De nieuwe loononderhandelingen begonnen met het patronale ‘voorstel’ 0,4 procent loonsverhoging. De vakbonden lachen met deze kruimels. Ze schortten de gesprekken op. En nog beter: op 29 maart voeren ze een nationale actiedag in gemeenschappelijk vakbondsfront (foto). VBO-VOKA, neoliberale media en economen lijden aan een dwangstoornis: “de eeuwige te hoge loonkosten”, “Flexibiliteit” is het mantra. En natuurlijk zijn vakbondsacties altijd ongepast. (*)
Prof. Paul De Grauwe van de London School of Economics wint er geen doekjes om: “weg met de loonnorm” (De Morgen, 2 maart jl.). Hij stelt terecht dat het drukken van de lonen een competitiviteitsvoordeel brengt, maar ook een lager beschikbaar inkomen van de werknemers. Die besteden het grootste deel van hun inkomen aan Belgische goederen en diensten en doet de vraag naar Belgische producten dalen. Het is zelfs mogelijk dat de competitiviteitswinst lager is dan het negatieve looneffect voor de binnenlandse vraag. Er is echter volgens De Grauwe een nog fundamenteler probleem. Onderzoek wijst uit dat landen met de hoogste loonkosten de hoogste productiviteit hebben. De Scandinavische landen zijn daar een goed voorbeeld van. Noorwegen, IJsland, Denemarken, Zweden hebben de hoogste loonkosten in de wereld en staan aan de top van de landen met de hoogste competitiviteit. (zoals het World Economic Forum dat meet).
Hoge lonen is win-win
Volgens De Grauwe gaan hoge lonen en hoge productiviteit samen. “Hoge lonen die een hoge productiviteit weerspiegelen creëren een positieve spiraal in een land. Ze maken het mogelijk meer uit te geven aan onderwijs, onderzoek, aan gezondheid en sociale voorzieningen en aan publieke investeringen. Dat creëert niet alleen bijkomende banen, maar verhoogt ook het welzijn van de werknemers. Dat zijn ook effecten die de bedrijven ten goede komen. Hoge lonen geven een prikkel aan bedrijven om te blijven investeren in mensen. Zo worden werknemers beter en productiever en kunnen ze meer verdienen. Dat is de positieve spiraal die we observeren in Scandinavische landen”. Als je de patronale logica van het VBO-VOKA doortrekt dan zouden lage-lagere lonen bijv. in arme landen een veel hogere productiviteit dan bij ons moeten generen. Niets is minder waar.
De vakbonden hebben een degelijke sokkel om hun acties te verantwoorden. 1996 is de fameuze datum voor de loonnormwet tot stad gekomen onder het “centrumlinkse” bewind van de sociaal- en christendemocratische regering Dehaene II. Als we ons strikt houden aan het kader van de loonnormwet bij de berekening van de loonkosten dan zijn de lonen sinds 1996 ongeveer 1% trager gestegen in België dan in de buurlanden. Maar als we de loonkostverminderingen voor de werkgevers in rekening brengen dan is het 4% trager dan in de buurlanden. Volgens de vakbonden kwam de loonmatiging en bevriezing van de lonen neer op een groter welvaartsverlies dan in onze buurlanden. Dit, ondanks de automatische loonindexering. Het Europees Vakbondsinstituut berekende dat de afgelopen tien jaar (2009-2018) de echte loonsverhogingen bij ons stagneerden terwijl ze met 3% stegen in Nederland, 7% in Frankrijk en 11% in Duitsland.
