Grace Blakeley (foto Manifiesta) is de jonge Engelse auteur van het boek onder boven vernoemde titel. Ze schreef een helder en sterk gedocumenteerd boek over de misdaden van het huidig economisch systeem. Ze stelt dat de meeste ideeën die ze bespreekt niet nieuw zijn. Nieuw is dat ze als jonkie (31) komaf wil maken met de keynesiaanse-hayekiaanse verdeeldheid die sinds de Tweede Wereldoorlog overheerst. Ze bepleit een democratische uitweg, een ander referentiekader, dat van collectieve empowerment.
De Engelse Grace Blakeley is een jonkie (31) met een stevig gedocumenteerd, boek dat het scalpel gebruikt: “Aasgierkapitalisme, de bedrijfsmisdaden tegen de menselijkheid”(foto). Dit is geen toeval. Wat zal meegespeeld hebben is, dat zij opgroeide in een Groot-Brittannië waar het neoliberaal kapitalisme van het land een verarmd en vervuild ontwikkelingsland heeft gemaakt. Niet toevallig zijn de conservatieven donderdag 4 juli jl. verpletterd uit de verkiezingen gekomen.
Het boek is ook een signaal hoe het jonkie sommige analyses en vaststellingen van K. Marx niet vergeten is die tot vandaag geldig zijn. En wat interessant is: ze pleit voor een positieve uitweg, democratisch en socialistisch.
Het boek van Grace Blakeley bestaat uit drie delen: Kapitalisme en vrijheid; De Planners en Alternatieven van democratische planning.
Staat en economie: communicerende vaten
Voor de neoliberale recepten van de Oostenrijkse neoliberale econoom Friedrich A. Hayek (1899-1992) wordt de gereguleerde markt van Keynes als enig alternatief voorgeschoteld. Volgens G. Blakeley geloofde de Britse econoom John Maynard Keynes (1883-1946) dat de sociaal noodzakelijke rol van het reguleren van de markt gespeeld moest worden door een verlichte klasse van politici en bureaucraten. Zodoende zouden ze het kapitalisme in feite redden van zijn crisissen.
Blakeley zet zich af tegen de steriele keynesiaans- hayekiaanse (neoliberalisme) verdeeldheid, die sinds de Tweede Wereldoorlog overheerst. Ook in vakbonden, bij academici en bij opiniemakers en de meeste linkse organisaties is het gereguleerde kapitalisme het dominante geluid.
De schrijfster (foto het jonkie vooraan met vriendinnen) wil deze verdeeldheid overstijgen en spreekt van de strijd voor democratie en socialisme en vooral de “empowerment van het volk” (zie verder).
De rode daad van de schijfster is dat ze zich verzet de scheiding tussen de economische en politieke sfeer, een bepalend kenmerk voor de kapitalistische ideologie. Democratie is toegestaan in het politieke domein binnen de formele staat. Terwijl ze strikt beperkt is binnen de economie (in de vennootschap en de markt). Als je het bedrijf binnenstapt stopt de democratie en tellen alleen de belangen van de aandeelhouders.
Het begrip van de staat als een politieke instelling die afgeschermd is van de economie verhult hoe de uitoefening van de staatsmacht wordt gevormd door een proces van sociale strijd waarin vandaag het kapitaal domineert. En belangrijk is dat: “De versmelting van politieke en economische macht in kapitalistische samenlevingen betekent, dat democratische strijd synoniem is geworden met strijd voor het socialisme” (blz. 21).
Boeing en de covid pandemie
De auteur analyseert uitgebreid de aasgiermentaliteit en de sociale oorzaken van de rampen met de Boeing-vliegtuigen 737-Max (foto) in 2018 en 2019 die neerstortten in Jakarta (Indonesië) en Addis Abeba (Ethiopië). Honderden mensen werden gedood.
Ze schetst de verzekeringszwendelaar van de America International Group, de crisis rond het Suez Kanaal(zie verder). En de praktijken van de Amerikaanse zakenman Henry Ford die als sympathisant van de nazi’s, van Hitler de hoogste onderscheiding ontving, het Grootkruis van de Duitse Adelaar (In 1939 was H. Ford één van de grootste leveranciers van voertuigen aan het Duitse leger. Van de 350.000 vrachtwagens die vanaf 1942 dienst deden, kwam ongeveer één derde van H. Ford).
Naast de Boeing-737-Max catastrofes analyseert de schrijfster ook de covid-pandemie. Volgens haar is de pandemie de zoveelste crisis die gebruikt wordt om landen in een “noodtoestand” te dompelen die de macht van de staat en het kapitaal vergroot.
