De ogenschijnlijke eenheid tussen Europa en de VS, die tot voor kort vanzelfsprekend leek, is door recente de confrontatie tussen Trump en Zelensky in het Witte Huis pijnlijk ontmaskerd. Achter het masker van eenheid blijkt het Westen intern verdeeld, met botsende economische belangen en een Europese elite die haar greep op de wereld wanhopig wil behouden.
De botsing tussen Trump en Zelensky in het Witte Huis, en via hem met de Europese Unie, heeft voor iedereen onverwacht heftige vormen aangenomen. Deze botsing heeft een probleem aan het licht gebracht, dat in de laatste decennia uit de discussie was verdwenen, maar nu sterk op de voorgrond komt.
Vóór de verkiezing van Donald Trump in november 2024, leek het ondanks een aantal meningsverschillen, nog allemaal koek en ei tussen Europa en de VS. Maar door de openlijke vernedering van Zelensky, en later ook door de weigering van Trump om met Ursula von der Leyen te praten over de invoertarieven, wordt de diepe tegenstelling duidelijk tussen de uiteenlopende economische belangen in het Westen.
Drieëndertig jaar geleden, in 1992, kondigde Francis Fukuyama het ‘Einde van de Geschiedenis’ aan waarin het westerse neoliberale model definitief gewonnen had na de implosie van het socialisme met de Sovjet-Unie (199
Een nieuwe kwalitatieve sprong in de wereldorde
Deze theorie waarin het Westen als een eenheid werd verondersteld vertroebelde de westerse geesten. Zij waren blijkbaar niet in staat of bereid om te zien dat er achter de façade van eenheid wel degelijk tegenstellingen waren tussen de VS en Europa.
Analyses bleven vaak hangen in abstract ideologische redeneringen zoals het verschil in cultuur en waarden tussen de VS en Europa, zonder door te dringen tot de kern van de tegenstellingen tussenbeide.
In werkelijkheid bevinden we ons midden een nieuwe kwalitatieve sprong in de wereldorde, die in de jaren negentig van vorige eeuw is tot stand gekomen. De fragmentatie van de wereldmarkt brengt de destructieve kenmerken van een productiewijze aan het licht die ons mogelijk naar oorlog leidt.
De val van de Sovjet-Unie in 1991 en de opening van China voor de westerse economie gaven zuurstof aan het wereldwijde kapitalisme dat al sinds de jaren tachtig in een financiële crisis verkeerde (denk maar aan de val van de beurs in Tokio in 1987).
Neoliberale Big Bang
In de neoliberale ‘Big Bang’ van de jaren 90 leek er ruimte voor iedereen. Ieder land dacht een stuk van de taart te kunnen bemachtigen. Maar net die belofte versnelde de tegenstellingen van het kapitalistische systeem: financiële oververhitting, extreme kapitaalconcentratie, verhoogde wereldwijde concurrentie en het opnieuw opduiken van de staat als directe dienaar van de heersende klasse.
Die rol kwam tot uiting in militaire interventies. Van de bombardementen op Joegoslavië tot de vele interventies in Afrika, het Midden-Oosten en Afghanistan. De buit werd onderling verdeeld door de Euro-Atlantische rovers. De belangrijke rol van de staat werd nog eens onderstreept door de aanzienlijke financiële tussenkomsten die aan de banken werd verleend tijdens de crisis van 2008.
Na de financiële crisis van 2008
Vanaf die tijd ontstonden er ook verschillende economisch-financiële centra. Naast de Verenigde Staten ontstond de Europese Unie. Ook in Azië kwam de tendens om een regionaal gebied te creëren. Eerst in Japan, dat later op de knieën werd gedwongen door de Verenigde Staten in de financiële crisis eind van de jaren negentig. China kende een sterke economisch groei en wist zich politiek te consolideren met de Communistische Partij als ruggengraat.
Het ontstaan van verschillende geopolitieke zwaartepunten betekende niet per se alleen concurrentie, maar ook samenwerking via politieke onderhandeling, zolang er ruimte was voor groei voor iedereen. Dit duurde tot de financiële crisis van 2008. Dan was het feest over.
Onder het mom van Euro-Atlantisme hebben de dominante elites van de VS en de EU geprobeerd een verenigde politiek-militaire façade in stand te houden. Gedurende verschillende decennia is dat gelukt. Maar zij hield uiteindelijk geen stand tegenover de fundamentele tegenstelling die zich ontwikkelde tussen de VS en de opkomende Europese Unie.
Onvermijdelijke botsing van belangen
Van de akkoorden van Maastricht (1992) tot de geboorte van de euro (2002) en de pogingen om de omvang van de EU en haar concurrentievermogen zo groot mogelijk te maken, was het onvermijdelijk dat de belangen van de twee belangrijkste centra van het westers kapitalisme uiteen zouden lopen.
Paradoxaal genoeg is deze tegenstelling niet zozeer ontstaan door de verwerving van strategische autonomie door de dominante elites in de EU, maar wel door een structureel probleem van de VS. Profiterend van zijn mondiale machtspositie (dollar als reservemunt) heeft de VS zijn publieke en private schulden maximaal uitgebreid.
Het bereikte niveau is nu onhoudbaar geworden. Het zet de VS ertoe aan om ook binnen het westers kamp economische en financiële druk uit te oefenen om de eigen situatie overeind te Houden.
De crisis in de VS heeft geleid tot het ontstaan van het ‘Trump-fenomeen’
Dat is zeker niet het resultaat van het presidentschap van Trump, maar van de rol die de VS sinds de jaren negentig heeft gespeeld. Deze rol leidde tot de financiële crisis in het eerste decennium van deze eeuw (2008) en ook tot de vlucht uit Afghanistan vanwege de economische onhoudbaarheid van de oorlog.
