Beste vrienden,
Welkom op deze 9e Trefdag van sociaal-flaminganten op 7 december 2013. Begin vorige maand herdachten we onze doden, en in deze donkere weken krijgt het gezegde van de dichter “de dood is niet het volledig einde, je moet nog sterven bij de andere” voor vele mensen een concrete invulling. Toon Roosens mag dan al tien jaar geleden – op 30 oktober 2003 – overleden zijn, zijn familie, weduwe, vrienden, blijven hem zich herinneren als een Vlaming van formaat in de galerij van vele Vlamingen die hun veelzijdige capaciteiten en hun dadendrang ten dienste stelden van de emancipatie van ons volk.
Iedereen is het erover eens, Toon heeft heel wat bijgebracht op het vlak van de reflectie over het reilen en zeilen van de progressieve beweging in Vlaanderen. Heilige huisjes werden door Toon, advocaat en woonachtig te Brussel, niet gespaard. Wat Toon Roosens intellectueel zo inspirerend maakt is dat hij de invulling van die strijd voor de emancipatie van ons volk in zijn denken holistisch benaderde, als tegengesteld aan het al te fragmentarische denken. We beschikken in onze samenleving over ontelbare specialisten, soms tot in het absurde toe. Maar het zijn witte merels die gespecialiseerd zijn in het globale denken over mens en maatschappij.
Om tot dat globale denken te komen maakte Toon drie grote intellectuele bewegingen: als jongeman, als democraat en als taal- en cultuurflamingant wilde hij niks te maken hebben met het autoritair en racistisch denken dat aan de basis lag van wat Toon noemde de “extreemrechtse ontsporing van de Vlaamse beweging” voor en tijdens de tweede wereldoorlog. Twee. Na de studie van het Russisch marxisme verwierp hij de opvatting van het leninistisch “internationalisme” dat de nationale staat en het nationale gevoel slechts bijproducten zijn van het kapitalisme. Hieruit zou volgen dat de arbeidersklasse slechts haar eigen project kan realiseren in de mate zij bewust het nationalisme als politieke factor afwijst en bestrijdt. De derde intellectuele beweging sloot het best aan bij zijn holistische benadering via de studie van het marxisme van de Italiaanse communist Antonio Gramsci en aangevuld met de studie van niet -marxisten zoals de klassieke economen, politieke filosofen (machiavelli,..), de sociologen van de geografie,…Ook de studie van K. Marx’ schoonzoon, Paul Lafargue bracht inspiratie met het in 1882 uitgegeven werk over “les luttes de classe en Flandre” .
Beste vrienden,
Met het omarmen van het Gramsciaans marxistisch denken getuigde Toon ook van durf en moed als we weten dat hij afkomstig was uit een christelijk-sociaal voelend milieu (midden een regio van het Daensisme), in volle Koude Oorlog en actief in een Vlaamse beweging waar de meesten dachten dat je van het woord marxisme en communisme bokkenpoten en duivelshoorns kreeg.
Er waren twee terreinen waar de fragmentatie hem het meest bekommerde: één, de splijting tussen de Vlaams- nationale beweging en de arbeiders- en brede sociale beweging en twee, de postmodernistische opvatting van het individualisme ingevuld als kosmopolitisme.
Het is in deze inleiding niet de plaats om uitgebreid in te gaan op beide thema’s. Maar voor Toons denken, geïnspireerd op A. Gramsci, was het duidelijk dat de klassenstrijd speelt binnen een welbepaalde nationale, sociaal-culturele ruimte. Hij vertaalde dit magnifiek naar de Belgische en Vlaamse “culturele ruimte” in zijn essay van 1981. De alleenheerschappij van een klasse hangt niet zozeer af van haar controle op het staatsapparaat, die het haar moet mogelijk maken desnoods de wettelijke dwangmiddelen in te zetten (politie , leger, gerecht). Essentieel is dat de ondergeschikte groepen de levensbeschouwing, de ethiek, de ideologie van de leidende klasse aanvaarden als algemene maatstaf voor het denken en handelen binnen de nationale ruimte. Gramsci introduceerde het U welbekende “hegemoniebegrip”. De ideologie van de heersende klasse kan niet anders zijn dan deze van de nationale cultuur. Gramsci overstijgt zo de tegenstelling van het leninistisch marxisme tussen klassenstrijd en nationalisme. “Nation building” ten bate van het volk kan slechts doorheen een lang proces van klassenstrijd op het ideologische, sociaaleconomische en politieke vlak.
