Mythen zijn geen leugens. Het zijn vertellingen met veel fantasie, maar die ook een kern van waarheid bevatten. Mythen streven ernaar om de mensen te tevreden te stellen of te verzoenen met de elite in de maatschappij. Dat zegt de auteur van het boek, Prof. em. Jacques R. Pauwels (*). Hij ontvouwt een aantal mythes van belangrijke feiten in de moderne geschiedenis onder meer deze van de Franse Revolutie (foto intro).
Het boek van Prof. em. Jacques R. Pauwels (foto)“De grote mythen van de moderne geschiedenis” neemt twaalf moderne mythen onder de loep en zal ze deconstrueren. Het gaat over mythen van de Franse Revolutie, van de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) als oorlog voor de democratie en het imperialisme, over de Oktoberrevolutie in Rusland, de opkomst van Hitler, de Tweede Wereldoorlog, het Hitler- Stalinpact, het keerpunt van de Tweede Wereldoorlog, Pearl Harbor, Hiroshima en Nagasaki, De VS op kruistocht voor de democratie, en “van 1945 tot vandaag”. In alle hoofdstukken wordt nauwkeurig de mythe afgewogen tegenover de historische werkelijkheid.
Franse revolutie (1789)
De mythe is dat de Franse revolutie neerkwam op een zinloze slachting waarbij het bloeddorstige Parijse gepeupel onder aanvoering van jacobijnse schurken zoals Robespierre talloze onschuldige mensen ombracht. Gelukkig verscheen een geniaal man, Napoleon Bonaparte, als een deus ex machina ten tonele om de orde te herstellen en Frankrijk met ongeziene macht en roem te lauweren. Voor die prestatie blijft de grande nation hem eeuwig dankbaar, ook al liep het uiteindelijk niet goed af wegens geen geluk in zijn oorlogsdaden in Rusland en Waterloo.
De werkelijkheid is dat het bloedvergieten minder te wijten was aan de revolutionaire dan de contrarevolutionaire terreur. De Franse Revolutie was een enorme stap vooruit in de richting van de politieke en sociale ontvoogding van de grote meerderheid van het volk. Een stap vooruit in de democratie. Napoleon was in velerlei opzichten wel een kind van de Revolutie, maar hij was helemaal geen democraat en zijn drang naar glorie voor zichzelf en voor de grande nation kostte honderdduizenden mensen het leven.
De Russische Oktoberrevolutie (1917)
In de twaalf hoofdstukken van het boek valt de kloof op tussen mythe en werkelijkheid in verband met het hoofdstuk over de Russische Oktoberrevolutie. (red. er werden miljarden dollars besteed aan deze mythevorming in het Westen in de 45 jaar durende Koude Oorlog aan universiteiten, in het onderwijs en in de media. Vele Westerse progressieven gingen mee in deze mythologie). Daarom gaan we even in op dit hoofdstuk van het boek. De mythe vertelt dat tijdens de Eerste Wereldoorlog, in februari/maart 1917, in Rusland een revolutie uitbrak die aanvankelijk democratische hervormingen nastreefde maar die in oktober van datzelfde jaar door een staatsgreep van een kleine groep fanatici, namelijk Lenin (foto) en zijn bolsjewieken, uitmondde in een dictatuur die in Rusland en de hele wereld allerlei onheil teweeg bracht.
De auteur schetst in het hoofdstuk een andere werkelijkheid, de echte. De Oktoberrevolutie was niet het werk van een staatsgreep, maar was het werk van het Russische volk dat genoeg had van de tsaristische uitbuiting, onderdrukking en oorlog (foto). Het is aan de Oktoberrevolutie te danken dat Rusland zich in relatief korte tijd tot een supermacht kon ontwikkelen, dat nazi- Duitsland werd verslagen, dat de kolonies hun onafhankelijkheid konden verwerven en dat de westerse landen een ongezien hoge graad van democratie en volkswelvaart konden bereiken. Zonder deze massale steun had de Oktoberrevolutie nooit kunnen slagen.
De positieve resultaten van de bolsjewistische revolutie
De mythe is: de geestdriftige ontvangst van de revolutie sloeg al vlug om in een desillusie. Hollywoodfilms hanteerden deze ‘rode lijn’. Een oorspronkelijke democratische beweging zou door de bolsjewistische leiders verraden zijn, en zo ontaard zijn in een dictatuur.
