Frankrijk en Europa hebben een de Gaulle nodig

De Franse president Charles de Gaulle trad 50 jaar geleden af, op 28 april 1969. Nadat zijn voorstellen om de Grondwet te hervormen waren afgewezen in een referendum. We missen vandaag een de Gaulle in een Europa dat vandaag naar zelfstandigheid moet streven tussen de grote machtsblokken in, maar het niet kan.

“Ik leg mijn functies neer als president van de Republiek. Deze beslissing gaat in om middernacht vandaag”. Het was op 28 april 1969. Zo eindigde de meest succesvolle periode in Frankrijks moderne geschiedenis nadat President Charles de Gaulle een referendum had verloren over de herziening van de Grondwet.

Kolonel Charles de Gaulle kwam terug uit zijn pensioen in 1958 en trachtte het land te redden voor de derde keer. Hij had het land verdedigd in Wereldoorlog I als officier in de Slag van Verdun. Hij leidde het Franse anti nazistische Frankrijk in Wereldoorlog II.1904-de-Gaulle-in London(foto). Op de leeftijd van 67 beantwoordde hij de oproep om de ernstige crisis van de vierde Republiek op te lossen. Hij werd president en generaal, en ontwierp de vijfde Republiek.

Hij wordt in “weldenkende “middens beschouwd als een conservatief figuur. Maar economisch was hij eerder een president  van links. Hij geloofde in linkse sociaal- economische recepten. Hij was voorstander van een door de staat geleide economie, zeker na het failliet van het liberaal kapitalisme in de jaren dertig en de catastrofale gevolgen ervan van nazisme en  Wereldoorlog II. Hij bracht strategische delen van de nationale economie in staatsbezit.  Hij wantrouwde de bankiers en het internationaal financieel kapitaal. Hij was onverschillig voor de superrijken. Hij verafschuwde de bourgeoisie en haatte het kapitalisme, schrijft één van zijn biografen Jean Lacouture. Als patriot was hij overtuigd van de noodzaak een eigen kernmacht te hebben, een “Force de frappe”. Hij voerde het kernwapenprogramma verder uit, dat in 1954 begonnen was. Dit gebeurde onafhankelijk van de NAVO waarvan de Gaulle vond dat die gedomineerd werd door de VSA. Volgens de Gaulle mag Frankrijk nooit zijn bestaan toevertrouwen aan een buitenlandse en dus onbetrouwbare macht. Frankrijk is met zijn 300 kernwapens de derde grootste kernmacht, na de VS en Rusland (onmiddellijk gevolgd door China).

De jaren van zijn presidentschap (1959-1969) worden in Frankrijk herinnerd met groot heimwee en dat is geen verrassing. Het was een tijd van optimisme. Er waren ambitieuze infrastructuurwerken. Nieuwe snelwegen werden aangelegd. Een Frans ruimtevaartprogramma zag het licht. In maart 1969, één maand voor president de Gaulle zou opstappen,  maakte de Concorde zijn eerste testvlucht. Het was het eerste supersonische vliegtuig, een gezamenlijk project van Frankrijk en Groot-Brittannië. In 1962 bewierookte  de Organisatie voor Europese Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) de grote dynamiek van de Franse economie. In 1964 groeide het Franse BBP met 6,4%. In het derde kwartaal van 1968 bereikte de groei een nadien ongeëvenaarde 8%! Vergelijk dat met de groei vandaag van 0,4% in het vierde kwartaal van 2018. President Charles de Gaulle combineerde een linkse sociaaleconomische politiek met een gematigd sociaal-cultureel conservatisme. Het is een winnende combinatie van links en rechts dat aansluit bij het zwaartepunt van de publieke opinie. In Italië maken we vandaag min of meer hetzelfde mee: een regeringscoalitie van de  links soevereinistische beweging Vijfsterrenbeweging onder de leiding van premier Giuseppe Conte1903-Italië-G-Conte (foto), samen met de rechtse regeringspartner van de Lega, o.l.v. vicepremier Matteo Salvini.

