Boek- Achter de schermen van de B.B.I.

Het gebeurt niet vaak dat de lezers een inkijk krijgen van de strijd tegen de grote fiscale fraude van iemand die deze vanop de eerste lijn heeft meegemaakt Het gaat om Karel Anthonissen,  directeur van de Bijzondere Belastinginspectie (B.B.I.)- Gent. Hij schreef zijn memoires die enkele weken geleden gepubliceerd werden. Een boek dat leest als een thriller van de witteboordencriminaliteit van de elite. Verplichte lectuur. (*).

Karel Anthonissen schreef het boek (*) samen met Wim Van Den Eynde, VRT journalist (foto Kritak uitgeverij).  Op de boekomslag is de boodschap duidelijk: “De grote fraude is nooit aangepakt”. Als stelling kan dat tellen van iemand die met kennis van zaken en de nodige ervaring gedurende tientallen jaren de fraude bestreden heeft. Het is niet alleen een slagzin, de auteur maakt in het boek een rondrit doorheen de vele dossiers van grote fiscale fraude. Het eerste dossier dat hij als BBI- inspecteur op zijn bord kreeg was de fraude van een gewiekst oplichtersduo, Raoul Stuyck en Paul Smans. Die heren had veel geld verdiend met een zwendel in valse facturen. Maar zij liepen dank zij Anthonissen en cs. tegen de lamp en werden ontmaskerd. Raoul Stuck moet de gevangenis in, en kwam na drie jaar vrij. Voor de auteur gingen in het begin vele dossiers over de “huis- , tuin- en keukenfraude” zoals hij dat noemt.  Hij geeft tussen de vele enkele voorbeelden. Er was eens een burgemeester uit het Antwerpse, hij was aannemer en konden hem betrappen op zwart werk.  Hij werkte in de week netjes en officieel, maar zaterdag was het “black sabbath”. “Toen wij op het juiste moment aankwamen bekende hij onmiddellijk. Hij was bereid een regeling te aanvaarden en bleef zo buiten de handen van het parket”. Anthonissen controleerde in het begin het klein grut: de horeca,  de opkuis van het Falcon- plein of de hoerenbuurt in Antwerpen. Dat alles was klein spel in vergelijking met de ernstige en georganiseerde fraude. Die was systemisch, het ging om grote bedragen en het waren juridische constructies met een onbetwistbaar bedrieglijk opzet. Dat was geen klein bier. De auteur onderscheidt drie soorten grote fraude: Btw-carroussels, koppelbazerij, en kasgeldvennootschappen. Maar ook de strijd tegen zwarte kapitalen in belastingparadijzen komen aan bod.

Vlaamse scheepsbouw

We gaan op één voorbeeld wat dieper in omdat de scheepsbouw en de activiteit van rederijen een typische industrietak in Vlaanderen was, met de haven van Antwerpen en toen in de naoorlogse periode van vorige eeuw, de scheepsbouwwerven aan de Schelde gelegen in Hoboken (Cockerill Yards) en in Temse (Boelwerf). Vandaag spreken we veel over globalisering. Maar de eerste tekenen van de globalisering dienden zich aan in een aantal belangrijke industriële sectoren van België en Vlaanderen in de jaren zeventig- tachtig. Ze werden in die jaren door de regering de Nationale Sectoren genoemd met de steenkoolmijnen, de staal- en textielnijverheid en de glasverpakking. De scheepsbouw was een voor Vlaanderen typische industrie. In Hoboken met Cockerill Yards die de legendarische Congoboten bouwde voor de CMB, Compagnie Maritime Belge, een onderdeel van de Generale Bankmaatschappij, van het oude Belgische kapitalisme. Iets verderop ten zuiden was er de Boelwerf aan de Schelde in Temse. Boelwerf had wortels in het Vlaams ondernemerschap bij Bernard Boel die 1829 de Boelwerf stichtte. In de 19e eeuw bouwde Boelwerf vooral houten rivierschepen, in de 20e eeuw bouwde ze op haar hoogtepunt olie- en gastankers, en behoorde tot de absolute wereldtop.(foto). De globalisering met de lage loonlanden rukte op met de scheepsbouw in Japan, Zuid-Korea, Roemenië en Polen. De Belgische staat wilde de scheepsbouw beschermen en kwam over de brug met goedkope scheepskredieten om het concurrentienadeel van de lage loonlanden te compenseren. De normale interesten bedroegen in die periode 12-13%. De Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid (NMKN) vroeg 2% of minder. Op voorwaarde dat dit goedkope krediet van de staat maximaal 85% van de kost van een schip dekte, de rest moest de scheepsbouwer zelf ophoesten De Europese Commissie die in haar neoliberale dogma’s  maximaal de “markt” wilde laten spelen, werkte toen tegen in deze kredietpolitiek, de maximumgrens zakte naar 80 dan naar 70 procent. De concurrentie nam toe, het werd moeilijker om klanten aan te trekken voor de bouw van een schip. Anthonissen: “En bijgevolg begon men vals te spelen. Er werden valse facturen gemaakt. De kostprijs van een schip werd op papier zwaar opgedreven. Men deelde groter afmetingen mee dan in werkelijkheid  en men dikkere staalplaten gebruikte dan in de realiteit. Met die valse gegevens en facturen kon toch nog de volledige kostprijs van het schip worden geleend aan 2%”. In het boek worden nog meer fraudemechanismen geschetst waarop de auteur botste. Voor K. Anthonissen en zijn collega’s was het overduidelijk: “De fraude was met medeplichtigheid en wellicht op initiatief van de Boelwerf ontstaan. De Boelwerf dat was: de familie Saverys, die later een indrukwekkend imperium zou opbouwen in de scheepvaart. Maar dat was ook de overheid zelf. De staat was via het Fonds voor de herstructurering van de nationale Sectoren voor 49% aandeelhouder van de Boelwerf. Het was onthutsend.”(blz.78) Naar die fraude werd een gerechtelijk onderzoek gestart. Maar dat liep op een sisser uit. K. Anthonissen voelde zich onmachtig en verontwaardigd. Hij schreef dan maar zelf een arrest in een anders globalistische website Yabasta. Hij plaatste een hele reeks ministers van toen in de beklaagdenbank, zowel van de Belgische als de Vlaamse regering. Ook de familie Saverys en de top van de NMKN moesten zich verantwoorden.