Toon kon ook tekeer gaan tegen het postmodernistisch individualisme alsof de mens zich tot een “autonoom individu” kan ontwikkelen en zich als het ware kan emanciperen door “als burger uit de maatschappij te stappen”. We citeren voor één keer Toon: “Zich identificeren met zijn eigen natie, zijn cultuur en onderliggende klassen is een rechtse zonde geworden en van klassenstrijd spreekt men zelfs niet meer. Deze houding past perfect in de strategie van het mondiaal kapitaal. Via media, reclame en onderwijs wordt de illusie geschapen dat het individu – bevrijd van een aantal verouderde maatschappelijke bindingen- al surfend op internet – op weg is naar het verlicht burgerschap, het kosmopolitisme. Krachten van het wereldwijd kapitaal voeren overal een offensief om de sterkste krachten van het collectieve handelen van de mensen, de klasse en natie te neutraliseren. Want, de heersende klasse weet zeer goed, dat buiten deze twee grote solidariteitsbanden, de mens niet in staat is tot historisch handelen en machteloos is overgeleverd aan de willekeur van de bestaande machtsstructuren”. – einde citaat-
Aansluitend hierop durven wij de lectuur of herlezing warm aanbevelen van zijn publicaties. Ondermeer zijn essay van 1981 “De Vlaamse Kwestie, pamflet van een onbegrepen probleem” (Kritak), het door het maandblad Meervoud uitgegeven speciaal nummer n.a.v. de 70e verjaardag van Toon in oktober 1999 met een bloemlezing van zijn voornaamste opstellen en het in 2000 verschenen vredescahier (nr.4) “mondialisering” uitgegeven door de vzw Vrede.Niet alleen hield Toon zich bezig met reflectie en het schrijven van zijn essays en talloze opstellen. Hij was ook een man van de georganiseerde actie. Hij kon dat omdat hij ook een groot organisatietalent was. Het is onbegonnen werk hier een oplijsting te maken van datgene waarin Toon een rol heeft gespeeld in de tweede helft van vorige eeuw. Wat in elk geval duidelijk is, hij had ook een grote dadendrang om waar mogelijk in de praktijk bij te dragen wat hij theoretisch verworven had. De jonge advocaat Roosens organiseerde in een eersterangsrol mee de marsen op Brussel, de mars op Antwerpen begin van de jaren zestig, hij organiseerde het niet-partijpolitiek verzet tegen het Egmontpact. Roosens engageerde zich als niet-communist in het Frans Masereelfonds, hij werd er van 1978-1987 voorzitter van. Hij lag aan de basis van de oprichting van het Vlaams Huis in 1998, in de Drukpersstraat. Hij was ook de uitvinder van het “Marshallplan voor Wallonië”, waaraan een speciale Meervoud- uitgave werd besteed (1998) en vandaag staat een nieuwe uitgave in de steigers om geactualiseerd te worden.
Wie hem goed kende wist dat hij een grote afkeer had om van hem een soort icoon te maken waarrond de sociaal- flaminganten een steriel nostalgisch genootschap zouden vormen. Na het overlijden van Toon in 2003 hebben de sociaal- flaminganten die hem omringden in de geest van hem de draad verder opgenomen, onder het motto “Vlamingen Vooruit”.
Na 10 jaar mogen we zeggen dat Sociaal flaminganten in de meest verschillende milieus actief zijn: in de N-VA, in de Vlaamse Volksbeweging, in het Priester Daensfonds, in Meervoud, in de Vlaamse Socialistische Beweging-V-SB, als syndicaal militant in de grote vakbonden, in de vredesbeweging, in de Gravensteengroep. In die omgevingen en andere pogen zij met de erfenis van Toon creatief om te gaan om het sociaal- flamingantisme aan invloed en aanhang te doen winnen.
