De confrontatie tussen beide grootmachten, de VS en China, neemt steeds scherpere vormen aan. Zowel op het vlak van de handelsrelaties, de woordenstrijd, juridische en militaire plagerijen. Het lijkt op een nieuwe Koude Oorlog. Zullen de VS Europa ertoe kunnen brengen te kiezen voor de VS en tegen China? Of zal Europa kiezen voor een autonome koers?
Vaak wordt de financiële crisis van 2008 geduid als een wereldcrisis. Maar in feite was het de crisis van toen al dertig jaar gegroeide neoliberale deregulering van het Westers financieel systeem. Deze economische crisis van 2008 werd al voorafgegaan door een geopolitieke crisis in het Westen. De crisis werd veroorzaakt door de Verenigde Staten (+Groot-Brittannië), die Irak in 2003 aanvielen en bezetten op grond van leugenachtige voorwendsels. Het was de eerste keer in deze eeuw dat NAVO-bondgenoten zoals Frankrijk en Duitsland zich distantieerden van de Amerikaans- Britse initiatief.
Terwijl de Westerse economieën door de crisis van 2008 zwaar getroffen werden en de overheden, dus de belastingbetalers, mochten opdraaien voor de aangerichte ravages, bleven de Aziatische economieën grotendeels buiten schot. Vooral de economie van China bleek over een grote dynamiek te beschikken, kende geen crisis en velen in het Westen openden de ogen voor die nieuwe realiteit. Er kwam stilaan een einde aan de illusie “dat de Verenigde Staten China konden amerikaniseren, dat ze democratisering konden stimuleren en een vrije markt konden afdwingen. Het Amerikaanse messianisme betekende vaak niet meer dan een rechtvaardiging voor winstbejag in een autoritaire samenleving. De Chinese leiders zelf gaven steevast aan dat zij de amerikanisering niet hoefden, dat de één partijstaat tegen elke prijs moest verdedigd worden en dat er een nieuwe wereldorde moest komen die de invloed van de Amerikanen aan banden zou leggen”. (Prof. Jonathan Holslag, VUB Knack, 20 mei 2020,). Men mag zeggen dat het eerste decennium van de 21e eeuw de kanteljaren waren voor de afnemende geloofwaardigheid van het Westen (Irak, Bankencrisis 2008) terwijl de geloofwaardigheid van China in het tweede decennium mondiaal groeide, vooral in de periferie van de Westerse landen.
Thomas Piketty over de economie China-Europa
Er is niet alleen de financiële crisis van 2008 waarvan we de gevolgen nog altijd dragen. Met de huidige Covid-19 pandemie is gebleken hoe verzwakt het Europese weefsel van de welvaartsstaten en zelfs de markteconomie is geworden. Veertig jaar neoliberalisme heeft Europa kwetsbaar gemaakt. Er is niet alleen het gekende voorbeeld van de mondmaskertjes die van 10.000 km ver, onder meer uit China, moesten aangevoerd worden. Omwille van lage arbeidskosten, het ontlopen van milieuregels, en belastingen te ontwijken om aandeelhouders te behagen, werd het mogelijk dat de productie van noodzakelijke geneesmiddelen van het Westen naar Azië werd versast. De opkomst van China is ook het werk van Westerse multinationals die in China produceerden met lage lonen, weinig belastingen.