Ook hier beschrijft ze de nauwe banden tussen de macht van de staat en die van het bedrijfsleven in kapitalistische samenlevingen. “Tijdens de pandemie werkten staten en firma’s samen om hun macht en winsten te vergroten (red. denk aan Ursula Von der Leyen, EU-Commissievoorzitter, en haar dubieuze rol in de miljardencontracten affaire met Pfizer. Zij veroorlooft zich geen openheid van zaken te geven op vraag van Europese parlementsleden).
Interessant is hoe de schrijfster naar aanleiding van de pandemie verwijst naar de mainstream pers die de stijging van de overheidsuitgaven tijdens de pandemie gelijkstelden aan “socialisme”. Scientific American kopte: “Maakt Covid-19 ons socialistischer?” The Hill titelde: “Is Covid het begin van een tweede socialistische golf?” Time: “Is de vrije markt dood?” Marxisten hebben altijd gesteld dat hogere staatsuitgaven niet hetzelfde is als socialisme, stelt de schrijfster.
De natuur als grabbelton
Marx besefte 150 jaar geleden dat de rijkdom die de natuur biedt door het kapitaal behandeld wordt als een ‘gratis geschenk’, een voorraad rijkdom die schijnbaar oneindig kan worden aangesproken. G. Blakeley: “Net zoals de reacties op de covid-pandemie de reeds bestaande sociale ongelijkheid versterkten, is het onwaarschijnlijk dat de geplande reactie op de klimaatcrisis een fundamentele uitdaging vormt voor de macht van het kapitaal. Oproepen tot duurzaamheid verdoezelen het feit dat dezelfde kleine groep bedrijven en instellingen die ons de klimaatcrisis hebben bezorgd, en er flink van hebben geprofiteerd, nu geacht worden een oplossing voor het probleem te ontwikkelen”.
De meeste mensen denken dat kapitalisme iets betekent in de trant van “vrije markt”. Dat is een misvatting. Machtige ondernemingen en financiële instellingen kunnen binnen de staatsmacht optreden en hun eigen belangen beschermen en bevorderen los van de ‘vrije markt’. De staat en de politieke macht zijn nauw verweven met de economische machten.
Het vermogen, de vrijheid om marktsignalen te negeren is echte marktmacht. Zelfs als de aandelenkoersen instorten kan het grootbedrijf rekenen op de staat en politieke relaties om het van de ondergang te redden. De concurrentiedruk wordt uitgeoefend op diegenen die het minst in staat zijn weerstand te bieden (onder meer kmo’s, arbeiders, immigranten). In plaats van “vrijheid “te beloven zien we een wereld gedomineerd door een aantal gigantische bedrijven.
Soevereiniteit van grote vennootschappen
Ver voor Hayek en Keynes, zag Karl Marx dat kapitalistische samenlevingen meer en meer gecentraliseerd worden. En schaalvoordelen, in combinatie met de samenwerking tussen kapitalisten, financiers en de politiek klasse, zorgen voor die concentratie. Zoals Marx toen al zag leidt die centralisatie tot een groei van de “ellende, de onderdrukking, de ontaarding en de uitbuiting”. De bevolking draagt er vandaag de gevolgen van.
De moderne vennootschap is een juridische constructie die ontworpen is om de macht van de managers over de werknemers te formaliseren. De moderne vennootschap is voor de auteur een politieke entiteit. Het is in feite een vorm van privé regering. Als deze privé regering macht heeft samen met een aantal andere groten, kan een vennootschap soevereiniteit uitoefenen op een manier die vergelijkbaar is met de staat.
Dat was reeds voor het kapitalisme ontstond. Neem de Britse Oost-Indische Compagnie. Er wordt daartegen geargumenteerd dat een privébedrijf geen politie, leger of rechtssysteem heeft. De auteur verwijst naar de agressie tegen Irak en Afghanistan bijv. waar privé huurlingen legers (foto Amnesty International-privatisering geweld) werden ingezet die geweld gebruikten en moordden.
Omdat een vennootschap een juridische constructie heeft ze er groot belang bij de juridische architectuur te beïnvloeden die haar bestaan reguleert. Ze heeft veel meer middelen dan ngo’s of vakbonden. In Brussel lopen duizenden lobbyisten rond om de politici te beïnvloeden. In 2022 werd er op federaal niveau alleen al in de Verenigde Staten liefst 4,1 miljard dollar uitgegeven aan lobbywerk.
