75 jaar geleden: Het Sociaal Pact

In 1944, 75 jaar geleden, sloten werkgevers en vakbonden een groot sociaal akkoord. Dat moest ons beschermen tegen inkomensverlies en tegen armoede. Die sociale bescherming is een paradepaard van het naoorlogse West- en Noord-Europees sociaal model geworden. Terecht. Het werd de basis van de welvaartsstaat. Maar het model wordt al jaren aangevallen. Dat is zorgwekkend.

Op het einde van de negentiende eeuw, en in de eerste drie decennia van de twintigste eeuw groeide de macht van de arbeidersbeweging. En ten gevolge hiervan was de heersende klasse bereid een aantal toegevingen te doen. Op het vlak van sociale bescherming op het werk, sociale zekerheid. Na de Eerste Wereldoorlog werd de draad terug opgenomen, tot de Tweede Wereldoorlog. Vakbonden, mutualiteiten, coöperatieven, sociaal-culturele organisaties verankerden de arbeidersbeweging in de samenleving in het interbellum. De crisis van de jaren dertig, de opkomst van fascistische partijen en de bloedige Tweede Wereldoorlog hadden diepe sporen nagelaten op het continent. De gevolgen van de oorlog waren niet alleen geopolitiek. Maar ook sociaal.

Revolutionaire sociale oproer vermijden

1904-sociale zekerheid-jozHet Sociaal Pact van 1944 (foto) knoopte terug aan met wat voor de oorlog bereikt werd in de uitbouw van de welvaartsstaat. Tijdens de Tweede Wereldoorlog had een deel van de syndicale en politieke top van de arbeidersbeweging zich gecompromitteerd met de Duitse bezetter. Maar tegelijk hadden militanten en organisaties van de vakbonden en politieke partijen de bezetter daadwerkelijk bevochten in woord, geschrift en met de wapens. Door hun inzet hadden in belangrijke West-Europese landen de communistische partijen aan prestige gewonnen.  Vanuit heersende kringen van het patronaat en de vakbondstoppen was men beducht voor de “communistische dreiging”.  Geleerd uit de mislukking van het fascisme die de arbeidersbeweging  fysiek trachtte te vernietigen, zocht men een andere weg om het “gevaar” te keren. In het katholieke Vlaanderen was het ACW (de koepel van alle katholieke zuilorganisaties) en daarachter de Kerk toen nog oppermachtig. Op een congres in 1949 verklaarde  kanunnik Brys het standpunt van de clerus dat de opvoedende, vooral godsdienstige actie moest versterkt worden en dat het ACW moest gedepolitiseerd worden. De grote baas van het ACW, Paul Willem Segers (1900-1983)1904-SEGERS-PW(foto) was bereid hem daarin te volgen omdat hij ervan overtuigd was dat er een breed katholiek front moest gevormd worden als dam tegen het communisme. Het enige verweermiddel tegen het communisme  lag volgens hem in een sociaal vooruitstrevende volkspartij en dito beleid.(Kadoc, jaarboek 1985). Op die manier zouden rechten en vrijheden, welvaartsstijging van het volk toegekend worden aan de arbeiders. Dit alles zou geïnstitutionaliseerd worden teneinde ongecontroleerde revolutionaire uitbarstingen te vermijden.

Patronaat niet op één lijn

Na moeizame besprekingen bereikte een commissie van vakbondsvertegenwoordigers en het patronaat op 24 april 1944 een akkoord over een voorstel tot sociaal pact dat het handvest zou worden van de naoorlogse sociale politiek. “Het ontwerp van overeenkomst tot sociale solidariteit”, zoals het sociaal pact officieel heette, ging uit van een bevriezing van de sociale machtsverhoudingen tussen arbeid en kapitaal, binnen een kapitalistisch kader. Het handelde over loonpolitiek, de invoering van een verplicht stelsel van sociale zekerheid en de grondslagen van het sociaal overleg binnen ondernemingen en sectoren.  Er wordt wel eens vergeten dat het akkoord een compromis was tussen stromingen die niet volledig representatief waren voor de achterban. Zo ontbraken  van patronale zijde de patroons van de belangrijke mijnsector en de Société Générale die elke toegeving aan de vakbonden onverzoenbaar achtte met de beginselen van het liberalisme. Sleutelfiguur voor de modernistische vleugel was Antoon Bekaert, die al snel begreep dat toegevingen aan de vakbonden onvermijdelijk waren. Het verschil in opstelling tussen de modernisten rond “draadtrekker” Bekaert en het holdingkapitaal rond de Société Générale weerspiegelde toen al tegenstrijdige patronale belangen, tussen een bepaald soort Vlaams (volks) kapitalisme en het francofone, Brusselse kapitaal.  Aan de andere kant van de tafel  zaten enkel vooroorlogse socialistische leiders, was het syndicaal verzet afwezig en het ACV ondervertegenwoordigd. Ze wilden snel met een beloftevolle verklaring naar buiten komen om de sociale radicalisering op te vangen. De consensus in het  sociaal pact was breekbaar. Bij de omzetting ervan in wetten en overeenkomsten bleek meteen hoe alles uiteenlopend geïnterpreteerd werd. De onderhandelaars zaten er zonder mandaat, maar wisten toch hun achterban te overtuigen en afwijkende meningen in eigen rangen te bezweren.

