Herman Van den Reeck, 100 jaar geleden vermoord

Op 11 juli 2020 was het precies 100 jaar geleden dat de jonge  linkse flamingant Herman Van den Reeck (1901-1920) op de Grote Markt van Antwerpen door de politie werd neergeschoten en daags nadien overleed. De moord bracht grote beroering teweeg.

Door een delegatie van het links Vlaamsgezinde maandblad  Meervoud en de Vlaamse Socialistische Beweging (V-SB) werd  op 12 juli jl. hulde gebracht aan Herman Van den Reeck bij zijn graf op het Schoonselhof in Antwerpen. Daarenboven publiceerde Meervoud in zijn juni nummer een dossier over Herman Van den Reeck geschreven door Johan Velghe, Jan Huijbrechts en Joost Vandommele (1956-2019).(*)

De context van 1920.

Joost Vandommele schetst de context van 11 juli 1920 waarin Herman Van den Reeck werd vermoord. Het was een scharnierjaar voor zowel de Vlaamse- als de arbeidersbeweging. Het Belgicisme dacht met de overwinning in de Groote Oorlog eens en voor goed afgerekend te hebben met de Vlaamse Beweging. Er restte haar nog wel:  de altijd geminoriseerde Vlaamsgezinden binnen de drie grote Belgische kleurpartijen. Maar die dachten ze, zoals voor de oorlog, de baas te kunnen. De sociaaldemocratie was zonet met glans geslaagd in het eindexamen wat betreft zijn betrouwbaarheid als partner in het kapitalisme. Meer nog: de arbeidersbeweging was een vierde volwaardige partner van het regime geworden. De traditionele grote drie van het Belgische regime: Koning, Kerk en Kapitaal, werden in 1920 gesteund door de mainstream van de arbeidersbeweging. Toch was er veel veranderd. Activisten, waaronder niet in het minst de jonge linkse flaminganten: Herman Vos, Jef Van Extergem, Antoon Jacob, Marten Rudelsheim, gevangen of in ballingschap, werden cultfiguren en oefenden stilaan een magische aantrekkingskracht uit op de jongere generatie. Frontsoldaten, die het overleefd hadden, moest men niets meer wijsmaken en weigerden in het vooroorlogse gareel te stappen. In november 1919 waren immers 5 Fronters in het parlement verkozen. In Rusland was de revolutie nog niet te gronde ontspoord. Bovendien was men nog niet vergeten dat de sociaaldemocraten in 1914 overal de oorlogskredieten meegestemd hadden. Het anti- burgerlijk denken had zich in Vlaanderen door het tijdelijke machtsvacuüm (afwezigheid van de Belgische regering) sterk kunnen ontwikkelen. Van Ostaijen, Burssens, Moens, Seuphor-Berckelaers, Masereel, Brunclair, Mussche, Joostens, de broers Jespers en de broers Cantré, Richard en Joris Minne, Van den Berghe en vele anderen hadden met hun kunst de volledige ontvoogding bereikt.

In die context leefde de jonge Herman Van den Reeck. Hij was een toonbeeld van emancipatiedrang. Als leerling Latijn- Grieks aan het Koninklijk Atheneum in Antwerpen was actief in de Vlaamsche Bond. Hij stichtte als jongeman een leesclub en was hoofdredacteur van De Goedendag waar Paul Van Ostaijen, Gaston Burssens aan meewerkten. Na de wapenstilstand van 11 november 1918 redde zijn jonge leeftijd hem van vervolging voor zijn activisme. Veel van zijn vrienden werden gebroodroofd en gevangen gezet. In 1919 publiceerde hij opnieuw De Goedendag met een stellingname over zelfbestuur, godsvrede, democratie, antimilitarisme en internationalisme.  Hij schreef zich in aan de Vrije Universiteit van Brussel en werd secretaris voor Vlaanderen van de Anti- Militaristische Vereeniging.

11 juli 1920

Op zondag 11 juli 1920 besloten de Vlaamse verenigingen van diverse gezindheden gezamenlijk te betogen in Antwerpen. Het Antwerps stadsbestuur onder burgmeester Jan Vos, liberaal, franskiljonse strekking, verbood alle samenscholingen van meer dan 10 personen. De betoging week uit naar Borgerhout. Zo’n dertigduizend betogers daagden op en hoorden de toespraak van Julius Hoste, voorzitter van het Algemeen Vlaamsch Verbond. Na afloop trokken zo’n drieduizend demonstranten naar het Antwerps stadscentrum. Eerste schepen Louis Strauss beval de politie de ontplooide vlaggen in beslag te nemen. Daarna ordonneerde Strauss de politie de Grote Markt te ontruimen. Het is in die context dat politie-inspecteur G.J.D. op de menigte schoot met zijn revolver. De kogel boorde zich door de linkerbovenarm, linker- en rechterlong van Herman Van Reeck (foto). Toen de gewonde Van den Reeck werd overgebracht naar het politiekantoor onder het stadhuis werd de ernst van de verwonding onderschat. Ondanks aandringen bleef Herman Van den Reeck er 45 minuten liggen vooraleer hij werd opgehaald door ambulanciers van het Sint- Elisabeth ziekenhuis. Ook al verkeerde Herman Van den Reeck in kritieke toestand, maandagochtend werd hem door de politie een bekentenis ter ondertekening voorgelegd, waarin de bekentenis inhield dat de politie-inspecteur het schot uit noodweer loste en Van den Reeck zijn fysieke aanvaller was.  Zaterdag 17 juli 1920. De rouwstoet was indrukwekkend lang. Volksvertegenwoordigers Camille Huysmans(BSP) (foto), Adiel De Beuckelaere (Frontpartij), Karel-Lodewijk Van Opdebosch (daensist) stapten mee op. Aan het graf van de communist en links flamingant H. Van den Reeck spraken vertegenwoordigers van alle Vlaamse strekkingen. Zowel dagblad De Schelde als Volksgazet openden een inschrijving voor de financiering van een grafmonument. 25.000 Bfr, een groot bedrag in die tijd, werd bijeen gebracht. Vijfentwintig dichters waaronder Marnix Gijsen, Paul Van Ostaijen, Wies Moens, Gaston Burssens riepen op tot verzet. Er volgden woelige debatten in de gemeenteraad en in de Kamer volgden interpellaties van ondermeer Frans Van Cauwelaert, Camille Huysmans, Adiel Debeuckelaere. Bij de gemeenteraadsverkiezingen in 1921 werden de franskiljonse, liberalen  verslagen en kreeg Antwerpen en Vlaamsgezind stadsbestuur! Burgemeester Lode Craeybeckx omschreef tijdens een herdenking op 10 juli 1960 de dood van zijn jeugdvriend als ‘moord’.