Vandaag staat de politiek van rechts in dienst van het mondiale, kapitaalvriendelijke neoliberalisme dat de samenleving uiteen rafelt en grote sociale ongelijkheid creëert. De linkerzijde, vooral zijn grootste component, de sociaaldemocratie, aanvaardt het neoliberalisme. Het is de afwezigheid van het “Gaullisme” in Europa vandaag die de opmars van extreemrechts verklaart. Toen Charles de Gaulle president was werd extreemrechts gemarginaliseerd. Jean-Louis Tixier-Vignancour bijvoorbeeld, de voorloper van de partij van Jean -Marie Le Pen (die deel uitmaakte van de campagne van J.L. Tixier-Vignancour) behaalde slechts 5,2% in de eerste ronde van de presidentsverkiezingen in 1965, tegenover 44,65% voor Charles de Gaulle.

De Gaulle: anti-imperialist

De Generaal was een patriot, maar ook een anti-imperialist. Hij trok Frankrijk terug uit Algerije. Hij ging op bezoek in de hoofdstad Algiers en riep uit: “Je vous ai compris”. Hij trok Frankrijk uit het militaire commando van de NAVO. Hij gaf scherpe kritiek op de Amerikaanse oorlog in Vietnam. Hij kloeg de “bombardementen aan op een klein land door een zeer machtig land”. Hij was één van de eerste Westerse leiders die de behandeling van de Palestijnen door de Israëli’s scherp afkeurde. Hij steunde de ontspanningspolitiek met de Sovjet-Unie. Hij sprak in 1966 over een nieuwe alliantie van Frankrijk met Rusland. Hij geloofde in een Europa van de natiestaten die samenwerken, dat zich uitstrekt van Lissabon tot het Oeral gebergte. Hij blokkeerde twee keer de toetreding  van Groot-Brittannië tot de Economische Europese Gemeenschap (EEG).  Niet omdat hij anti-Brits was. Maar omdat, volgens hem, met de toetreding van Groot-Brittannië je ook de Amerikanen in de EEG binnen haalde. Charles de Gaulle verwierp de indeling van de wereld in twee blokken tijdens de Koude Oorlog. “De wereld is te veelkleurig, en Parijs wilde volop zijn rol spelen in de ontwikkeling van relaties met alle landen ter wereld”, schrijft zijn biograaf Jonathan Fenby. Nogmaals, vergelijk de steun van de Gaulle aan een multipolaire wereld met nationale soevereine staten die samenwerken tegenover de globalistische- Atlantische krachten van links en rechts in Europa, die vanuit Washington geleid worden.

Kunnen wij ons voorstellen dat de Gaulle dictaten van de haviken uit Washington zou aanvaarden die frontaal ingaan tegen de Franse economische belangen? Indien de Amerikanen hadden gedreigd om sancties op te leggen tegen Franse bedrijven, omdat ze zaken doen met Iran, dan zou de Gaulle de eerste vlucht naar Teheran hebben genomen om met Franse zakenlui nieuwe zakencontracten te onderhandelen en af te sluiten.  Hij zou hetzelfde gedaan hebben met de sancties tegen Rusland. Dat zou zijn antwoord geweest zijn als patriot tegen al diegenen die de Franse belangen zouden schaden.

Mei ’68 revolte

Voor de Atlantisten, was de Gaulle een pijnlijk steentje in de schoen. We herinneren eraan hoe sympathiek de CIA stond tegenover de gauchistische studentenopstand in de mei- revolte van 1968. Het was een kans voor “regime change” omdat ze in Washington de Gaulle beu waren met zijn onafhankelijk optreden en  het keurslijf van het Atlantisme en de NAVO verbrak. De kleinburgerlijke studentenopstand werd al gauw afgeleid naar een opstand tegen de Gaulle, zijn soevereinistische en ongebonden opstelling in de Koude Oorlog. Eén van de grote  roepers was  Daniel-Cohn Bendit1904-Cohn-Bendit-Parijs-revolte (foto). Hij was communegenoot in zijn jeugd van de Duitse Groene Joschka Fischer. Beiden waren Atlantisten, en uiteraard graag opgevoerd in de media. Beiden steunden de NAVO-oorlogen in Joegoslavië en Afghanistan. Zij verdedigden in 2005 de goedkeuring van een Europese Grondwet. Op het einde van zijn loopbaan schreef de l mei-“revolutionair”(!) en groene fractieleider in het Europees Parlement Cohn-Bendit (foto -mei ’68) met de liberaal Guy Verhofstadt in 2012 nog een pamflet waarin gepleit wordt voor een Europese superstaat waarin de natiestaten tot folkloristische entiteiten zouden degraderen.

