm zal en moet het uitgangspunt worden voor de vrede! Wanneer dan stappen worden gedaan om de ‘meerderheids’- en.’minderheids’-socialisten in Vlaanderen en Wallonië terug één te doen worden, zal dit op geen tegenstand van de laatsten stuiten. Dr. René De Clercq, in zijn roerende eenvoud, weet steeds de bewondering zijner lezers en toehoorders af te dwingen, wanneer hij schrijft of zegt: ‘Mijn liefde tot Vlaanderen is zo groot, dat er in mijn gemoed geen haat tegenover de passieve flaminganten kan schuilen’. Hoe veel minder nog mag er dan in het gemoed van socialisten haat schuilen tegen geestverwanten (ze mogen de eersten dan nog zo gehoond en gelasterd hebben), die tijdelijk een andere weg opwandelden, — in hun gemoed, waarin niet alleen een heilige liefde voor ons arm, verdrukt Vlaamse volk brandt, maar tevens voor de ‘Werkers-Internationale’, voor het proletariaat van geheel de Wereld, tot wiens bevrijding en heropstanding zij thans zulk hardnekkige strijd voeren, tegen de afschuwelijkste aller oorlogen, welke de vrucht is van het huidige maatschappelijke stelsel tegen de huidige barbaarse volkerenslachting, waaraan geen enkel volk schuld heeft, doch het kapitalisme, met zijn aanhang van geheime diplomatie, in zijn geheel.

Jef VAN EXTERGEM

 

[i] Le XXieme siècle was  de semi-officiële regeringskrant van de Belgische regering in ballingschap in Le Havre

[ii] De moderne revisionistische geschiedenis ‘bewijst’ dat deze uitspraken van o.a. Maeterlinck , Colleye en Harry er niet zijn geweest of ten minste helemaal anders bedoeld… De Flaminganten zouden overprikkeld zijn geweest en alles mis geïnterpreteerd; Anderzijds leert men ons thans ook dat de perceptie belangrijker kan zijn dan de werkelijkheid…

[iii] Jef van Extergem dweepte met De Clercqs keerrijm:Onverduitst, onverfranst, voor Vlaanderen die leeuwe danst. Het stond afgedrukt op een foto in zijn uniform van SJW-er

[iv] Hier somt hij  een aantal achterstellingen op zoals vermeld in Lodewijk Severeijns (ps Claudius Severus’) Vlaanderen’s Weezang, 1916

[v] Een korporaal moest ‘une connaissance suffisante du français’ hebben;

[vi] De bestuurlijke scheiding zal uiteindelijk door de Duitsers worden ingevoerd op 21 maart 1917.

[vii] Door het nationaal-patriottisme dat in 1914 in iedere sociaal democratische partij de bovenhand nam, al was het maar dat de socialistische fracties in alle parlementen de oorlogskredieten stemden, verdween het pacifisme onherroepelijk naar het rijk der lippendienst. Intussen blijft het Internationaal bureau van de Tweede Internationale, met Kamiel Huysmans als secretaris, verder actief. In de zomer van 1917 wil men in de vredesconferentie van Stockholm de brokken lijmen. Terwijl de BWP vasthoudt aan een jusqu’ au boutisme (strijden tot de (Belgische) overwinning), duikt de Raad van Vlaanderen dan maar in het gat. De socialistisch georiënteerde Edward Joris en Frans Primo reizen via Berlijn af naar Stockholm. René De Clercq reist tegelijkertijd af naar Kopenhagen om er bij het toenmalige wereldgeweten Georg Brandes de Vlaamse kwestie in de schijnwerpers te zetten. In Gent werden  de SJW-ers Jozef Cantré en Richard Minne.m. om hun pacifistische standpunten door Anseele, die eveneens activistische infiltratie vreesde, de socialistische lokalen ontzegd…

[viii] Edward Joris (Antwerpen 11 februari 1876 – Antwerpen 20 december 1957) en Frans Primo (Gent 27 september 1884 – Gent 8 februari 1946), zgn. minderheidssocialisten, waren de afgevaardigden van de Raad van Vlaanderen in Stockholm.

[ix] De Nieuwe Tijd was van23 juni 1917 tot- 8 november 1918 het halfmaandelijks en later weekblad van de Antwerpse minderheidssocialisten o.m. Edward Joris. Het werd gesubsidieerd door het CVP (zie supra); Vele medewerkers vinden we later terug in de Communistische partij en de Rode Vaan.

[x] De enige officiële Belgische socialist die Stockhom aanvankelijk wel zag zitten was Anseele, niet tot ongenoegen trouwens van de Politische Abteilung in Brussel. Uiteindelijk zijn het de socialistische kandidaten van de Raad van Vlaanderen Edward Joris en Frans Primo die mogen gaan. Dit alles werd bekokstoofd via Emil Charlet, hoofdredacteur van het Berlijnse blad Korrespondenz Norden, die zelf als chaperon meegaat naar Stockholm. Diezelfde Charlet suggereert om René De Clercq tegelijkertijd naar Georg Brandes in Kopenhagen te sturen

[xi] Arthur Henderson (13 September 1863 – 20 Oktober 1935) werd als labourleider in 1915 door Asquith in een regering van nationale eenheid opgenomen. In 1916 als Lloyd george eertse minister werd werd hij minister zonder portefeille in het oorlogskabinet. Hij nam ontslag in augustus 1917 toen zijn voorstel over een internationale vredesconferentie werd verworpen door de rest van het kabinet.

[xii] Albert Thomas (1878 -1932) was vanaf einde 1915 Frans socialistisch minister van bewapening

[xiii] Alexandre Ribot (1842 – 1923), geboren in Sint Omaars, was van maart tot september 1917 premier van Frankrijk tijdens de grote muiterijen.

  • Over mij

    • Miel Dullaert
      °1948 Enkele stipmomenten… Kind en tiener Ik ben geboren in Merksem. Ik behoor tot wat men noemt, de babyboomgeneratie of de eerste
      Meer lezen...
  • Citaat

    In een tijd van universeel bedrog is
    het vertellen van de waarheid een revolutionaire daad
    (George Orwell, Brits schrijver, 1903-1950)

  • Edward ELGAR, NIMROD

  • Tag cloud

  • Deel onze pagina op:

    © Copyright 2024 ‐ Miel Dullaert ‐ Alle rechten voorbehouden

    Disclaimer | Privacybeleid

    Webdesign by Eye