In de startnota van de N-VA voor de Vlaamse regeringsonderhandelingen wordt geopperd een canon of belangrijke ankerpunten van de Vlaamse geschiedenis op te lijsten en geld te voorzien voor een museum. Het was een steen in de kikkerpoel. Onmiddellijk begonnen de kikkers te kwaken. Historici, filosofen, leraars, politici, media kwaken door elkaar met hun meningen pro of contra.
De startnota van de N-VA voor de vorming van een Vlaamse regering voorziet in een geschiedeniscanon van Vlaanderen bedoeld om te bouwen aan een Vlaamse identiteit. Er staat: “Om het identiteitsbesef van de jongere generatie te bevorderen, stellen we in navolging van Nederland een Vlaamse canon op, een lijst van ankerpunten uit de cultuur en geschiedenis van Vlaanderen”. Sommige historici en opinieproducenten wijzen een canon van de geschiedenis van Vlaanderen af. Er wordt gewaarschuwd voor manipulatie en voor de kunstmatige constructie van een Vlaamse identiteit die bepaalde politieke doelstellingen moet dienen. Maar sommigen zien er ook een kans in om een debat op gang te brengen over ons verleden.
Geschiedenis meer dan veldslagen
Als het in sommige van de ons omringende landen kan, waarom dan niet in Vlaanderen? “Geloof nooit een historicus”, zegde de Nederlandse geschiedkundige Jan Romein (1893-1962). “Eigenlijk zegt een historisch werk meer over de schrijver historicus dan over het behandelde onderwerp. Waarden vrije geschiedenis bestaat niet”. Dus, als Bart De Wever de politicus en de N-VA spreekt over de behoefte aan een geschiedeniscanon dan weet je hoe laat het is, zeker met de adem van extreemrechts in zijn nek. Geschiedenis is voor zover we het begrijpen een weergave van feiten en verbanden tussen de feiten. Het is geen kruidenierslijstje met data, veldslagen, kunstenaars en namen. Bovendien worden vaak nieuwe bronnen ontdekt, worden nieuwe vragen gesteld en ontstaan zo inzichten en meningen over het verleden. Het hangt af van de intellectuele capaciteiten van de makers van een canon en de kritische capaciteit die aanwezig is om manipulatie van de geschiedenis te neutraliseren. Echter, geen geschiedeniscanon zonder kritische tegenspraak en debat. Het hoort erbij als water uit de kraan. “De canon der onenigheid” zoals in de Vlaams- conservatieve website Doorbraak getiteld wordt, ademt de behoefte aan eenstemmigheid uit, in een Vlaanderen vol sociale tegenstellingen. Wie de romantische droom najaagt van een Vlaamse geschiedeniscanon die iedereen als een soort bijbel of koran moet aanvaarden aanvaardt in feite geen maatschappelijke tegenstellingen.
Wie denkt dat een Vlaamse geschiedeniscanon alleen een conservatiefrechtse inhoud kan hebben, dient in wat volgt te zien dat er ook een Vlaamse geschiedeniscanon mogelijk is, die andere ankerpunten boven water brengt. Antonio Gramsci (1891-1937) (foto) is gekend voor het hegemonie concept, parafraserend: De geschiedenis is overwegend een verhaal van de heersende klassen, met het doel dat de lagere klassen deze verhalen als waarheid en algemeen referentiekader gebruiken. Zo wordt getracht het zelfbeeld van het volk over zijn geschiedenis te construeren volgens het wereldbeeld van de elites.
Tegelijk zijn er in de geschiedenis altijd stromingen geweest die de ideologie van de heersende klassen doorprikken en een alternatief verhaal op poten zetten voor de emancipatie en bevrijding van het volk. Geschiedenis is niet alleen een verhaal van intriges in en tussen de elites, van veldslagen van koningen, van nauw met de heersende elite verbonden kunstenaars (Rubens bijv.) of kleinburgerlijke bevolkingsgroepen die aanschurken bij de elite. Het is ook een geschiedenis van het volk, zijn strijd tegen armoede en onderdrukking, voor democratisering van de cultuur en het onderwijs waarbij het volk meestal botst op de belangen van de heersende klassen.