Na de Gaulle, bergaf met de presidenten

De jaren van het presidentschap van de Gaulle waren in velerlei opzichten gouden jaren voor Frankrijk. De Gaulle gaf de Fransen zelfrespect. Het waren gouden jaren voor de economie, wetenschap, technologie, muziek, de kunsten. Sindsdien deed elke president het slechter dan vorige, met zijn opvolger de gaullist Georges Pompidou, met Valéry Giscard d’Estaing, Francois Mitterrand, Jacques Chirac, Nicolas. Sarkozy, François Hollande.

Het dieptepunt is vandaag bereikt met president Emmanuel Macron. Een neoliberale ex-investeringsbankier, ex-minister onder de sociaaldemocraat ex-president Francois Hollande. Macrons hervormingen zijn goed voor de superrijken en draaien de schroef aan voor de werkende klasse, zieken, werklozen en gepensioneerden. Hij wordt terecht de president van “de rijken” genoemd. Hij kreeg als gevolg hiervan in de jaren van zijn presidentschap (2017-) al duizenden vakbondsmensen op de been tegen zijn rijke mensen beleid. Met de al maanden durende beweging van de “Gele Hesjes” werden nieuwe bevolkingslagen aangeboord die het beleid van Macron beu zijn en zijn aftreden eisen. Het gaat om werknemers die leven en werken in kleine steden en dorpen die zien hoe het neoliberaal beleid alleen de globalistische “kerosine-elite” in de grote steden bevoordeelt. Maanden al duren de protesten van de Gele Hesjes. Ex-president Valery Giscard d’Estaing noemt de situatie in Frankrijk een “koude burgeroorlog”.

1904-jaccuse-gele-hesjes

Foto-Linkse Socialistische Partij

“Gele Hesjes” eisen ontslag van president Macron

Met verbazingwekkende arrogantie raadde Macron de Gele Hesjes beweging aan te stoppen met klagen en zich meer op de Gaulle te inspireren, na een ontmoeting met een gepensioneerde die kloeg dat zijn pensioen te laag was om van te leven. Macrons politiek is het omgekeerde van wat de Gaulle deed. De Gaulle stond veraf van de superrijken waarvoor hij geen begrip had. Macron begrijpt de rijken maar niet de gewone Fransman en –vrouw.

Een ander groot verschil tussen de Gaulle en de politici van vandaag is hun houding tegenover het “geld”. Jonathan Fenby zegt daarover in zijn biografie over de Gaulle: “Ondanks het feit dat hij de hoogste functie in de Republiek heeft uitgeoefend gedurende tien jaar, stierf hij in relatieve armoede. In plaats van zijn pensioen als president te aanvaarden, ontving hij enkel zijn pensioen als kolonel. Het contrast tussen de Gaulle en de door geld bezeten politici van een groot deel van links en rechts kan niet groter zijn”.

De Gaulle kon gemakkelijk een dictator geworden zijn. Hij had daarvoor een zeer grote populariteit. Maar daarvoor was de Gaulle te goed. Als democraat was hij van mening dat de politieke partijen (particratie) en de politici de democratie in de weg staan. Hij verkoos het volk te raadplegen over belangrijke kwesties via het referendum. Eén van de beste variaties op de uitspraak van Georges Clémenceau dat “oorlog te belangrijk is om aan militairen over te laten”, is dat “de democratie te belangrijk is om het aan politici over te laten” Als sommige Gele Hesjes vragen dat een generaal in Frankrijk het van ex-bankier en bankiersvriend Macron zou overnemen zullen ze wellicht met heimwee terugdenken aan president de Gaulle. (bewerking bijdrage Neil Clark, “We missen een Charles de Gaulle”, RT)

  • Over mij

    • Miel Dullaert
      °1948 Enkele stipmomenten… Kind en tiener Ik ben geboren in Merksem. Ik behoor tot wat men noemt, de babyboomgeneratie of de eerste
      Meer lezen...
  • Citaat

    De rijken worden rijker, de armen armer,
    daar komen fascisme en oorlog van
    (J. Kruithof,prof. Filosofie RUGent, 1929-2009)

  • Edward ELGAR, NIMROD

  • Tag cloud

  • Deel onze pagina op:

    © Copyright 2024 ‐ Miel Dullaert ‐ Alle rechten voorbehouden

    Disclaimer | Privacybeleid

    Webdesign by Eye