Thomas Piketty, in zijn werk over “Kapitaal en Ideologie” (2019, 1122 blz.) (foto) maakt een grondige een analyse van de economische systemen van China en Europa. Op basis van uitgebreid bronnen onderzoek komt hij tot de volgende vaststellingen. Voor Piketty is de belangrijkste evolutie dat in 1978, het begin van de economische hervormingen in China, het overheidskapitaal in China dicht bij de 70% nationaal kapitaal lag, om in de jaren 1980 en 1990 en tot rond 2000 scherp te dalen. Uiteindelijk stabiliseerde het rond 2005 tot ongeveer 30% van het nationaal kapitaal. Het proces van geleidelijke privatisering van het bezit in China werd rond 2005 onderbroken: het evenwicht tussen staatseigendom en privé eigendom is sindsdien nauwelijks meer veranderd. Gezien de sterke groei van de Chinese economie blijft het privé kapitaal groeien (fabrieken, wegen, bruggen, treinen, auto’s, zonnepanelen, onderzoekscentra, en torenflats worden gebouwd). En dit in een razend tempo. Tegelijk groeit het kapitaal in staatseigendom even sterk. Thomas Piketty: “Het land is een gemengde economie geworden. Het land is niet meer communistisch, maar ook niet helemaal kapitalistisch aangezien staatseigendom nog steeds iets meer dan 30% van het totale eigendom uitmaakt, wat toch substantieel is. Het feit dat ongeveer één derde van alles wat er te bezitten is in het land eigendom is van de Chinese staat, onder de vleugels van de Chinese Communistische Partij (CCP) (red. 90 miljoen leden), bezorgt die de staat aanzienlijke interventiemogelijkheden, die de kans geven te beslissen over de locatie van investeringen, banen te scheppen en regionale ontwikkelingen te sturen”. Piketty verfijnt dit dan per sector. Residentieel onroerend goed is nagenoeg volledig geprivatiseerd. De Chinese staat heeft wel zowat 60% van het totale kapitaal van bedrijven in handen. Dat aandeel is bijna ongewijzigd gebleven sinds 2005. Het bewijst dat het productiesysteem strak in handen wordt gehouden door de staat en de CCP (foto). Daarenboven valt op dat sinds 2005 een aanzienlijke daling waar te nemen valt in het percentage bedrijfskapitaal in handen van buitenlandse investeerders, wat gecompenseerd wordt door een groter percentage bedrijfskapitaal in het bezit van Chinezen.
Piketty onderzocht ook de ontwikkelde kapitalistische landen. In de periode 1950-1970 kon men deze landen ook gemengde economieën noemen met socialistische en kapitalistische kenmerken. In die periode waren de staatsmiddelen aanzienlijk in de vorm van infrastructuren, openbare gebouwen, scholen en ziekenhuizen, staatsbedrijven en financiële belangen in verschillende sectoren. De staatsschuld stond historisch laag. Het grote verschil met nu is dat de Westerse kapitalistische landen geen gemengde economieën meer zijn zoals voor 1980 door de privatisering van openbare middelen, beperkte investeringen (onderwijs, gezondheidszorg) en de voortdurende stijging van de overheidsschuld. Het gevolg is dat het overheidskapitaal in het nationaal kapitaal bijna nul is geworden (minder dan 5%). En zelfs negatief voor de VS en het Verenigd Koninkrijk. Concreet komt negatief staatsbezit (= meer privé bezit dan staatsbezit) erop neer dat overheden minder speelruimte hebben om grote uitdagingen als klimaat, sociale ongelijkheid, zorg en onderwijs aan te pakken. Het komt erop neer dat privé eigenaren via hun financiële macht niet alleen eigenaar zijn van alle activa en openbare gebouwen en daar rente voor ontvangen (denk aan de “sales and lease” formules), maar ook een toekomstig trekkingsrecht bezitten over de fiscale ontvangsten, die zullen worden gestort door de belastingbetalers. Als het overheidskapitaal na 1980 bij nagenoeg alle rijke landen tot nul is gedaald- of zelfs negatief is – betekent dat allereerst een diepgaande politieke- ideologische transformatie vergeleken met de regimes tussen 1950-1980, toen de staat ongeveer 20 à 30% van het nationaal kapitaal bezat. In die tijd streefde de Westerse overheden ernaar de controle over het privékapitalisme terug te winnen. Tijdens de crisis in de jaren dertig, de wereldoorlogen en de uitdagingen van het communisme hebben de regeringen ervoor gekozen in snel tempo staatsschulden weg te werken om zichzelf meer ruimte te geven. Zo konden ze investeren in infrastructuren van de overheid, onderwijs en gezondheidszorg en overgaan tot de nationalisering van privé ondernemingen. De afname van het staatsbezit na 1980 komt gedeeltelijk voort uit een ommekeer van het ideologisch perspectief met de opmars van het idee dat het staatsbezit buiten de publieke sfeer beter beheerd wordt en daarom moest worden geprivatiseerd.