De slag om zwart geld

Een van de boeiende hoofdstukken is  de “slag om het zwart geld”. In 2016 werd door de Bijzondere Belastingsinspectie (BBI) de grootste fraudeklacht in de Belgische geschiedenis ingediend. Bij alle parketten van het land. Het gaat om 61.546  dossiers van witwassen van fiscale fraude en  ruim 36 miljard euro. De afzender was de Bijzondere Belastinginspectie van Gent, de ondertekenaar: de BBI- directeur van Gent Karel Anthonissen. Het ging om dossiers die belastingzondaars hebben ingediend de voorbije twaalf jaren  bij de opeenvolgende fiscale amnestieën,  fiscale regularisaties, en eenmalige bevrijdende aangiftes. De BBI heeft aanwijzingen dat er in tienduizenden dossiers geen belasting of boete is betaald op volledige zwarte kapitalen, maar alleen op de interesten van de laatste jaren. Door die gang van zaken zou heel wat  zwart geld onbelast zijn witgewassen. K. Anthonissen: “Het juridisch gevolg van mijn demarche was nihil. Mijn klacht werd geseponeerd. Mijn collega’s gewestelijke directeurs struikelden over elkaar om zich van mijn maneuvre te distantiëren. Dat verbaasde mij niet. Het was me veel meer om te doen om nog eens een signaal te geven dan om justitie of collega’s in beweging te krijgen”.  Volgens de auteur is er een consensus dat er tussen de 100 en 200 miljard euro  zwart Belgisch kapitaal bestaat (de auteur kiest de bovengrens). Het geld is geparkeerd in belastingparadijzen, in luxeoorden zoals Monaco (foto)

Er volgen in dit boek nog boeiende hoofdstukken over de gang van zaken rond het dossier Optima-bank Gent, Het dossier Karel De Gucht, het fiasco van de Britse Bank HSBC die duizenden fraudedossiers beheerde.

Netwerken-“de cabinetards”

In een laatste hoofdstuk heeft de auteur het over Systeemcorruptie”. Hij begint met het voorbeeld van het duurste gebouw dat toch en koopje werd. De Financietoren in Brussel is het duurste gebouw van België: waarde 1,2 miljard euro. Het Nederlandse vastgoedbedrijf Breevast kocht de Financietoren van de Belgische staat voor 331 miljoen euro. De verkoop maakte deel uit van de zogenaamde sale-and-lease-operaties van de paarse regering Verhofstadt. Tussen 2001 en 2006 verkochten zij verschillende overheidsgebouwen om ze daarna weer te huren. Economen noemden dit volksverlakkerij. In 2012 bleek dan nog eens dat bij de verkoop aan vier tussenpersonen in totaal 9 miljoen euro smeergeld hadden ontvangen. Twee van de vier werden veroordeeld tot lichte straffen, de derde was overleden en de vierde was volgens de documenten “The Bird”. Hij werd nooit gevonden, maar volgens de onderzoekssite Apache was dat Rik Daems (Open VLD), toenmalig minister van overheidsgebouwen die achter de codenaam schuilgaat. Hij werd nooit verhoord. Anthonissen beschrijft in zijn boek hoe in de verschillende dossiers systemische corruptie functioneert. “Er zijn vele vormen van corruptie. Meestal functioneert het bij ons subtiel, onzichtbaarder, gewiekster dan de lompe, directe betaling van een som geld. Het gaat om netwerken, invloeden, vrienden, elites die zichzelf beschermen en elkaar beschermen. Het gaat om personen, om instituten en bedrijven die via formele en informele contacten op een verdoken manier een beslissing kunnen beïnvloeden of sturen.(blz.290-291). Ze ontmoeten elkaar in de beste restaurants, de loges in de tribune van een voetbalclub. Het zijn de “netwerken” in actie.