Er werden vlak na het overlijden van Toon in dat verband twee initiatieven genomen. Toon had nog plannen voor het schrijven van een synthese over zijn denken en doen gedurende zijn voorbije leven. Maar het heeft niet mogen zijn. Er werd dan een soort plan- B ontrold. Vooral het bundelen van zijn voornaamste inzichten in “De Rode Tong van de Leeuw”. Een boek dat in 2005 verscheen en dat een groot succes kende (en dat we aan de deelnemers hier aanwezig nog eens warm aanbevelen). Hieraan werkten een hele reeks sociaal- flaminganten mee waaronder zijn generatiegenoten en “compagnons de route”, de filosoof Ludo Abicht en de Vlaamse communist en vroeger partijvoorzitter van de KP, Jef Turf.
Een tweede initiatief: Eén jaar na het overlijden van Toon werd gestart met het organiseren van de jaarlijkse Trefdagen voor sociaal flaminganten, waar ontmoeting en reflectie de belangrijkste oogmerken zijn. Inmiddels werden er elk jaar (behalve 2012), door de inzet van velen, met bescheiden middelen, Trefdagen georganiseerd in Deerlijk , Geraardsbergen, Aalst, Antwerpen(2), Gentbrugge en Brussel(3). Belangrijke thema’s kwamen aan bod. We denken ondermeer aan de mondialisering, de Trefdag over de strijd tegen het ontwerp van Europese Grondwet waar de SP-Nederland actief aan mee werkte (bij monde van de spreker Harry Van bommel, buitenlandspecialist van de SP), de toekomst van Brussel in Vlaanderen, de internationale solidariteit, de rol van de Vlaamse intellectuelen.
Vandaag organiseren we dus de 9e Trefdag.
We zijn blij U drie ervaren sprekers te kunnen voorstellen die het gedachtegoed van Toon en A. Gramsci zullen trachten te actualiseren. Deze voormiddag zal de voorzitter van het Priester Daensfonds aan het woord komen, Johan Velghe (11.30u tot 12.15u).
Omstreeks 12.15u pauzeren we tot ongeveer 13.30u
In de namiddag komen twee sprekers aan bod (13.30u-14.15u) met Edi Clijsters, oud-journalist en –diplomaat, lid van de Gravensteengroep die over de Vlaamse beweging anno 2014 zal spreken (in het kader van een sputterende EU en een mondiale economische crisis) waarin hij ook zal verwijzen naar de N-VA-standpunten.
Daarna komt Peter De Roover aan het woord (14.15u-14.45u) (oud-VVB-voorzitter en hoofdredacteur Doorbraak) die ons zal onderhouden over de Vlaamse Beweging anno 2014: zwijgende Godsvrede of doorleefd pluralisme”?
Daarna hebben we een panelgesprek tussen de drie heren , met natuurlijk actieve deelname van het publiek.
Tot slot zal Joost Vandommele (15.30u-16.15u) een historisch overzicht geven over de Vlaamse denkers, waarin Toon zal gesitueerd worden.
We eindigen deze dag omstreeks 16.15u
Beste vrienden,
Sedert het overlijden van Toon Roosens is er in het afgelopen decennium veel veranderd.We leven in een tijd van verscherpte tegenstellingen zowel op sociaaleconomisch vlak (neoliberale beleid) tussen de elites en het volk als tussen de naties en de supranationale instellingen met op kop de Europese Unie die als een octopus de Europese naties dreigt te verstikken. Eind 2008 kenden we de trieste en vaak dramatische uitkomst van 30 jaren deregulering van de financiële markten. Steeds scherper worden de werkende mensen getroffen in hun sociale zekerheid en welzijn om niet te spreken van een steeds verdere uitholling van wat er nog aan democratie overblijft.
Tegelijk neemt het volksverzet toe, ook in Europa Het theater van het verzet is nationaal, gekleurd door de nationale tradities, cultuur en krachtsverhoudingen tussen de klassen.De sociaal- flaminganten moeten in Vlaanderen daarin hun plaats verwerven om de crisis te helpen ombuigen tot een strijd voor Vlaamse ontvoogding, zelfbeschikkingsrecht, volkswelvaart en –welzijn.
Miel Dullaert,
Brussel, 7 december 2013.