Zuid Europa blijkt in verschillende opzichten de frontlijn te zijn tussen de neoliberale elite tegenover de democratische, soevereine volkswil. Eerst was er Griekenland. Daarna werd het soevereiniteitsverlangen van de Catalanen gefnuikt. En nu Italië waar eerst de vorming van een regering werd belet door een presidentieel veto en de Europese elite. En enkele dagen later, op 31 mei 2018, werd toch een regering gevormd.
De nieuwe coalitie van de “Lega (Nord)” (17% van de stemmen) met de “Vijfsterren Beweging” (32%) was een logisch gevolg van hun overwinning in de verkiezingsuitslag van 4 maart jl. Sinds 4 maart jl. werden onderhandelingen gevoerd over een regeringsprogramma, die met succes werden afgerond. De eerste minister zou Guiseppe Conte worden. Een professor privaatrecht aan de universiteit van Florence, het is een cassatie- en bestuursrechtadvocaat. Hij heeft een linkse achtergrond en is lid van de Vijfsterren Beweging. Ze is vooral in het zuiden sterk ingeplant, maar ook in Rome (zie foto).
Presidentieel veto
Deze “eurosceptische” regering wordt gezien als een ramp door de leidende EU-elite in Brussel, de Junckers, de Macrons, de Merkels, de Verhofstads en de Tusks, en door de bankenlobby. Er werd ingegrepen, zij het achter de schermen en met de Italiaanse president als handpop. Op 23 mei jl. werd Guiseppe Conte voorgedragen als voorzitter van de Ministerraad en moest hij aan president Carlo Mattarella een lijst met kandidaat ministers ter goedkeuring voorleggen. Constitutioneel heeft de president het recht benoemingen te doen, of te weigeren van de kandidaat ministers indien de grondwet in gevaar komt. Zo weigerde hij de voorgestelde kandidaat, minister van Financiën, Paolo Savona, een 81-jarige prof economie, en notoir tegenstander van de euro, te aanvaarden.President C. Mattarella verantwoordde zijn weigering omdat “de euro voorzien is in de grondwet en fundamenteel is voor het land”. Na die presidentiële weigering gaf de kandidaat eerste minister G. Conte zijn opdracht terug. Hierna benoemde de president de IMF- directeur Carlo Cottarella tot kandidaat premier op 28 mei 2018 van een technocratisch zakenkabinet om verkiezingen voor te bereiden en de begroting 2019 in orde te brengen. C. Cottarella is geen onbekende in de Italiaanse politiek. Als IMF-man in de centrumlinkse regering van Enrico Letta in 2013, leidde hij de besparingsprogramma’s en kreeg de bijnaam “de schaar”.
Tweede keer goede keer: toch een regering G. CONTE
De weigering van president Carlo Mattarella om de door de coalitie voorgestelde minister van Financiën, de eurocriticus Paolo Savona, te benoemen en dus de regering Conte onmogelijk maakte, lokte hevige reacties uit bij de leiders van de coalitiepartijen. Zowel Matteo Salvini van de Lega en Luigi Di Maio van de Vijfsterren Beweging reageerden woedend op de beslissing van de president. Di Maio: “Dit is een institutionele botsing zonder precedent. Wat baat het nog te gaan stemmen, als de ratingbureaus en de bankenlobby de samenstelling van de regering bepalen?” Na overleg tussen de coalitiepartijen kwamen ze op 31 mei 2018 toch overeen een regering te vormen o.l.v. G. Conte. Het veto van de president tegen Dhr. P. Savona werd omzeild door hem te benoemen tot minister van Europese Zaken. Wellicht speelde ook mee dat de leider van de Lega Noord, afzag van zijn ambitie om terug verkiezingen te organiseren die hij verwachtte te winnen.