Het heeft uiteindelijk geleid tot het ontstaan van het ‘Trump-fenomeen’ vanwege de interne sociale crisis in de VS. Die crisis veroorzaakt ellende en instabiliteit in de zogenaamde ‘middenklasse’, dat wil zeggen de historische politiek-electorale basis van de heersende klasse.
De EU wordt vandaag geconfronteerd met een reactie van de VS die vergelijkbaar is met die van 1971, toen president Nixon de koppeling van de dollar aan goud binnen het systeem van Bretton Woods opzegde, zonder de westerse bondgenoten hiervan zelfs maar op de hoogte te stellen.
Omwille van de oorlog in Vietnam was in de jaren zestig-zeventig een groot deel van de nationale economie in de VS overgeschakeld naar militaire productie, terwijl Europa zich kon toeleggen op civiele productie.
Dat leidde tot een enorme toename van de Europese export, vooral vanuit Duitsland, en ook vanuit Japan, wat ademruimte en concurrentiekracht gaf aan de landen die in de Tweede Wereldoorlog waren verslagen.
Oude wereldorde botst op limieten
Omwille daarvan besloten de Verenigde Staten de dollar niet langer converteerbaar te maken in goud en gaven ze het startschot voor de processen van financialisering, waarmee ze opnieuw hegemonie verwierven in het Westen.
Deze economische wereldorde stoot nu blijkbaar op zijn limieten waardoor de Euro-Atlantische façade niet langer overeind kan gehouden worden. Daarnaast heeft de geboorte van BRICS+ de situatie nog moeilijker gemaakt.
BRICS laat zien hoe de potentiële sociaaleconomische groei zich heeft verplaatst van de oude imperialistisch-koloniale centra naar het Globale Zuiden, waar ook de militaire machtsverhoudingen zich beginnen te herpositioneren dankzij het bestaan van kernwapens – zoals het Oekraïnedossier ons heeft laten zien.
Het sprookje dat de Russen Europa willen binnenvallen
Als de heersende elites van Europa willen dat het continent zijn dominante en plunderende positie in de wereld blijft behouden, dan staan ze voor een moeilijke opdracht, zeker nu de militaire steun van de VS mogelijk wegvalt of afbrokkelt.
Om slagkracht op het wereldtoneel te behouden en landen in het gareel te doen lopen is het nodig om het proces van Europese eenwording in versneld tempo te forceren. Maar dat proces zit al jaren vast, vooral omdat de grote kapitaalgroepen nationaal verankerd zijn. Zij hebben greep op hun nationale regeringen en veel minder op de Europese politieke structuren. En die greep willen ze behouden.
Een economisch gefragmentariseerde onderbouw maakt met andere woorden dat een sterk politiek eengemaakte bovenbouw zoals in de VS zeer moeilijk te bereiken is.
Toch wil de Europese elite zo’n eenwording snel voltooien en dat doet ze door het sprookje dat de Russen Europa willen binnenvallen. Dat is de perfecte politieke en ideologische dekmantel om zo’n eenwording te forceren en een reactionaire (militaristische) wending voor te bereiden.
Merkwaardig genoeg wordt deze oorlogszuchtige koers niet aangestuurd door populistische of fascistische partijen, maar door de krachten rond EU-Commissievoorzitter Ursula Von der Leyen,(foto) van rechts conservatieven, christendemocraten, sociaaldemocraten tot groenen.
Voor de oorlog als impuls voor eenmaking is er een historische parallel. In de 19e eeuw werd het eenwordingsproces van Duitsland voltooid door twee oorlogen te promoten tegen externe vijanden. Tegen Oostenrijk in 1866 en tegen Frankrijk in 1870.
De oorlog in Oekraïne
Nu de VS de gunstige economische relaties met de EU afbreekt en de veiligheidsparaplu boven Europa uitholt is – bij wijze van spreken – de oorlog in Oekraïne voor de Europese elite een godsgeschenk.
Het is nu al duidelijk wie het gelag zal betalen voor deze reactionaire wending. Dat zullen de arbeiders en de lagere klassen in Europa zijn. De verhoging van de militaire uitgaven ter waarde van 800 miljard euro, voorgesteld door Ursula von der Leyen, zullen niet verhaald worden op de grote vermogens maar zullen ten koste gaan van de sociale uitgaven.
Gezien de omvang van deze extra-uitgaven zal dit niet alleen leiden tot ‘bezuiniging’ op de sociale uitgaven, maar zullen er ook structurele gevolgen zijn voor de Europese landen. Dit zal gaan van industriële herstructureringen met wellicht honderdduizenden ontslagen op het continent tot het beperken van de democratische vrijheden.
Die laatste trend zien we momenteel al in de Europese periferie. Denk maar aan Roemenië en Moldavië. Maar, naarmate de moeilijkheden toenemen, zal die trend zich ook verplaatsen naar het politieke centrum van de EU, zoals blijkt uit Frankrijk, waar Macron een regering in stand houdt zonder meerderheid en na het verliezen van de verkiezingen.
Progressieven en de politieke en sociale strijd
Progressieven bereiden zich de komende jaren best voor op een serieuze politieke en sociale strijd. Meer nog dan vandaag zal organisatieopbouw nodig zijn om een antwoord te bieden aan de reactionaire wending waarmee we zullen geconfronteerd worden.
Dit artikel is gebaseerd op een toespraak van Mauro Casadio op een groot publiek debat georganiseerd door het Italiaans Netwerk van Communisten (Rete dei Communisti) in Rome (29 maart 2025).