Om haar macht in het publieke debat te gebruiken financieren ze denktanks of eisen ze ruimte op in de media. De auteur stelt terecht dat “grote vennootschappen soevereine actoren zijn geworden in staat om straf uit te delen, het leven van miljoenen te besturen, en wetten te maken. In een kapitalistische samenleving waarin kapitaal arbeid domineert zal de staat vaker kleinere vermogensdelicten de kop indrukken en de multinationale witteboordencriminaliteit normaliseren. De vennootschap is het gepersonifieerde kapitaal”.
Collectieve empowerment
De strijd presenteren als en strijd tussen markt en staat werkt verlammend. De schrijfster verwerpt die kunstmatige tegenstelling die zorgvuldig gecultiveerd wordt door rechts. Zij pleit voor collectieve empowerment.
In haar ogen betekent dat socialisme waarin mensen niet gevraagd wordt om politici te vertrouwen, maar om mensen te vragen elkaar te vertrouwen in concrete acties, projecten…De schrijfster geeft dan een uitgebreid overzicht van voorbeelden uit de duizenden op microschaal waar initiatieven van verzet en samenwerking mensen inspireren om een democratische samenleving op te bouwen.
Maar ook op staatsniveau kan er sprake zijn van collectieve empowerment. Ze gaat ook uitgebreid in op het democratisch socialistisch experiment onder de verkozen president Salvador Allende begin van de jaren zeventig. Of de schokgolf die de nationalisering door de Egyptische president Gamal Nasser (foto)
van het Suez kanaal veroorzaakte en de oorlog die erop volgde.
Onder het hoofdstuk “het kapitaal de nek omdraaien” wijst de jonge schrijfster op de noodzaak de controle over de technologie los te wrikken van het kapitaal, op de democratisering van de vennootschap waarin plaats is voor coöperatieven en staatseigendom (nationaliseringen, op voorwaarde dat de besluitvorming binnen de bedrijven gedemocratiseerd wordt). Het democratiseren van het bankwezen zal een onderdeel zijn van zowel het democratiseren van de staat als de economie.
“Mystieke” marktkrachten
Neoliberalen (Hayek) en keynesianen hebben decennialang gekibbeld over de vraag of we een economie moeten opbouwen met meer of minder staatsinterventie. Beide partijen begrijpen helemaal niks van het debat zegt Grace Blakeley. De keuze is niet ‘vrije markten’ of overheidsplanning. Planning en markten bestaan in de kapitalistische samenleving naast elkaar, sterker, in elke samenleving. Het is een hybrid systeem.
In plaats van de wereld waarin we leven te zien als een het resultaat van “mystieke” marktkrachten, waar we geen controle over hebben, moeten we ons realiseren dat het kapitalisme een systeem is van bewuste keuzes van degenen die er deel van uitmaken. Als we in staat zijn om het in deze termen te zien, wordt de ruimte voor een bewust, democratisch ontwerp voor onze wereld groter.
Het feit dat de machthebbers er zo op gebrand waren om bewegingen zoals die geleid door Salvador Allende (foto, Lava tijdschrift) in Chili met geweld de kop in te drukken, zou voldoende bewijs moeten zijn dat, wanneer Allende’s programma op grote schaal wordt toegepast, de kracht heeft om het kapitalisme te ontwrichten en zelfs uit te roeien.
Als we terugkijken naar de wereld van leenheren, bisschoppen en boeren, leek dat systeem voorbestemd voor het afvalputje van de geschiedenis. Het was zo oneerlijk en onrechtvaardig dat het een wonder is dat het zolang heeft kunnen bestaan.
Vandaag onderwerpen miljoenen onder ons, net zoals de boeren uit het verleden, zich gewillig aan onze eigen uitbuiting en onderdrukking. Sterker nog, net als de boeren realiseren we ons misschien niet eens dat we dat doen!
Blakeley: “Het grootste obstakel voor het ontstaan en de verspreiding van een socialistische beweging is niet de overweldigende macht van het kapitaal. Het is de overtuiging van miljoenen mensen dat verandering onmogelijk is. Zodra we ons collectief geloof in de onvermijdelijkheid van het huidige systeem loslaten, kunnen we een nieuw systeem beginnen op te bouwen: zonder extreme ongelijkheid in macht en rijkdom, zonder gevoelens van wanhoop in een onvrije wereld.” (Blz. 371-373)
(*) Grace Blakeley, Aasgierkapitalisme, bedrijfsmisdaden tegen de menselijkheid, uitgeverij De Arbeiderspers-Amsterdam, vertaald door Bart Gravendeel, 470 blz., 2024. G. Blakeley studeerde filosofie, economie, politiek en Afrikaanse studies aan de Universiteit van Oxford. Ze schreef eerder Stolen en The Corona Crash.