In Italië komen nu uitgesproken soevereinistische en eurosceptische partijen aan de macht. Hierbij kunnen een aantal bedenkingen gemaakt worden
Italië lijdt onder de EU-politiek
De plaats van Italië als derde grootste economie in de eurozone is belangrijk in de EU. Een diepe crisis tussen Rome en Brussel kan het einde van de EU betekenen. De opvallende kiesresultaten van de eurosceptische partijen “Lega” en de “Vijfsterren beweging” zijn geworteld in het feit dat Italië lijdt onder de EU en de euro. En dat sinds 2000 toen de euro werd ingevoerd. Italië was tussen 1960 en 1990 een economisch dynamisch land, men sprak toen van het Italiaans mirakel. Met de invoering van de euro kon Italië niet meer zijn muntpolitiek voeren in functie van de noden en behoeften van de economie van het land. En dan vooral ten aanzien van Duitsland en de Noord-Europese economieën. Dat alles had een negatief effect op de economische ontwikkeling. De investeringen bleven onder het niveau van 1994-1996. Het BBP van Italië is vandaag even hoog als in 2000. Het BBP per hoofd in Italië daalt. Ook het spaargeld van de Italianen smelt weg onder meer door fiscale maatregelen van de diverse regeringen, terwijl de hoogste Italiaanse inkomens buiten schot bleven. Daarenboven wordt met de euro een interne devaluatie doorgevoerd die zijn naam niet draagt door de vanuit Brussel en kapitalistische lobbygroepen opgedrongen flexibilisering en goedkoper maken van de arbeid. Het is niet nieuw. Denk aan de tijd van de sociaaldemocraat Gerhard Schröder en de Groenen, met het plan Hartz IV, vijftien jaar geleden in Duitsland, en recent in Italië met de centrumlinkse regering Matteo Renzi en ook toegepast door de Franse presidenten François Hollande, sociaaldemocraat, en zijn liberale opvolger, de Rotschild posterboy Emmanuel Macron. En wat iedereen voor zijn ogen ziet: Italië staat er quasi alleen voor met de vloedgolf aan immigranten vanuit Afrika, zonder ernstige steun van de Europese Unie. We verwijzen ook naar de Italiaanse maffia die diep genesteld is in de EU structuren in Brussel, waar hun lobbywerk hen in Italië miljoenen euro’s oplevert in grote bouwprojecten, subsidies aan bedrijven, enz…
Een nieuwe stap in het uiteen vallen van de EU?
De vorming van een regering G. Conte zou belangrijke gevolgen kunnen hebben voor de EU. In feite betekende dat de opening van een nieuw front in de crisis die de EU sinds jaren kent. Wat door de machtscenakels en de traditionele politieke partijen denigrerend populisme wordt genoemd ,van rechts en van links, is in feite een alliantie in de natiestaten van het volk, de werkenden, werklozen, vrije beroepen, nationale burgerij en kapitaal tegen de destructieve pletwals van het mondiaal kapitaal, de grootbanken, de EU en de politieke kaste aan de macht. Immers, vandaag wordt het lot van de bevolking bepaald door niet-gekozen, structuren en technocraten in kantoortorens of glazen luxetempels van de ECB, IMF, EU. Verarming, armoede, ongecontroleerde immigratiestromen zijn het lot van het volk. De vermaarde politieke filosofe Chantal Mouffe stelt dat “het populisme geen gevaar is voor de democratie. Het wil de democratie redden. Het systeem zoals het nu bestaat is een bedreiging voor de democratie.” Dat populisme gaat al terug tot 2005 toen een ontwerp van Grondwet ter goedkeuring werd voorgelegd. In sommige landen werd daarover een uitgebreid debat en referendum georganiseerd (we herinneren ons nog een boeiend, avondvullend debat op de Franse televisiezenders voor het referendum). In Nederland en Frankrijk, Ierland werd het ontwerp afgekeurd. In Vlaanderen en België bleef het doodstil. Nadien werd door de EU een lichtjes gewijzigde grondwet toch door de strot van de Europeanen geduwd. Door systematisch de wens van de kiezers, om de afbraak van de welvaartsstaat te stoppen,af te wijzen, krijgen massa’s Europeanen een slechte smaak in de mond als ze over de EU in Brussel of de Europese Centrale Bank (ECB) in Frankfurt horen.