Uit het voorgaande mag blijken dat in de verhouding tussen Europa en China, de Europeanen structureel verzwakt zijn. De coronacrisis heeft grote zwakheden blootgelegd in de gezondheidssector (foto), maar nu ook zal de sociaaleconomische weerslag enorm zijn, en dit met een vermagerde, skeletachtige overheid die in dienst staat van de “markt” de aandeelhouders, en niet de volkswelvaart. Thomas Piketty: “China lijkt met de structuur van een gemengde economie een duurzame, stabiele plek te hebben gevonden. Het is onmogelijk te voorspellen hoe die economie zich op den duur zal ontwikkelen: de Chinese zaak is in hoge mate uniek in de geschiedenis.” Piketty vergelijkt het met de macht van de Kerken in Europa, in de 16e -18e eeuw, die ongeveer 25 à 30% van de totale eigendommen bezaten, waardoor ze ook de middelen bezaten om de samenleving te structureren en de morele en materiële ontwikkeling te sturen. (Piketty voegt eraan toe dat de vergelijking veelzeggend is, maar niet kan worden gebruikt om de toekomst te voorspellen van het Chinese model).
Europa’s eigen weg?
Natuurlijk, zeventig jaar Atlantisch “bondgenootschap” kan men niet zomaar weggommen. Op elke hoek van de straat, in de cenakels van de politieke en militaire structuren, media en economie kom je de apostelen van het Atlantisme tegen. De vazalstatus van de Atlantisten in Europa gaat ver. Denk aan de economische schade voor Europa door het opzeggen van de VS van het nucleair akkoord met Iran, of het economisch verlies van Duitsland ivm met de sancties tegen Rusland die Duitsland treffen en de VS buiten schot laten. Of de sancties van Washington tegen Europese bedrijven die meewerken aan een aardgasleiding Nord Stream2 onder de Oost- en Noordzee tussen Rusland en Duitsland. Bij de heersende Europese elite is er echter een grote afkoeling ten aanzien van de VS. Verstokte Atlantisten wachten op betere tijden eens Donald Trump weg is. Maar ze vergeten dat de erosie in de relatie tussen Europa en de VS al begon onder Barack Obama,(foto) die zijn aandacht prioritair begon te richten op Azië en China in het bijzonder.
De 21e eeuw begon veel belovend. Vandaag zijn ons inziens de omstandigheden relatief gunstig voor een nieuwer, meer autonoom Europa. Er is nu veel meer afstand in de relaties tussen Brussel en Washington. Zo is bijv. de nieuwe Commissievoorzitter Ursula von der Leyen (foto) sinds haar aantreden vorig jaar nog niet in de VS geweest. Angela Merkel counterde bij het begin van de coronacrisis een poging van de VS om een Duits biomedisch topbedrijf gewoon te kopen dat aan een vaccin tegen het Covid virus werkt. Met horten en stoten, met magere beentjes onder het grote Europalijf, na 75 jaren verdoving onder de vleugels van Washington, gaat Europa richting meer autonomie. Prof. David Criekemans noemt Trump in een artikel in De Tijd (1 juni 2017) “de vroedvrouw van een nieuw Europa”. In zijn verhouding met China zit Europa niet meer op dezelfde lijn als Washington. Angela Merkel neemt openlijk afstand van de Koude Oorlogsretoriek van de huidige VS- ploeg rond Donald Trump die China “nazistisch” noemt, dixit Mike Pompeo, fundamentalistische christen, ex-CIA-baas, nu minister van Buitenlandse Zaken. A. Merkel verklaarde in januari 2020 bij de uitreiking van de “Dr. Henri Kissinger”-prijs: “Wij willen geen nieuwe bipolaire Koude Oorlog tussen de VS en China. Westerse landen moeten China insluiten in een multilaterale wereldorde en Peking als gelijke behandelen”. De Westerse wereld moet volgens A. Merkel voorkomen dat China geïsoleerd geraakt en er een bipolaire wereldorde ontstaat zoals tijdens de Koude Oorlog tussen de VS en de Sovjet-Unie. De Europese Commissie o.l.v. Ursula von der Leyen (foto Goele Janssen) is het daar grotendeels mee eens (zie verder)
