Door de corona crisis dreigen veel Vlaamse kmo’s en zelfstandigen kreupel te worden of zelfs te verdwijnen. Vele kmo ondernemers zien financieel bijna de bodem, zeker als ze leefden met smalle marges en geen buffer hebben. Sommigen worden zelfs tot de bedelstaf of de voedselbank veroordeeld. De staat is hun laatste redplank voor financiële hulp.
Vlaanderen, België is een kmo- en zelfstandigen land. Kmo’s en zelfstandigen zijn de kroonjuwelen van de in Vlaanderen diep gewortelde familiaal gebonden economie. De wekenlange lockdown als gevolg van de Covid-19 besmetting brengt vele van die ondernemingsleiders en hun vaak in precaire statuten werkend personeel, in zeer grote moeilijkheden. Nu al stellen OCMW’s en voedselbanken (tekening) vast dat er zich een publiek aanmeldt dat tot nu toe niet over de vloer kwam voor dringende hulp. Hoe dan ook Covid-19 heeft de kmo’s en zelfstandigen voor sommigen in een existentiële crisis geplaatst. De vakbond van kleine ondernemers en zelfstandigen Unizo, met woordvoerder Danny Van Assche vraagt stevige steunmaatregelen van de overheid. “Anders zijn we volledige sectoren naar het stort aan het dragen”. Hij denkt dan aan reisbureaus, autocarbedrijven, fitnesscentra, evenenementenbedrijven, campings, foorbedrijven, taxiondernemingen. Volgens hem neemt minister van Financiën Alexander De Croo volgens hem goede maatregelen maar ze zijn vooral gericht op bedrijven die goed boeren en veel winsten maken. “Maar er zijn ook duizenden bedrijven die werken met kleine winstmarges –zoals de reissector, de autocars, fitness centra, horeca. We zullen diep in de zakken moeten tasten om te voorkomen dat het economische weefsel onherstelbaar beschadigd wordt. Doen we dat niet dan is de schade voor kmo- land België niet te overzien.”
Belastingkrediet
Ook linkse Vlaamse partijen roepen op om meer overheidssteun voor de kmo’s en zelfstandigen. De Vlaamse socialisten o.l.v. voorzitter Conner Rousseau zeggen dat de Vlaamse en federale overheid meer moeten doen om te beletten dat kmo’s en zelfstandigen nodeloos over kop gaan. Wat de Vlaamse socialisten niet zint in de maatregelen van de regering van Sophie Wilmès is, dat bedrijven om hun eigen financiën op peil te krijgen, de verliezen die ze dit jaar boeken kunnen compenseren in de periode 2021 tot 2023. Die maatregel, zeggen de Vlaamse socialisten, zal te duur worden en de grote winstgevende bedrijven (andermaal) een royaal fiscaal cadeau zal geven. En de zwaarst getroffen bedrijven, de kmo’s en zelfstandigen, worden er onvoldoende mee geholpen. De SP.A wil specifieke maatregelen voor de kmo’s en zelfstandigen. Ze putten inspiratie uit de Noorse en Deense aanpak. Dat model werkt met een belastingkrediet. Hoe langer een kmo de deuren moest sluiten, hoe groter het belastingkrediet. Bijv. Wie 12 weken lang, ofwel 23 procent van het jaar, gesloten blijft, krijgt een belastingkrediet van 23 procent op zijn vaste kosten. Dit belastingkrediet is interessanter dan een belastingvermindering, omdat als je er recht hebt op dat krediet en geen winst gemaakt, je dat krediet uitbetaald krijgt door de fiscus. Volgens de Vlaamse socialisten helpt dat de getroffen bedrijven sneller dan een systeem met belastingvermindering op toekomstige winsten. De leningen die de Vlaamse regering ter beschikking stelt zouden ook meer ademruimte moeten geven voor de kmo’s en zelfstandigen door hen maximaal tien jaar tijd te geven om de lening terug te betalen. De Parti Socialiste (PS) van Wallonië lanceerde een jumbio-relanceplan van ca 30 à 50 miljard, een shock plan waarin ook veel aandacht gaat naar de duizenden kmo’s en zelfstandigen. PS- voorzitter Paul Magnette: “… Voor de horeca bijv. zijn er geen duizend opties. Het is duidelijk wat we moeten doen: de btw verlagen, de sociale bijdragen verlagen, de belastingaftrek van restaurantkosten verhogen en oplossingen zoeken voor conflicten tussen huurders en eigenaars”.
woekerwinsten grootbedrijven
Het is niet genoeg te zeggen dat de kmo’s en zelfstandigen meer overheidssteun moeten krijgen. Vaak uit de hoek die steeds zongen dat de staat moet ontvet worden. De Partij van de Arbeid (PvdA) lanceerde bij monde van voorzitter Peter Mertens een wetsvoorstel ten einde een Nationaal Steunfonds op te richten om de kleine spelers in de bedrijfssectoren te helpen. En vooral, hoe dit te financieren?