Sommige gebeurtenissen bij naties en volkeren worden honderden jaren lang herinnerd omdat zij existentiële gevolgen hebben gehad. Denk aan de uitroeiing van de indianen en de bizons in de VS om de blanke suprematie te vestigen, of de Europese slavenhandel vanuit Afrika. Of de slavenarbeid van gevangenen in verre werkkampen in Siberië. Of de vernietigingscampagne van de nazi’s tegen de Joden en de Slavische volkeren en andersdenkenden. En recent de imperialistische vernietigingsoorlogen van het Westen in Irak, Libië, Afghanistan, enz… Als je sommigen leest en hoort begint de geschiedenis van Vlaanderen met de oprichting van België in 1830, of voor sommigen zelfs het begin van de extreemrechtse ontsporing en nazisme(VNV) van het Vlaams nationalisme in de jaren dertig- veertig van vorige eeuw. Dat zijn natuurlijk stipmomenten, maar alleen dat zou van een geschiedeniscanon een kreupele maken. Een geschiedeniscanon die aan de volksontwikkeling wil bijdragen dient het volledige plaatje te omvatten. Er is daarvoor genoeg kennis in Vlaanderen in universiteiten,bibliotheken, media, boeken, en hopelijk voldoende democratische wil.
16e eeuw: Spaans imperialisme
Existentieel voor de toekomst van Vlaanderen was de strijd van het Vlaamse volk in bijna gans de 16e eeuw tegen het bloedige Spaanse imperialisme. Net zoals het Midden Oosten vandaag grote vluchtelingenstromen bestaan, kwamen in die tijd grote vluchtelingenstromen op gang. Van ongeveer 2 miljoen Vlamingen vluchtten er zo’n 60.000 naar de noordelijke Nederlanden, vnl. de Vlaamse elite. We verwijzen naar de grote wiskundige Simon Stevin (1548-1620), of de drukker Lodewijk Elsevier (1546-1617). De menselijke en sociale verliezen na de val van Antwerpen in 1585 (foto) zetten zich door in de 17e eeuw en zorgde voor de drooglegging van Vlaanderen betreffende intellect, kapitaal, werkkracht en ervaring. Vlaanderen was een economische puinhoop toen en een culturele woestijn gedomineerd door de feodale adel, clerus en grootgrondbezitters. De gebeurtenissen van de 16e eeuw waren ingrijpend voor Vlaanderen. Toon Roosens (1929-2003, marxist en huisideoloog van het recente links flamingantisme) zegde ooit terecht : “Vlaanderen heeft zich nooit volledig hersteld van de existentiële ramp in de 16e eeuw. De arbeidersklasse en de middenklasse is in ziel en merg getekend door de nederlaag die onze voorouders hebben geleden tegenover het Spaanse imperialisme, de reactie en het obscurantisme”.
Links en Vlaams in de canon
Heeft links en Vlaams een plaats in een geschiedeniscanon? Zeker. Als je alleen al de grote personaliteiten kent die links en Vlaams als één geheel in denken en handelen toepasten in de christendemocratische beweging, bij de socialisten en communisten in de 19e-20e eeuw. Echter, in Vlaanderen kan men er niet omheen: er bestaat een enorme kloof tussen de Vlaamse beweging en de sociale- en arbeidersbeweging. Theoretisch had de strijd voor sociale rechten, de sociale zekerheid met Vlaamse culturele eisen moeten samenvallen zoals dat in vele andere regio’s van de wereld is gebeurd. In Vlaanderen ontwikkelden die bewegingen zich naast elkaar. Dit tot ergernis van de Vlaamsgezinden in de arbeidersbeweging en de socialisten in de Vlaamse beweging. In beide gevallen waren-zijn ze te zwak om een blijvende synthese te verwezenlijken. Vandaag moeten we toezien hoe ‘hun’ organisaties als vijanden tegenover elkaar staan en die dubbele loyauteit als een teken van onbetrouwbaarheid wordt bestempeld. Ondanks zeldzame momenten van toenadering zoals rond de vernederlandsing van het onderwijs, en na WOII in de jaren zestig met marsen in Antwerpen (1963) en Brussel (met deelname van Waalse regionalisten o.m. Jacques Yerna) (foto).