Het blijft niet bij woorden. Tegen de wil in van de Amerikanen nam China een aantal internationale economische initiatieven. Eén van de belangrijke initiatieven was de oprichting van de Aziatische Infrastructuurinvesteringsbank (AIIB) in 2014 gelanceerd door China en 22 landen. Bedoeling was bij wijze van start honderd miljard dollar op te halen voor infrastructuur in Azië. Een bedrag dat iets onder dat van de Aziatische ontwikkelingspoot van het IMF (160 miljard) en van één derde van dat van de Wereldbank lag. De Amerikanen zagen dit als een frontale aanval op de door hen gecontroleerde instellingen het IMF en de Wereldbank. De Amerikanen oefenden druk uit op hun bondgenoten om niet mee te doen. Het belangrijke in dit verhaal is dat de “bondgenoten” zich weinig gelegen lieten aan de druk van de Amerikanen. Zo behoorden Thailand, de Filipijnen en Singapore tot de oprichters. Erger nog voor de Amerikanen, hun beste bondgenoot, het Verenigd Koninkrijk, maakte zonder overleg bekend dat het ook een aanvraag voor lidmaatschap had ingediend. De dominostenen vielen verder. Belangrijke Europese staten zoals Frankrijk en Duitsland sprongen mee op de Chinese wagen en zijn lid geworden van de AIIB. Dat initiatief werd enthousiast onthaald in Azië dat volgens berekeningen nood heeft aan miljarden dollar investeringen in o.m. infrastructuur. Ook was er enthousiasme omdat in tegenstelling tot de door de Amerikanen gecontroleerde IMF en Wereldbank, China geen neoliberale geopolitieke voorwaarden koppelt. Terwijl de VS wel bepalen en bestraffen met wie je al dan niet handel mag drijven.
Chinezen ontdekken Europese landen
In de zwakke periferie van Europa, de Balkanlanden, krijgen de Chinese staatsbedrijven stevige voeten aan de grond. We denken aan Servië. Servië en de Chinezen liepen tijdens de oorlog tegen Servië, in de jaren negentig van vorige eeuw, trauma’s op door de NAVO-bombardementen. Voor de eerste keer in de naoorlogse geschiedenis bombardeerde de NAVO een Chinese ambassade in Belgrado. De ambassade werd één rokende puinhoop met vele Chinese doden van het ambassadepersoneel. Terwijl de EU tracht Servië in een exclusieve relatie met het Westen te dwingen wil Servië daarentegen, in de traditie van de niet-gebonden politieke lijn van president Josip Broz Tito in het voormalige Joegoslavië, positieve relaties met zowel het Westen, Rusland als China. Vandaar wordt Servië steeds verder in de handen gedreven van China. Servië is een strategische toegangspoort tot Europa. Maar China neemt zo ook op zijn manier, met soft power, revanche op de NAVO-bommen op haar ambassade. China investeert met honderden miljoenen euro’s in infrastructuurprojecten. Het organiseert elk jaar een topontmoeting met 16 Oost-Europese en Balkanlanden. Servië deed beroep op Chinese gulle steun in de coronacrisis omdat het van de EU en zijn leden geen of te weinig hulp kreeg. Langs de wegen van Belgrado hangen tientallen billboards met de Chinese vlag, waarin het land wordt bedankt.
