70 jaar geleden: Julien LAHAUT vermoord

Op 18 augustus 1950, 70 jaar geleden, werd de communistische leider Julien Lahaut (foto standbeeld kerkhof Seraing in de deuropening van zijn huis in Seraing dood geschoten door een moordcommando vanop een halve meter afstand met een zware Amerikaanse revolver colt-45. Jarenlang bleef het onduidelijk voor het publiek wie de daders en opdrachtgevers waren. Vanuit de gerechtelijke mallemolen heerste onbekwaamheid of onwil. Het is door minutieus en geduldig graafwerk van historici en journalisten dat na vele jaren een antwoord werd gegeven op de vraag: “Wie heeft Lahaut vermoord? ”(*) (**)De moord op de communistische leider Julien Lahaut (foto) heeft 35-65 jaar moeten wachten voor opheldering, niet dankzij, maar ondanks het justitieapparaat. Consciëntieus, volhardende historici hebben klaarheid gebracht. We verwijzen naar de twee belangrijkste standaardwerken die daarover verschenen zijn: één studie in 1985(*) en een studie in opdracht van de bijna éénparige Senaat in een resolutie van 9 december 2008, die een onderzoeksopdracht gaf aan het federale Studiecentrum Oorlog en Maatschappij (CEGOSOMA). De studie, die verscheen in 2015, sloeg in als een bom omdat bleek met naam en toenaam hoe actief de Belgische elite betrokken was bij de moord (**).

Het spook van het communisme

Het anticommunisme van rechts én sommigen van links is ouder dan het communisme zelf. Het is de voortzetting van een politiek van de heersende klasse tegen de strijd van de progressieve – en arbeidersbeweging sinds de 19e eeuw voor democratie en socialisme. Vandaag, nu het communisme verdwenen is als organisatie en  machtsfactor, bestempelen rechtse woordvoerders een beweging nog steeds als “communistisch” als hun voorstellen hen niet aanstaan. De liberale gouverneur van de Nationale Bank Pierre Wunsch noemde recent zelfs “Wallonië communistisch”. N-VA-voorzitter Bart De Wever noemt de PVDA-PTB de ‘echte’ communisten, maar de groenen en sociaaldemocraten ‘groene en roze communisten’.  Ultra liberaal Prof. Marc De Vos noemt in een commentaar in Trends op het monumentale werk van Thomas PikettyKapitaal en Ideologie” de auteur een “communist”, omdat hij in duizend bladzijden de sociale ongelijkheid analyseert. De communistische rangen groeien tegenwoordig snel aan in de koppen van rechts en ultra liberalen. We wensten dat het waar was.

In vorige eeuw moesten communisten hun land ontvluchten (Lenin bijv.), werden aangehouden, gevangengezet en zelfs vermoord. De jonge Italiaanse communist en theoreticus Antonio Gramsci (foto) kwijnde weg in de kerkers van dictator Benito Mussolini. Tijdens de oorlog kwamen ook duizenden communisten om het leven in partizanengevechten in Europa en in de Sovjet-Unie. Niettemin hadden ze een grote inbreng in de overwinning op Hitler. Na de oorlog kwamen de Sovjet-Unie en hun bondgenoten in West-Europa vnl. de communistische partijen van Italië, Frankrijk, Joegoslavië, Griekenland, België (“De KP, de partij der gefusilleerden”) met veel prestige uit de bloedige strijd. Er was na de oorlog veel belangstelling en geestdrift voor een overgang van het kapitalisme naar een socialistisch systeem. De crisis van de jaren dertig en de eruit voortkomende wereldoorlog hadden velen de ogen geopend.  Ook eerder conservatieve, soevereinistische  stromingen, zoals deze van  president Charles De Gaulle (foto) grepen naar socialistische beleidsrecepten. De communistische verzetsbewegingen in Frankrijk en Italië, Griekenland, Joegoslavië,… behaalden hoge electorale scores. Ook in België. De KP in België werd bij de verkiezingen van 1947 de derde partij in het land, na de CVP en de BSP. Tussen 1944 en 1947 zetelden vier communistische ministers in de Belgische regering. Ook syndicaal stond de KP sterk. De communistische eenheidssyndicaten lagen mee aan de basis van de oprichting van het Algemeen Belgisch Vakverbond (ABVV)