Dat Fonds moet gespijsd worden met een belasting op de woekerwinsten van de distributiegiganten zoals Colruyt, Carrefour, Delhaize, Aldi, Lidl en de e-handel zoals Amazon. Peter Mertens: “Tijdens de crisis maakten bepaalde grote bedrijven superwinsten. In de sector van de grootdistributie steeg de omzet met 20%, sinds het begin van de pandemie. De grote spelers konden extra winsten boeken op de rug van kleine zelfstandigen.” De PvdA wil een belasting van 75% op de woekerwinsten. Om die te berekenen worden de recente corona winsten vergeleken met de gemiddelde winst van de afgelopen vijf jaar. De maatregel zal enkel gelden voor grote bedrijven die in 2020 buitengewone winsten geboekt hebben en die een omzet halen van meer dan 10 miljoen euro. De PvdA denkt ook aan sectoren van de farmaceutische en paramedische industrie, de voedingsmiddelenindustrie, en bepaalde bedrijven in het transport en de logistieke sector, waar woekerwinsten worden geboekt. Op de PvdA site wordt een evaluatie gemaakt van de overwinsten van de grootdistributie in België. Uit recent gepubliceerde cijfers van het Nielsen Instituut blijkt dat de verkoop in de Belgische supermarkten in maart en de eerste drie weken van april 2020 met 20,1% is gestegen (in vgl met dezelfde periode in 2019). Dat is goed voor meer dan 506 miljoen euro omzet en al een groei van 10% op jaarbasis. Aangezien de lockdown nog niet is afgelopen, kan men ervan uitgaan dat de verkoop in de supermarkten met ten minste 15% zal toenemen. Dat alles zal evenredig weerspiegeld worden in de winsten, wat zal resulteren in een overwinst van 105 miljoen euro in 2020 in vergelijking met de winst over de afgelopen 5 jaar. Dat is een lage, conservatieve schatting. De grote ketens maken ook meer winst door hun oneline verkoop. Dat blijkt uit de uitzonderlijke resultaten van de Ahold Delhaize Groep.
E-commerce bedrijven
De PvdA evalueert ook de omzet van e- commerce reuzen in België. Daarover bestaan weinig actuele cijfers. Maar volgens de laatst beschikbare cijfers voor 2018 kan de gezamenlijke omzet in België van Amazon, Bol.com, en Zalando worden geschat op minstens 835 miljoen euro. Een heffing van 5% op de omzet van deze drie bedrijven zou ongeveer 40 miljoen euro opleveren. Dat is een lage schatting, omdat geen rekening wordt gehouden met de sterke groei van de e-commerce sinds 2018, noch met de groei als gevolg van de coronacrisis.
De PvdA dringt erop aan dat eindelijk de grote e-commerce platformen in België belasting betalen. Er wordt voorspeld dat de omzet van Amazon in 2020 door de pandemie met 20% zal stijgen tot in totaal 355 miljard dollar. Bol.com kondigt een omzetstijging aan van 40%. Omdat deze bedrijven de Belgische markt vanuit hun buitenlandse dochterondernemingen bevoorraden, kan een belasting niet anders dan op hun omzet geheven worden. De PvdA stelt een belasting voor van 5% op hun Belgische omzet. Alleen al de vier grootste e- commerce spelers in België- Bol.com, Amazon, Coolblue en Zalando – zou 40 miljoen opleveren.
Lessen trekken uit wereldoorlogen
Peter Mertens wijst er ook op dat een belasting op buitensporige winsten na een catastrofe zoals oorlog of pandemie vandaag niet ongewoon is. Dergelijke belasting bestond in Frankrijk na de Eerste Wereldoorlog en in de Verenigde Staten en Canada tijdens de Tweede Wereldoorlog. De bedoeling was zowel onrechtmatige privé verrijking als gevolg van de oorlog te voorkomen en de grote bedrijven te laten bijdragen aan de collectieve inspanning. De Verenigde Staten speelden onder president Delano Roosevelt (foto) een voorlopers rol. De belasting bedroeg 95% (!) op het deel van de winst dat de normale winst in vredestijd overschreed en in Canada werd ze vanaf 1942 opgetrokken tot 100%! Thomas Piketty schrijft in zijn monumentaal boek “Kapitaal en Ideologie” ook over het aanspreken van de superrijke oligarchen. “Tussen 1932 en 1980 was in de Verenigde Staten het belastingtarief voor de hoogste inkomens gemiddeld 81%. In het Verenigd koninkrijk, waar de depressie leidde tot discussies over de inbreng van de financieel-economische elite, gold een belastingtarief van gemiddeld 89% voor de hoogste inkomens en van 72% voor de grootste nalatenschappen”. (blz. 481)