China investeert ook sinds 2009 in de haven van Pireaus (Athene), de grootste haven van Griekenland. En dit met politieke steun van de neoliberaal conservatieve regering van premier Georgios Samaras. De haven van Pireaus werd deels geprivatiseerd. Het Chinese staatsbedrijf “China Ocean Shipping Company” (COSCO) trok het laken naar zich toe met miljoenen euro’s investeringen. Nadat de conservatieve machtselite in de verkiezingen van januari 2015 was verslagen door het linkse Syriza nam de nieuwe regeringspartij, één week na haar aantreden, de maatregelen om de verdere privatisering van de haven te stoppen, het memorandum van de trojka (ECB-EU-IMF) in de prullenmand te werpen en belastingvoordelen voor Griekse scheepsmagnaten af te schaffen. De Griekse elite en de Chinezen reageerden woedend op de “politieke hysterie” van de regering Alexis Tsipras. Onder druk van grote Griekse scheepsmagnaten samen met Chinese druk, werd toch Pireaus volledig in handen gespeeld van COSCO die een meerderheidsbelang van 67% verwierf onder de Syriza-regering. Gioros Gogos, een spreekbuis van de militante dokwerkers, stelt dat sinds de komst van de Chinezen er een andere wereld is ontstaan in de haven. Net voor zijn kantoor in Pireaus heeft een militant op de muur “Weg met de Chinese kolonisator” geschilderd. Dimitrios Batsoulis, een ex-kraanman werd ontslagen toen hij na een werkongeval, samen met andere collega’s, voor meer veiligheid op het werk pleitte bij de bazen. Volgens hem is er een “complex watervalsysteem van onderaannemers ontstaan dat maakt dat de chinezen niet aansprakelijk kunnen gesteld worden op inbreuken op de Griekse arbeidswetten”. In verband met de verovering van de haven van Pireaus merkte sinoloog Bart Dessein (UGent) op dat “de recente expansiewoede in Europa in de eerste plaats een commerciële zet lijkt. China heeft lang geaarzeld zijn economische kracht in de internationale politieke arena uit te spelen. Ook spelen binnenlandse factoren mee. Peking verliest steeds meer zijn greep op de staatsbedrijven. Het land kampt met problemen in afvallige regio’s. De Nieuwe Zijderoute is een manier om internationaal samen te werken zonder de interne winkel te verstoren”. (Bron: MO-magazine, Tess Vonck, sinologe, “Pireaus, China’s toegangspoort tot Europa”, 11 augustus 2016)
Vlaanderen
Ook hier in Vlaanderen zijn de Chinezen aanwezig, zij het eerder bescheiden. In West Europa gaat het gros van de Chinese investeringen naar Frankrijk, Duitsland en Groot-Brittannië. In ons land participeren de Chinezen in grote koopcentra (Wijnegem, Sint-Niklaas), in Volvo (800 miljoen), Kruidvat (foto), het Deurganckdok Antwerpen, en de financiële instelling Delta Loyd. Ook zijn er vandaag treinverbindingen tussen Antwerpen, Luik en belangrijke Chinese metropolen. Vandaag zijn er drie treinen per week naar Luik vanuit Yiwu, Zhengzhou. In Luik om vooral het Chinese e-bay bedrijf Alibaba te bevoorraden (De trein doet er 17 dagen over en kan 8 keer zoveel vracht vervoeren dan met een vliegtuig en is milieuvriendelijker).