De wortel en de stok

Om die vloedgolf aan sympathie voor het socialisme en de democratie in Europa te stoppen en het “rode gevaar” te neutraliseren reageerden de elites in de VS, die de dominante machtsfactor waren geworden in het wereldkapitalisme, met de wortel van belangrijke democratische hervormingen op het vlak van volkswelvaart (sociale zekerheid) en democratische rechten (sociale wetgeving, vrouwenstemrecht). Maar die toegevingen gingen ook gepaard met de “stok” van de Koude Oorlog. De draad van voor de tweede wereldoorlog namelijk het socialistisch experiment van de Sovjet-Unie en de communisten als vijand, werd na de oorlog terug opgenomen. Ook omdat de Sovjet-Unie door zijn steun aan succesvolle anti- imperialistische, anti- koloniale bewegingen (Lumumba, Soekarno, Castro, Mao, Ho Tsji-Minh, Mandela bijv.) dè grote boeman werd. De Sovjet-Unie was “Het rijk van het kwaad” zoals president Ronald Reagan in de jaren tachtig van vorige eeuw nog stelde. Om zich tegen die vijand, dat monster te verdedigen moest elk Westers land beschutting zoeken achter het NAVO-schild. De eerste secretaris-generaal van de NAVO de Britse generaal Lord Hastings Lionel Ismay zag de rol van de rol van de NAVO: “De Duitsers onder de duim houden, de Russen buiten Europa en de VS in Europa”. En wel middels de aankoop van de nieuwste wapens van het Amerikaans militair-industrieel complex werd West-Europa een Atlantisch voogdijgebied van de VS en een enorme afzetmarkt (de afscheidnemende Amerikaanse president en top generaal Dwight Eisenhower, waarschuwde in 1961 in zijn afscheidsspeech voor de gevaren van het militair-industrieel complex dat alle belang had bij een Koude Oorlog met een vermenging van de belangen van de wapenindustrie, de politieke top, de ideologie en de militairen).

De moord op Lahaut: geen fait divers

De moord op de Belgische communistenleider Julien Lahaut was dus geen fait divers, ze kaderde in een wereldwijde strijd van het Amerikaans imperialisme en hoogste politieke-militaire top en zakenkringen tegen het socialisme. In de VS werd onder Senator Joseph R. McCarthy een echte heksenjacht op al dan niet echte ‘rooien’ en ‘communisten’ georganiseerd. Vele Amerikanen kwamen op een zwarte lijst terecht. Er werden concentratiekampen gepland om rooien en linksen op te sluiten indien nodig. Progressieve Amerikanen werden onterecht verdacht gemaakt, kregen een beroepsverbod, vielen zonder werk. Sommigen werden ziek en stierven. Anderen maakten van de nood een deugd en werden succesvolle zakenlui, die vaak in stilte steun gaven aan progressieve bewegingen in de VS. Amerikaanse acteurs, regisseurs, scenarioschrijvers moesten hun ziel verkopen aan het systeem, dus collaboreren. Boeken en theaterstukken werden onder een valse naam uitgebracht. Er werd ooit een prijs voor het beste scenario uitgereikt aan een zekere Robert Rich, wat in die dagen het pseudoniem was voor Dalton Trumbo. Ook in West-Europa ging het hard. In West-Duitsland werden communisten, die de grootste tegenstanders van het Hitler-regime geweest waren, vervolgd onder de christendemocratische kanselier Konrad Adenauer, terwijl zijn administratie tot op het hoogste niveau vol zat met nazi’s. In Italië werd de populaire christendemocratische leider Aldo Moro (foto Libération) vermoord in 1978, wellicht omdat hij actief samenwerking zocht met de op één na grootste partij in Italië, de Italiaanse communistische PCI.