Op die manier worden de grote verwezenlijkingen van Lenin en de bolsjewieken ondergesneeuwd door de contrarevolutionaire mythologie. Daarentegen kunnen we vaststellen dat heel wat werd verwezenlijk door de revolutie. Vooreerst beëindigden Lenin en de bolsjewieken meteen Ruslands deelname aan de ‘Groote Oorlog’, iets waarnaar de meerderheid van het volk had uitgekeken.(foto)
Daarenboven kan je niet ontkennen dat het veruit achterlijkste land in Europa op amper dertig jaar tijd, tussen 1917 en 1947, evolueerde tot één van de twee supermachten in de wereld. In 1947 was de levensstandaard van de bevolking al veel hoger dan in 1917. De levensstandaard bereikte weliswaar niet het niveau van die van de welstellenden in de rijke kapitalistische landen, maar was merkbaar hoger dan die van de meeste zwarte en talloze blanke Amerikanen en veel hoger dan die van miljoenen mensen in de op kapitalistische leest geschoeide derde wereld. Miljoenen kinderen van hopeloze arme en analfabetische Russische boeren waren relatief welstellende industrie- of landbouwarbeiders geworden, of hadden het zelfs gebracht tot ingenieur, arts, verpleger,…
West-Europa heeft veel te danken aan de Sovjet-Unie en de bolsjewieken
Na het einde van de Eerste Wereldoorlog zette West-Europa een grote stap vooruit in de historische ontwikkeling, met een hoog niveau van democratie en volkswelvaart. Dit was niet alleen het gevolg van interne sterke arbeidersbewegingen maar ook van de schrik voor de weerslag van de Oktoberrevolutie in Rusland. De befaamde Engelse historicus Eric Habsbawn schreef: “Eender wat was beter dan het bolsjewisme voor de verdedigers van het kapitalisme, die vreesden dat het einde nabij was”.
De Oktoberrevolutie en het bolsjewisme heeft nog veel meer opgeleverd voor West-Europa tijdens en na de Tweede Wereldoorlog. Door de Oktoberrevolutie en de daarop volgende extreem snelle industrialisering van het land, was de Sovjet-Unie ook op militair vlak een grootmacht geworden. Zoals de nazi’s tot hun scha en schande mochten ondervinden in onder meer Stalingrad. Een Amerikaanse specialist terzake, Sanford R. Lieberman, stelt zelfs dat de Sovjet-Unie wellicht de naziagressie niet had overleefd, als het sociaaleconomisch systeem van het land niet communistisch was geweest. West-Europa heeft de bevrijding van het nazi- juk aan de Sovjet-Unie te danken. Immers 90% van de nazitroepen lag vastgeketend aan het Oostfront wat de opmars van de geallieerden in West-Europa aanzienlijk verlichtte. De gevolgen van de Tweede Wereldoorlog leidden, na WOI, tot een tweede golf van politieke en sociale hervormingen. Met die tweede golf ontstond de welvaartsstaat. Met dank aan de Sovjet-Unie en de Oktoberrevolutie van Lenin en zijn bolsjewieken!
De ineenstorting van de Sovjet-Unie in 1991 had een omgekeerd effect. Het verloste de Westerse elite van de noodzaak om relatief tegemoetkomend te zijn tegenover het gewone volk. Het werd mogelijk de welvaartsstaat te ontmantelen. Ronald Reagan en Margaret Thatcher hadden in de jaren tachtig al de aanzet gegeven.
Restauratie kapitalisme in Rusland
De wijdverbreide, schrijnende armoede, die typisch was voor tsaristisch Rusland, stak vanaf 1990 weer de kop op met de restauratie van het kapitalisme onder Boris Jeltsin (foto). Die orchestreerde de grootste zwendel in de wereldgeschiedenis: de privatisering van de enorme collectieve eigendom die via bovenmenselijke offers en inspanningen van het Sovjet- volk tussen 1917 en 1990 uit de grond was gestampt. Indien de Sovjet-Unie ten onder is gegaan is dat zeker niet omdat het volk dit wilde. In een referendum stemde driekwart van de bevolking voor het behoud van de Sovjetstaat. (red. in 1996 dreigde de communistische presidentskandidaat G. Zjoeganov B. Jeltsin te verslaan in de tweede stemronde. Het was alle hens aan dek voor het Westen en de Russische oligarchen. Er werden miljoenen dollars door het Westen en de Russische oligarchen uitgegeven aan propaganda om te beletten dat de communistische presidentskandidaat werd verkozen). Enquêtes tonen aan dat in landen van de ex-Sovjet-Unie en Rusland, en in het Oostblok een aanzienlijk deel van de mensen van mening was dat het leven beter was onder het communisme. Vele sociale rechten zijn verdampt of geprivatiseerd.