Volgens de vakbonden is het minimumloon vandaag ondermaats om er waardig van te leven. Ze erkennen dat onze minimumlonen de vergelijking met het buitenland goed doorstaan. Maar dan nog spreken we over geen 10 euro per uur of 1.560 euro per maand. Bruto! Berekeningen op basis van de levenskosten komen tot het besluit dat een minimumloon vandaag betekent 14 euro per uur of 2.300 euro bruto per maand. De werkgevers doen alsof “zij” het zijn die in alle hun goedheid lonen moeten geven, maar ze verzwijgen dat het de werknemers zijn die de rijkdom, omzet en winsten produceren door hun dagelijkse arbeid. Naar aanleiding van Covid-19 spreekt men over essentiële beroepen. In het voorbije pandemiejaar is duidelijk gebleken dat het niet de managers, aandeelhouders zijn die ervoor gezorgd hebben dat er voedsel ter beschikking was, huishoudelijke producten, transport, bewaking, én verzorging thuis, in zorgcentra en in ziekenhuizen. Vandaag heeft men de mond vol over de “waardering van essentiële beroepen”. Maar wij stellen vast dat de minimumlonen in al die jobs stukken onder de 14 euro per uur liggen. Erkenning? Toch niet in fatsoenlijke minimumlonen. Met applaus en schouderklopjes breng je geen brood op de plank en je betaalt er ook geen water- en energiefactuur mee. Daarenboven geldt blijkbaar geen loonnorm als je ziet hoe managers riante loonsverhogingen krijgen terwijl ze tegelijk voor “hun voetvolk” loonmatiging prediken? De progressieve denktank Minerva (logo) stegen de lonen en sociale bijdragen gestaag de afgelopen 25 jaar. Minerva: “Maar het zijn vooral de winstuitkeringen die in het oog lopen. Die verviervoudigden in een kwarteeuw. De steile stijging vanaf 2015 viel samen met de komst van de regering Ch. Michel-J. Van Overtveldt (MR-N-VA) die de aandeelhouders pamperde, de loonwet van 1996, de indexatie van de lonen verstrengde en een taxs shift oplegde. De Nationale Bank stelde al in 2019 vast dat de Belgische ondernemingen deze cadeaus van de regering Michel gebruikte, niet om de prijzen te verlagen en zo aantrekkelijker te worden op buitenlandse markten, maar wel om hun winstmarges op te krikken en de aandeelhouders te plezieren. De acties van de vakbonden gaan dus naar de kern van de arbeidsverhoudingen in het kapitalisme. De winstuitkeringen stegen en het VBO-VOKA willen dat zo behouden”. De studiedienst van de linkse oppositiepartij PVDA stelt vast dat 17 van de Bel-20 bedrijven hebben aangekondigd dat ze ca 5 miljard euro dividenden gaan uitkeren. Een berekening van de studiedienst becijferde dat een loonsverhoging van 5% in deze bedrijven 1,2 miljard zou kosten of één vierde van de aangekondigde dividendenuitkering. De eis voor een soepele, indicatieve loonnorm krijgt steun binnen de PS. PS-kamerlid en gewezen topman van het Waalse ABVV, Marc Goblet zit op dezelfde golflengte als de linkse oppositiepartij PTB-PVDA. Samen met Raoul Hedebouw van de PTB diende hij een wetsvoorstel in om de loonwet te versoepelen tot een indicatieve loonnorm. Daardoor zou rekening kunnen gehouden worden met de vele bedrijven die het tijdens de covid-19 crisis zeer goed deden en bedrijven en sectoren die het moeilijk hebben, vaak kleine en middelgrote bedrijven en zelfstandigen.
Digibedrijven
Het zou fout zijn loonkosten te herleiden tot de financiële verloning. Gebrekkige of slechte arbeidsvoorwaarden zijn voor de werkgevers eveneens middelen om op de rug van de werknemers, schijnzelfstandigen te besparen in loon- en sociale zekerheidskosten. Een sprekend voorbeeld zijn de digitale bedrijven zoals bijv. Uber, Deliveroo, Airbnb en andere die hun zakenmodel steunen op de digitale technologie via de smartphone. Als consument wordt je ijdelheid gestreeld als je met een paar gemakkelijke tikjes op het scherm van je smartphone een taxi of maaltijd kunt bestellen. Digitale technologie kan een zegen zijn, maar is een vloek als het ingebed is in een businessmodel dat enkel op winstbejag jaagt en maximale uitbuiting van de werkers. Het is bandietenkapitalisme dat bewust en zonder schroom de randen opzoekt van de sociale- en fiscale wetgeving. Om loonkosten te besparen, behandelen ze de werknemers als zelfstandigen voor wie ze geen verantwoording verschuldigd zijn, maar eisen tegelijk dat ze als werknemers volledig aan de regels en de eisen van het bedrijf gebonden zijn. Wie herinnert zich niet de prachtige film van de sociaal geëngageerde regisseur Ken Loach (foto) “Sorry, we missed you”(2019) (twee keer winnaar van de Gouden Palm op het filmfestival van Cannes, in 2006 en 2016). De film is het verhaal van een man die als pseudozelfstandige koerier in een spiraal naar beneden terecht komt en zichzelf en zijn gezin naar de afgrond leidt. Reden? Het is het leven zonder sociale zekerheid, een hongerloon, jonge mensen die in het bandietenkapitalisme genadeloos tegen elkaar worden uitgespeeld en enorm kostenbesparend en winst verhogend zijn voor de aandeelhouders.
De acties van de vakbonden op 29 maart ek zullen de eerste krachtmeting tussen de regering en de vakbonden. De socialistische partijen in de regering komen onder druk te staan, vooral de ‘golden boy’ van de PS, Federaal minister van Werk Pierre-Yves Dermagne. Ook PS-voorzitter Paul Magnette acht de huidige dwingende loonwet ‘onwerkbaar’. En toch slikte de PS samen met de Vlaamse socialisten- een regeerakkoord dat de verstrengde loonwet van de vorige regering Michel-Van Overtveldt ongemoeid laat. Wordt april het uur van de waarheid voor de regering?
(*) cfr. deze blog: “loononderhandeling: vakbondsfront stopt voor ze begonnen is”, 17 februari 2021.