Terreur                                                                            

Dat alles inspireerde in België, een zekere André Moyen, een rechts katholieke Waal en nummer twee van de Belgische contraspionage. Naast zijn officiële functie gaf de man ook leiding aan het Belgische Anticommunistische Blok (BACB). Het was een paramilitaire groepering, die terrorisme niet schuwde. Overal in Europa ontstonden toen paramilitaire netwerken voor anticommunistische spionage en agitatie, de zogeheten “stay-behind” of “Gladio”. Het waren per land terroristische groeperingen, maar opereerden met steun van de staat, de CIA  en de NAVO. Centraal bij hen stond de strategie van de “spanning”. De moord op Lahaut was niet de enige gewelddaad die door Belgische anticommunisten werd begaan. Reeds In 1948 was er binnen het Antwerpse BACB een plan voor een aanslag op Lahaut. In Frankrijk grepen vanaf 1947 geregeld bomaanslagen plaats tegen communistische lokalen met een dieptepunt in 1950 toen in oktober er een poging was tot aanslag op de Franse PCF-leider Jean Duclos. In juli 1948 werd een moordaanslag uitgevoerd tegen de Italiaanse partijleider Palmiro Togliatti, en één jaar later werd gepoogd de Japanse communistische leider Kyuichi Tokuda te vermoorden. Tot 1950 bleef het in België op het stuk van aanslagen rustig. Terreur begon tegen communisten in België tijdens de volksraadpleging rond koning Leopold III (maart 1950). Tussen augustus 1950 en augustus 1951 bereikte hij een hoogtepunt. 11 augustus 1950, de nacht van de uitroep ‘Vive la République” in het parlement ontplofte een bom tegen de nationale KP-zetel in de Stalingradlaan te Brussel; 18 augustus 1950: de moord op Lahaut; 18 februari 1951: nieuwe bomaanslag tegen de nationale KP-zetel;  11 maart 1951: inslaan van de ruiten van de  zetel van de KP-federatie Brabant; 12 maart 1951: aanslag met granaten tijdens een feest van het Rassemblement des Femmes pour la Paix; 25 maart 1951: aanslag met granaten tijdens een KP-meeting in de Brusselse Madeleinezaal. Meer dan eens werden pogingen ondernomen om documenten bij communisten te stelen. Zo werd in 1948 geprobeerd een boekentas te ontrukken aan senator Paul Libois. Dat mislukte. Maar op 27 augustus 1951 slaagde een groepje anticommunisten erin  een boekentas te ontrukken van een partijmilitante Frederika Stern, boekhoudster van een communistische boekenwinkel in Brussel.

Grote bedrijven en de staat direct betrokken

De belangrijke ontdekking van de historici die het onderzoek in 2015 uitbrachten (**) is dat het anticommunistisch netwerk van André Moyen gesponsord werd door het kruim van Belgische grootkapitaal. De Société Générale was er rechtstreeks bij betrokken. Die bank-holding was een financiële octopus die 30% van de Belgische economie controleerde. Haar vangarmen spreidden zich uit naar de staalnijverheid, de zware industrie en naar de grondstofontginningen in Congo (waaronder uranium, een belangrijke grondstof voor de ontwikkeling van atoomwapens). Het boek dat in 2015 uitkwam sloeg in als een bom vooral omdat met naam en toenaam de bedrijven en politici worden vernoemd. In het boek wordt duidelijk dat het Belgisch Anticommunistisch Blok (BACB) werd gesponsord door het Congolese filiaal van de Union Minière (vandaag Umicore) en de holding Brufina, de financiële arm van de Bank van Brussel (tegenwoordig opgegaan in ING). Van de Union Minière kreeg het BACB bijvoorbeeld een lokaal in het centrum van Brussel, in de Komediantenstraat. In ruil kregen de bedrijven de namen van communisten in hun bedrijven (FN Herstal, Forges de Zeebrugge, ACEC, steenkoolmijnen,…) en van Congolezen die het wat ’te bont’ maakten. Op 18 augustus 1950 plegen François Goossens, Jan Hamelrijck en de broers Alex en Eugène Devillé, allemaal uit Vlaams katholieke, extreemrechtse hoek, de moord op Julien Lahaut. Bij de gerechtelijke politie en instanties tot op het niveau van eerste minister Joseph Pholien (CVP, vandaag CD&V) was de identiteit van de moordenaars gekend, voor en na de moord. Net zoals de grote bedrijven kreeg de minister van Binnenlandse zaken Albert De Vleeschauwer (CVP) van Moyen “maandelijkse aantekeningen”, dit tot in 1961, in totaal 1.100. Het BACB handelde duidelijk onder de radar als geheime anticommunistische militie in dienst van de grote bedrijven en de Belgische staat in het geopolitieke kader van de Koude Oorlog.