Van 1945 tot vandaag
De mythe over die periode is dat na de overwinning op nazi Duitsland in 1945 moest opnieuw het welvarende en democratische Westen, onder leiding van de onbaatzuchtige Amerikanen, een Koude Oorlog voeren om vrijheid en democratie te verdedigen tegen een nieuwe bedreiging die van de totalitaire Sovjet Unie. (red. Fascisme en communisme waren twee kanten van dezelfde medaille, mythe die vandaag hardnekkig verspreid wordt door rechts). De implosie van de communistische staat in 1991 betekende een triomf voor de democratie en de ermee verbonden vrije markt.
De realiteit is anders. De overwinning van de Sovjet-Unie op nazi-Duitsland was een triomf voor de democratie, in de zin dat ze de welvaartsstaat in Europa en de onafhankelijkheid van talloze kolonies mogelijk maakte. Omgekeerd betekende de val van de Sovjet-Unie een catastrofe voor de democratie. In de landen van het vroegere Oostblok, waar een kapitalistisch profitariaat (red. grote delen van de nomenclatura) kon feestvieren, terwijl het proletariaat het gelag betaalde; in de derde wereld, waar pogingen om een onafhankelijke economische koers te varen werden neergeslagen via oorlog (Joegoslavië, Libië, Irak, Afghanistan, Venezuela,…) en last but not least, in West-Europa, wordt de welvaartsstaat ontmanteld na de val van de Sovjet-Unie.
Geschiedenis: verhalen in tegenstroom
De auteur schrijft terecht: “Terwijl mensen vroeger kennis van de geschiedenis op school verwierven, is het geschiedenisonderricht overwegend in handen van de media. En die media zijn bijna uitsluitend privé bedrijven. Je kunt dus eigenlijk stellen dat het geschiedenisonderwijs grotendeels geprivatiseerd is. Het zijn de bevoorrechte leden van de 1 procent superrijken die de media bezitten zoals bijv. Jeff Bezos, eigenaar van Amazon en The Washington Post”.
Naarmate de sociale en politieke tegenstellingen toenemen, en er alternatieve media ontstaan, met klokkenluiders, actiegroepen en alternatieve studiegroepen, investeert de heersende klasse meer dan ooit miljarden dollars en euro’s om haar mythen, fabels en verhalen verkocht te krijgen aan de brede publieke opinie. Daarvoor zijn privé mediaconcerns actief en ook openbare omroepen. Er worden miljarden in onderwijs en platte reclame gepompt en er is een leger aan intellectuele broodschrijvers actief in allerlei denktanks, universiteiten. Ook in Vlaanderen. Wat is hier in het geding? Historici en filosofen, onder meer de Italiaanse marxist, Antonio Gramsci (1891-1937) (foto) hebben er uitvoerig over gepubliceerd. Gramsci gebruikt het zogenaamde hegemoniebegrip. Hij en anderen verwijzen naar de geschiedenis als een verhaal van de heersende klassen met het doel de lagere klassen deze verhalen als waarheid en algemeen referentiekader te gebruiken. Zo wordt getracht het zelfbeeld van het volk over zijn geschiedenis te construeren volgens het wereldbeeld van de heersende elites.
Het boek “mythen van de moderne geschiedenis” gaat hiertegen in op een overzichtelijke, geordende en met vooral een geargumenteerde aanpak (Zij het dat er soms overlappende passages gebruikt worden in sommige hoofdstukken). Het boek is een uniek werkstuk, ‘in tegenstroom’ in het rechtse Vlaanderen van vandaag.
(*) “De grote mythen van de moderne geschiedenis”- Prof. em. Jacques R. Pauwels-(°1946), (Vlaams-Belgische Canadees die ca 1970 emigreerde naar Canada waar hij moderne geschiedenis doceerde aan de universiteit van Toronto).Hij publiceerde een reeks boeken onder meer over de Eerste- en Tweede Wereldoorlog en andere historische onderwerpen in verschillende talen), 265 blz.- 2019- www.Epo.be-Uitgeverij.