Superstaat pretenties zonder legitimiteit
Na het referendum dat in 2016 leidde naar de Brexit, na de verkiezingen in Oostenrijk, en in Hongarije, zijn het nu de Italianen die het moeilijk hebben met de EU en vooral zijn superstaat pretenties. Liberalen verwijzen steeds naar de democratische rechtsstaat. En daar is niks mis mee. Maar voorafgaandelijk aan de wetten, verordeningen, richtlijnen is er de legitimiteit van de werking van structuren en de wetten. Een groot deel van de bevolking moet er zich in herkennen. Vandaag is dat steeds minder het geval. Eurofielen met hun superstaatambities kennen blijkbaar hun geschiedenis niet van de eeuwenoude groei van de natiestaten. Het is het typisch kenmerk van Europa. Een Europese superstaat betekent dat de natiestaten worden herleid tot provincies die nog wat aan volksdansen en cultuur mogen doen. Het is tot mislukken gedoemd. Trouwens, in de recente perikelen rond de opzegging van de Iran deal door de Amerikaanse president D. Trump waren het de grote Europese natiestaten Frankrijk, Duitsland die het initiatief namen in het verzet tegen de opzegging van de Iran deal. Vele andere domeinen en dossiers bewijzen dat de natiestaten kunnen samenwerken en tot akkoorden komen voor uitdagingen en problemen (milieu, technologie…) die de grenzen van de natiestaten overschrijden. Denk maar aan Nederland en Vlaanderen.
De lompe, maar verhelderende opmerking van een eurocommissaris
Als klap op de vuurpijl in de politieke gebeurtenissen in Italië was er de brutale, lompe uitspraak van de Duitse Eurocommissaris Günther Oettingen. Hij zei dinsdagavond 29 mei jl. voor de tv-zender Deutsche Welle dat hij verwacht dat “de markten en de Italiaanse economie zwaar getroffen zullen worden. Dit zou een signaal uitsturen naar de kiezers dat ze geen populisten van links of rechts moeten verkiezen. De markten zullen de Italianen leren dat ze voor de juiste partijen moeten stemmen”. Dit sluit aan op de mening van de afgewezen minister van Financiën en eurocriticus Paola Savona die in zijn biografie zegt: “De euro is een Duitse kooi. De Noord-Europese druk op financiële hervormingen in Italië komen neer op koloniale omstandigheden die Griekenland ook al ervaren heeft. Duitsland heeft zijn visie over de eigen rol in Europa niet meer aangepast sinds het einde van het nazisme. Al heeft het land afstand gedaan om dat met militaire middelen af te dwingen”.
Italië: voor een meer Continentaal Europa?
Beide Italiaanse soevereinistische partijen hebben andere posities in het internationaal debat dan de traditionele pro Atlantische partijen. Zowel de Lega als de Vijfsterren hebben een meer continentale gerichtheid. Europa staat vandaag, ondermeer door het beleid van Washington voor de keuze: gaat het de vazal blijven van Washington of een eigen onafhankelijke, meer continentale weg zoeken waarin ondermeer Rusland als partner wordt benaderd in plaats van als vijand, als bedreiging zoals Washington het graag ziet? Voor de welvaart en de veiligheid van het continent zou het o.i. een goede zaak zijn. Beide partijen geven kritiek op de VSA en de EU voor hun inmenging in Oekraïne. Ze willen een einde maken aan de EU-sancties tegen Rusland omdat dit Italiaanse bedrijven en werknemers sterk benadeelt door de dalende export naar dat land.
Italië geeft hoop omdat het de “populisten” zijn die de niet geringe verdienste hebben de breuk met de neoliberale dogma’s, het heroveren van de democratie en de soevereiniteit op de politieke agenda te hebben geplaatst.