Een natie verliest niet per definitie zijn soevereiniteit als buitenlandse bedrijven deelnemen aan de nationale economie. Het hangt af in welke sectoren de politieke elite bereid is de belangen van de natie en de bevolking te verdedigen of op te geven voor financieel gewin van (vaak vreemde) aandeelhouders. Vier jaar geleden was er een Chinees- Vlaamse deal op komst in verband met het distributiebedrijf voor gas- en elektriciteit Eandis (nu Fluvius). Er werd door de goeroe’s van de Vlaamse politiek achter de schermen onderhandeld over een gedeeltelijke privatisering, via een intrede van het zeer groot Chinees energiebedrijf ‘State Grid Europe Limited’. De Chinezen staken de loef af van grote Nederlandse en Australische Pensioenfondsen. De Chinezen kwam uit 70 kandidaten als winnaar uit de bus. Ze brachten het meest geld in: 830 miljoen euro. Voor de Chinezen zou dat een jaarlijkse dividendenstroom van 40 miljoen euro opbrengen. Vlaams geld dat naar China zou wegvloeien. Hier ging het nu om een Chinees bedrijf. Maar of het dat bedrijf is of bijv. Pensioenfondsen, een natie die enigszins controle wil houden over zijn strategische sectoren kan dit niet overlaten aan privé bedrijven. Het strategisch Vlaams belang gaat voor op het financieel gewin van aandeelhouders. Er werden voorstellen geopperd om geld te halen bij de Vlamingen die erin zouden kunnen investeren, als de gemeenten geen geld genoeg zouden hebben. Een publiekscoöperatie waarin zowel de overheid als de burgers eigenaar zijn. Uiteindelijk werd onder maatschappelijke druk en veel gewoel de deal afgeblazen.(cfr. MV 220, oktober 2016). Prof. Jonathan Holslag VUB- prof en China- expert stelde naar aanleiding van een vraag over dit dossier of het verzet tegen de Eandis deal met de Chinezen geen vorm van nationalisme was het volgende: “Ik noem het liever patriottisme. Al ben ik niet per se tegen nationalisme. Het wint overal aan invloed. We moeten ook nationalistischer zijn en onze belangen verdedigen. Dat is de invalshoek van de Chinezen. Zij voeren een actieve industrialiseringspolitiek. Hun economische successen hebben ze bereikt door alle cruciale sectoren in eigen handen te houden. Onze buurlanden doen dat trouwens ook. Wij moeten Vlaamse burgers mee laten genieten van het rendement dat een investering van hun spaargeld in Eandis kan opleveren”. (De Morgen 1 oktober 2016). Vandaag stelt zich nog altijd het probleem van de veiligheid van investeringen. Zeker nu na de corona crisis en de zware economische gevolgen ervan, China op koopjesjacht zou kunnen gaan. Het is wel raar dat in feite alleen China wordt bedoeld, maar ook de Verenigde Staten, Saoedi-Arabië, Iran, Israël, Rusland, zouden in aanmerking kunnen komen voor een veiligheidscontrole als ze investeringen plannen in onze regio’s. Begin juni 2020 keurde het Vlaams Parlement een resolutie goed die de eindbeslissing voor de investering legt bij de regio waar de investering plaatsvindt. Maar de beslissing over strategische veiligheid wordt federaal genomen. In dit kluwen zullen de Chinezen, niet nalaten de gewesten tegen elkaar uit te spelen.
Geen Koude Oorlog
De strijd voor autonomie van Europa is dubbel: hij moet er vandaag in bestaan de Koude Oorlogshetze van de Amerikanen tegen China af te wijzen en tegenover China zijn strategische belangen in het oog houden. Josep Borrell, de buitenlandchef van de Europese Unie (foto): “De relatie tussen China en Europa is complex. China is zowel een economische concurrent en een rivaliserend maatschappelijk systeem, als een bondgenoot in de strijd tegen klimaatverandering. We zien dat China zijn economische invloed wil uitbreiden door kroonjuwelen van de technologie op te kopen. Dat moet gescreend worden. Europa hoeft helemaal niet te kiezen tussen de VS en China. We hebben onze eigen belangen en moeten die verdedigen. Onze belangen lopen evenmin gelijk met de Amerikanen. We willen met China de multilaterale aanpak verdedigen”.(De Tijd, 2 juni 2020).