Anthonissen noemde ze op de zakenzender Kanaal Z tijdens een televisie-interview bij Veronique Goossens “kabinettenlobby’s “ik heb toen getwijfeld om het woord kabinettenmaffiate gebruiken”. Die netwerken hebben gedurende zijn loopbaan aan invloed gewonnen. Het gaat vaak om individuen die niet graag in de spotlights willen lopen. Anthonissen noemt toch een hele reeks namen die daarbij horen. Eric Kirsch, de man die de voetbalclubs tegemoet kwam, waaronder Club Brugge, was één van de technici van Jean-Luc Dehaene (foto). In 2010 werd hij kabinetschef van premier Yves Leterme als opvolger van Hans D’Hondt die dan voorzitter werd van de FOD Financiën. In 2013 kreeg hij Koen Geens als voogdijminister. Koen Geens, nu minister van Justitie, was/is ook een belangrijke spin in het web, als zakenadvocaat en prof aan de KULeuven. K. Geens was jaren kabinetschef van minister president Kris Peeters. Koen Geens kende ongetwijfeld ook Raf Verstraeten, prof strafrecht aan de KULeuven, met wie hij nauw samenwerkte in het advocatenbureau Eubelius. Raf Verstraeten schreef samen met de Antwerps procureur-generaal Yves Liégois de “wet op de minnelijke schikking”, samen met Alex Haelterman, een invloedrijk specialist fiscaal recht aan de conservatief-katholieke KULeuven. Hoeft het te verbazen wanneer vernoemde heren als advocaten ingehuurd worden door de Antwerpse diamantairs (waarvan Jan Jambon een lobbyist is) de procureur-generaal  met welwillendheid luisterde naar de heren advocaten? Dat zij zelfs meer gehoor vonden dan de procureur die de fiscale fraude wilde aanpakken van de diamantairs?

Gedurende de elf jaren van Didier Reynders (MR) op het departement Financiën is er een hele stoet cabinetards gepasseerd die daarna sleutelposities hebben ingenomen in belangrijke instellingen zoals de Nationale Bank (nu Pierre Wunsch “Wallonië is communistisch”), de FOD Financiën, de NMBS,…Het bezorgde Didier Reynders een sterk netwerk van informele macht. Zo’n informele macht was onzichtbaar, maar cruciaal en doorslaggevend! Bij de fiscus heeft zich de laatste tien jaar onmiskenbaar een centralisatie voltrokken, die meer ruimte biedt aan de “netwerken”. De hele omwenteling maakte dat de gewestelijke functies van directeur, enz.. werden uitgehold en ontmanteld. Een cruciaal element daarin was de afschaffing van de vaste benoeming en van de standplaats. Vanaf 2017 kan zo een weerspannige gewestelijk directeur, die van geen wijken wil weten, veel gemakkelijker van een dossier gehaald worden. Hij kan een andere standplaats krijgen: bijv. weg uit Gent, verplaatst naar Antwerpen of Brussel. Dus, terug van nul beginnen. Anthonissen stelt zich de vraag en beantwoordt ze: “Is de corruptie in ons land na veertig jaar afgenomen of toegenomen? Ik ben niet optimistisch”. (blz. 313-314). Meer dan wie ook kan K. Anthonissen het weten. “De belastingontwijking is heel ongelijk verdeeld. In de praktijk geldt het omgekeerde van de officiële filosofie van ons belastingstelsel: de sterkste schouders torsen de kleinste last.”

(*) Karel Anthonissen & Wim Van den Eynde, “Achter de schermen van de BBI”, memoires van een caractériel, 320 blz., Uitgeverij Kritak, deel van uitgeverij  Lannoo nv,  2020.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

  • Over mij

    • Miel Dullaert
      °1948 Enkele stipmomenten… Kind en tiener Ik ben geboren in Merksem. Ik behoor tot wat men noemt, de babyboomgeneratie of de eerste
      Meer lezen...
  • Citaat

    Geduld is een bittere plant met een zoete vrucht
    (Chinees spreekwoord)

  • Edward ELGAR, NIMROD

  • Tag cloud

  • Deel onze pagina op:

    © Copyright 2024 ‐ Miel Dullaert ‐ Alle rechten voorbehouden

    Disclaimer | Privacybeleid

    Webdesign by Eye