De N-VA –canon?
De startnota wil met de geschiedeniscanon “het identiteitsbesef bij de jongeren bevorderen”. Maar is de N-VA wel goed geplaatst om dit doel te verwezenlijken? Het recente verleden van de N-VA maakt haar weinig geloofwaardig om dit identiteitsbesef te bevorderen. In de voorbije legislatuur heeft de N-VA zelf het Vlaams identiteitsbesef in de diepvries geplaatst en België mee bestuurd. Door absoluut prioriteit te geven aan een rechts liberaal beleid waarin de grote economische drukkingsgroepen zoals bijv. de Boerenbond, het VOKA, de immobiliëngroepen (betonstop) de richting van de regering Geert Bourgeois (N-VA) bepaalden. De wachtlijsten voor de sociale woningen voor jonge echtparen werden steeds langer, de armoede steeg, de voedselbanken groeiden als bloemkool, de lange autofiles zijn één uitlaatgassenspoor onder meer door het blijvend faciliteren van bedrijfswagens. De betogende jongeren voor het klimaat werden door al wat rechtsconservatief is met agressie en misprijzen onthaald. Blijkbaar raken ze een gevoelige zenuw bij rechts omdat zij een ‘ongemakkelijke waarheid’ vertellen, met kennis van zaken en lef én omdat ze jonge tienervrouwen zijn die de rechtse macho’s op hun plaats zetten.
De N-VA is de kampioen geworden van een Vlaamse politieke klasse die de economie, het leefmilieu en de sociale zekerheid overlaat aan de imperatieven van de aandeelhouders, patroons organisaties, topmanagers en supranationale instellingen. Met Jan Jambon (foto) als toekomstig minister-president zal, gezien zijn beroeps- en politieke verleden, en als lobbyist voor de diamantsector in Antwerpen, de richting van het beleid nog meer rechts liberaal kleuren.
Wat voor soort Vlaamse identiteit moet dan door een geschiedeniscanon overgebracht worden? Hoe geloofwaardig is de N-VA voor het aankweken van een Vlaams identiteitsbesef als ze samen met andere rechtse regeringspartijen werd afgestraft voor het rechts liberaal beleid? Kan de N-VA geloofwaardig een Vlaams identiteitsbesef aanbieden en tegelijk een beleid voeren dat hun doelgroep voor de geschiedeniscanon verarmt, in de armoede duwt, tweederangsburgers maakt of de klimaatverstoring herleidt tot een technische kwestie? Een vluchteling uit het door het Westen plat gebombardeerde Libië of een alleenstaande Vlaamse huismoeder die al jaren wacht op een sociale woning hebben wat anders te doen dan, bij wijze van boutade, liedjes aan te leren uit het boekje ‘Singhet ende weset vro” . Daarenboven heeft De Wever de Vlaamse beweging op het schap gezet. Zo zal De Wever met zijn geschiedeniscanon nog lang moeten wachten eer hij 1 miljoen Vlamingen samen krijgt voor zelfbeschikkingsrecht zoals in Catalonië. Daarenboven wordt het vervelend, de manier waarop extreemrechtse jongeren de “Vlaamse identiteit” willen “bevorderen”. De strijd rond een vlag is dan nog het meest onschuldige. Fysieke bedreigingen, vandalisme en het poseren in militaire uniformen op zomerkampen roept herinneringen op, aan bijv. de film A Clockwork Orange van Stanley Kubrick (1971).