Sociaal Pact geen snelweg naar de welvaartsstaat

Dat alles mag niet geromantiseerd worden, alsof er rimpelloos een snelweg naar de welvaartsstaat werd opengelegd met dit Sociaal Pact. De naoorlogse geschiedenis staat bol van  stakingen en acties voor  loonsverhogingen. Begin 1961 werd een algemene staking georganiseerd tegen de rooms- blauwe regering van Gaston Eyskens (CVP) die een besparingswet wilde doordrukken, de zogenaamde Eenheidswet. Toen werden besparingen ook al een ‘economisch herstelprogramma’ genoemd. Ook in de rest van West-Europa rolden stakingen over het land omdat de arbeiders mee de vruchten wilden plukken van de economische wederopbouw. Dat alles waren stakingen en acties in een opgaande spiraal van welvaartstoename. Bijna alle politieke strekkingen, van liberalen tot communisten in West-Europa, hadden zich ingeschreven in  de noodzaak de sociale welvaartsstaat uit te bouwen. De natiestaat was het platform waarin dit gebeurde, rekening houdende met de krachtsverhoudingen en de specifieke cultuur van elke natiestaat. Dat ging zover dat nationaliseringen en andere vormen van openbaar bezit werden aanvaard en mogelijk gemaakt,  zowel van conservatief als links. De alles behalve linkse president Charles De Gaulle1711-petrdollar-Charles De Gaulle (foto) en zijn opvolgers nationaliseerden sleutelsectoren van de economie zoals de gas- en elektriciteitssector, de banken en steenkoolmijnen vanuit een welbegrepen nationaal belang! De Britse Labourregering nam de controle over van de Bank of England, de spoorwegen en de gezondheidsdienst. Het Duitse Wirtschaftswunder steunde niet alleen op private grootondernemers, maar ook op een sterke staatssector, parastatale instellingen en medebeheer van de vakbonden.

1981: Sociaal pact opgezegd

75 jaar sociale bescherming is vandaag dus reden om te feesten. Maar ook een reden van grote ongerustheid. En dat niet van vandaag. In 1981 vond er bij de politieke elites in de Westerse landen een paradigma omslag plaats in het denken en beleid: de maatschappij moest af van de welvaartsstaat, en vervangen worden door een liberale samenleving van individualisme, zogenaamde “zelfredzaamheid”, lees: trek uw plan. In feite werd toen het Sociaal Pact bij de liberalen opgezegd. Guy Verhofstadt schreef zelfs dat de burger uit de maatschappij moest stappen.  De vnl. rijke burgers luisterden naar hem: ze betaalden geen belastingen meer, en versasten hun fortuinen, naar belastingparadijzen. Het neoliberalisme verklaarde de oorlog aan de welvaartsstaat. Ex-EU-Commissievoorzitter José Manuel Barroso verdedigde openlijk: “Er zijn geen problemen in de welvaartsstaat, de welvaartsstaat zelf is het probleem”.   Dat patronale middens die de welvaartsstaat noodgedwongen aanvaarden vlak na de oorlog kon men begrijpen. Maar de politieke gebeurtenis van de laatste dertig jaar voor ons sociaal welvaartsmodel is dat de politici van de sociaaldemocratie  en christendemocratie, die na de oorlog mede aan de basis lagen van het Sociaal Pact, actief mee de welvaartsstaat hebben ontmanteld. De conservatieve neoliberaal Margaret Thatcher zei ooit “dat de grootste overwinning die we hebben geboekt is de overname van ons programma door het New Labour van Tony Blair”. Vandaag spreekt SP.A voorzitter John Crombez over ”het verraad van de socialisten aan ons sociaal model in de voorbije veertig jaar” (De Zondag 21/04 jl.).