Van den Reeck geviseerd door de politiediensten

Historicus Jan Huijbrechts schreef een biografie (**) over Van den Reeck (foto). De historicus stelde zich de prangende vraag of de dood van Herman Van den Reeck een tragisch incident was, doodslag of moord? Hij geeft toe dat hij geen sluitend antwoord na zijn onderzoek kan geven.  De gerechtelijke en politiedossiers zijn spoorloos verdwenen. Het resterende materiaal is duidelijk “gezuiverd. “Dit is op zich een indicatie,  dat er iets loos is met dit dossier, maar geen echt bewijs”. J. Huijbrechts is er wel van overtuigd dat de militante jongeman werd geviseerd door de politie- en veiligheidsdiensten. Uit de schaars bewaard gebleven rapporten van de gerechtelijke politie blijkt dat hij door hen systematisch in de gaten werd gehouden als communist en Vlaams- nationalist. Uit een getuigenis van Van den Reecks vriend Michel Seuphor blijkt dat in de ochtend van 12 juli 1920 de gerechtelijke politie, vergezeld door agenten van de Sûreté een huiszoeking heeft gedaan in de ouderlijke woning. En dat wellicht de Sûreté onder één hoedje speelde met het Franse Deuxième Bureau.

Ook H. Van den Reeck stierf in verdachte omstandigheden volgens Huijbrechts. Agent Georges  Dupuis zegt dat hij uit zelfverdediging op Herman zou hebben geschoten. Als Dupuis effectief gewond was geweest was dit ongetwijfeld gerapporteerd en zou dit een aanmerking op zijn dienststaat hebben opgeleverd, maar ook daar is niks van terug te vinden in de Antwerpse politiearchieven.

Toen Elza Van den Reeck, Hermans jongste zuster, op 5 december 1969 met een brief aan burgemeester Lode Craeybeckx inzage vroeg in het personeelsdossier van politie-inspecteur Dupuis liet hoofdcommissaris Koeklenberg weten dat “noch in politiearchieven, noch in het stadsarchief stukken werden gevonden die in aanmerking komen voor haar gevraagde inzag”. Ook dit is op zijn minst vreemd te noemen. In het Antwerps stadsarchief liggen, keurig gecatalogeerd, twee goed bewaarde personeelsdossiers van Georges Dupuis die de onderzoeker in staat stellen tot in de kleinste details zijn loopbaan bij de Antwerpse politie in kaart te brengen. In deze lijvige bundels is er – toeval of niet – niet één stuk uit 1920 terug te vinden. Het “incident” werd zelfs niet vermeld op de nochtans erg gedetailleerde staat van dienst van Georges Dupuis.

Jan Huijbrechts: “Rest de vraag of de huidige burgervader van de Scheldestad, historicus en Vlaams-nationalist, bereid is als hoofd van de politie wel datgene te doen wat Craeybeckx niet kon of wilde doen en 100 jaar na dato de stad in het reine laten komen met wat er zich op 11 juli 1920 heeft afgespeeld. Het zou jammer zijn dat de herinnering aan de door idealisme gedreven jongeman, die een eeuw geleden op de kasseien voor het stadhuis dood lag te bloeden, langzaam tussen de plooien van de geschiedenis dreigt te verdwijnen”.

(*) Meervoud, Drukpersstraat 20, 1000 Brussel. Het dossier over Herman Van den Reeck  is te lezen op de website van www.Meervoud.org.

(**)Jan Huijbrechts, Biografie Herman Van den Reeck (1901-1920), uitgegeven boeken Doorbraak, juni 2020.

  • Over mij

    • Miel Dullaert
      °1948 Enkele stipmomenten… Kind en tiener Ik ben geboren in Merksem. Ik behoor tot wat men noemt, de babyboomgeneratie of de eerste
      Meer lezen...
  • Citaat

    In een tijd van universeel bedrog is
    het vertellen van de waarheid een revolutionaire daad
    (George Orwell, Brits schrijver, 1903-1950)

  • Edward ELGAR, NIMROD

  • Tag cloud

  • Deel onze pagina op:

    © Copyright 2024 ‐ Miel Dullaert ‐ Alle rechten voorbehouden

    Disclaimer | Privacybeleid

    Webdesign by Eye