Strategie van de ‘spanning’

70 jaar geleden werd Julien Lahaut vermoord (1884-1950). Hij was zoon van een arbeider en zelf ook arbeider. Tijdens de Eerste Wereldoorlog vertrekt hij naar Rusland om mee te werken aan de revolutie van Lenin en cs. Vier jaar later na grote omzwervingen keert hij terug vol bewondering en inspiratie. In 1921 leidt hij een lange staking tegen het advies in van de vakbondsleiding. Hij  wordt uitgesloten. Lahaut wordt lid van de KP en wordt in 1932 verkozen als lid van de Kamer van Volksvertegenwoordigers (wat hij bleef tot de moord in 1950). In de oorlog is hij lid van het verzet en wordt in 1941 opgepakt door de Gestapo. Hij wordt gefolterd en gedeporteerd naar Neuengamme. Hij wordt ter dood veroordeeld en overgebracht naar Mauthausen. Het kamp wordt bevrijd vooraleer zijn executie wordt voltrokken. Hij engageert zich tegen de terugkeer van Leopold III door velen beschuldigd van collaboratie met de Duitse bezettingsmacht. Als rechts in maart (referendum) en in juni 1950 de verkiezingen wint Leopold III.(foto) Er breken stakingen en oproer uit. Leopold III doet afstand van zijn troon in 1950. Als Boudewijn op 11 augustus de eed aflegt weerklinkt in het parlementair halfrond “Vive la République”. De regime pers schrijft deze uitroep toe aan Julien Lahaut. Later komt uit dat zijn kameraad, het Henegouws parlementslid Georges Glineur de auteur ervan was. De moord op Julien Lahaut maakte deel uit van de strategie van de spanning. De moordenaars, hen hun beschermers in de schaduw, poogden met die moord een gewelddadige reactie van de communisten uit te lokken. Dat zou de Belgische staat verplichten hen buiten de wet te stellen. Daarna zou een politieke heksenjacht volgen om af te rekenen met de communistische invloed in België en ook breder met elke democratische en syndicale beweging die het regime contesteren. De communisten waren zo wijs niet gewelddadig te reageren. Er waren wel stakingen in Wallonië, maar op de begrafenis van Julien Lahaut waren er in Luik- Seraing 200.000 arbeiders en bedienden, mannen en vrouwen die de lijkwagen vreedzaam volgden. (foto)

Illustration picture of communist leader Julien Lahaut’s funerals.Julien was murdered on 18 August 1950. (BELGA ARCHIVES)

De moord op Lahaut was ook een provocatie om de spanning op te drijven. Een wanhoopspoging om én koning Leopold III en het “ rechts autoritarisme” nog een kans te geven. Maar dit botste op de Amerikaanse Koude Oorlogspolitiek in West-Europa, die streefde naar een sociale consensus binnen de Europese landen en tegelijk een politiek-militaire, Atlantische consensus in de confrontatie met de ex-geallieerde Sovjet-Unie, die nu de grote boeman was geworden.

(*)Rudi Van Doorslaer- Etienne Verhoeyen, “De moord op Lahaut”, het communisme als binnenlandse vijand, 233 blz., Kritak uitgeverij, 1985.

(**) Emmanuel Gerard, Widukind De Ridder, Françoise Muller,  Federaal Studiecentrum Oorlog en Maatschappij (Cegesoma), “Wie heeft Lahaut vermoord?”, de geheime Koude Oorlog in België, 335 blz., Davidsfonds uitgeverij, 2015.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

  • Over mij

    • Miel Dullaert
      °1948 Enkele stipmomenten… Kind en tiener Ik ben geboren in Merksem. Ik behoor tot wat men noemt, de babyboomgeneratie of de eerste
      Meer lezen...
  • Citaat

    De Journalist is de historicus van zijn eigen tijd
    (Oriana Fallaci, Italiaanse journaliste 1929- 2006)

  • Edward ELGAR, NIMROD

  • Tag cloud

  • Deel onze pagina op:

    © Copyright 2024 ‐ Miel Dullaert ‐ Alle rechten voorbehouden

    Disclaimer | Privacybeleid

    Webdesign by Eye