Centrumrechtse regering Ch. Michel- J. Van Overtveldt

Vandaag heeft de centrumrechtse regering van Ch. Michel (MR)-J. Van Overtveldt (N-VA) nog een tandje bijgestoken.  Neoliberale Belgicistische en Vlaamse nationalisten in deze regering gingen gaan hand in hand om het sociaal model dat 75 jaar geleden in de steigers stond verder te ontmantelen.  De Sociale Zekerheid wordt ondermijnd. Sommige scheeftrekkingen, zelfs wantoestanden van bijv. overconsumptie,  die  moeten worden aangepakt, worden dan gebruikt als alibi. In wat volgt enkele voorbeelden.

Denk aan de looncompensaties. Die vervangen bestaand brutoloon door gewone voordelen die aan gewone belastingen en sociale bijdragen ontsnappen (salariswagens bijv.).  Ze bevorderen de wildgroei van allerlei nepstatuten voor werkende mensen zonder normale sociale zekerheidsbijdragen zoals studentenarbeid, flexi- jobs, de luxeregeling voor sportclubs waar grootverdieners sociale bijdragen van  een minimumloon moeten betalen. De voorlopige kroon op het werk: het zogenaamd bijklussen tot 6.130 euro per jaar zonder sociale bijdragen, zonder belastingen, zonder arbeidsbescherming, zonder sociale zekerheid.  We zouden de kost niet willen geven aan de werkende armen die door deze regering gestimuleerd wordt.  De heren en dames van deze regering hebben ook zieken en invaliden in het vizier. Er wordt in de media een sfeertje gepromoot alsof zieken, werklozen, armen, invaliden dat zelf gezocht hebben en dus schuldig zijn! De liberalen zijn enorm vindingrijk als het gaat om werkende mensen te pesten. Zo lanceerde Minister van Volksgezondheid Maggy De Block een soort rooster om te bepalen hoe lang een patiënt met een bepaalde ziekte afwezig mag zijn. Artsen worden bijna overbodig. Ze kreeg onmiddellijk gelukwensen van het VOKA. De re-integratie procedure van langdurig zieken lijkt er meer op gericht om zieken van de ziekte-uitkering te weren en ze te laten ontslaan en in de werkloosheid te duwen. Op de arbeidsmarkt is het al flexibiliteit dat de klok slaat. Werknemers worden in onzekerheid en angst gebracht. We sommen even op: verhoging van het aantal toegelaten overuren; invoering van een quotum van 100 overuren zonder motivering, die niet gerecupereerd worden; annualisering van de overuren; versoepeling van de beperking op nacht- en zondagswerk; invoering van uitzendarbeid in de openbare diensten en overheidsbedrijven tot vreugde van de multinationale uitzendbedrijven zoals Randstad; flexi-jobs in e horeca, handel, schoonmaak,…

 

De 75e verjaardag van het Sociaal pact mag gevierd worden. Het is nog altijd de basis van de sociale bescherming van de burgers als ze werkloos, ziek, invalide, gepensioneerd zijn.  Maar de aanvallen van de laatste dertig- veertig jaren hebben diepe sporen nagelaten. Velen spreken over het monument van de Sociale Zekerheid. Maar de uitwerpselen van de neoliberale recepten op het monument zouden wel eens zodanig kunnen invreten dat het monument vernietigd wordt als er geen politiek alternatief komt.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                           

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

  • Over mij

    • Miel Dullaert
      °1948 Enkele stipmomenten… Kind en tiener Ik ben geboren in Merksem. Ik behoor tot wat men noemt, de babyboomgeneratie of de eerste
      Meer lezen...
  • Citaat

    Geduld is een bittere plant met een zoete vrucht
    (Chinees spreekwoord)

  • Edward ELGAR, NIMROD

  • Tag cloud

  • Deel onze pagina op:

    © Copyright 2024 ‐ Miel Dullaert ‐ Alle rechten voorbehouden

    Disclaimer | Privacybeleid

    Webdesign by Eye