Tien jaar geleden op 19 maart 2011 begonnen de EU-NAVO-bombardementen op Libië, aan de Middellandse Zee, vlakbij Europa.(kaartje) De oorlog werd geleid door de Amerikanen. Frankrijk en Italië waren de haantjes de voorste. Bijna alle NAVO-landen, van het centrumlinkse tot het rechtse politieke spectrum, deden mee. In plaats van democratie, zijn moord, folteringen en de slavenmarkten in Libië terug, doen de oliemaatschappijen wat ze willen, en vieren religieus en tribaal sektarisme hoogtij.
De land component van de NAVO-oorlog bestond erin, voor het lucht- en zee offensief, dat tribale stammen en islamitische groepen bewapend, begeleid en gefinancierd werden door de Westerse diensten en “special forces”. De oorlog duurde zeven maanden. In die periode werden door de NAVO-luchtmacht 30.000 missies uitgevoerd, waaronder 10.000 aanvallen, met meer dan 40.000 bommen en raketten. Alle NAVO-landen deden mee behalve Duitsland (red. de Amerikaanse luchtmachtbasis in Ramstein werd wel gebruikt als een belangrijk commandocentrum). Italië dat van 1911 tot 1943 de koloniale macht was in Libië had in de oorlog een speciale rol, ook door zijn geografische ligging. De centrumlinkse Partito Democratico stond op de eerste rij om deel te namen aan de NAVO-aanval op Libië. Nochtans had Libië geen enkele NAVO-land bedreigd of aangevallen. Op zeven NAVO-luchtmachtbasissen (Trapani, Gioia del Colle, Sigonella, Decimomannu, Aviano, Amendola en Pantelleria) stegen gevechtsvliegtuigen op zoals Tornado’s, Eurofighters en andere bommenwerpers, met het Italiaanse vliegdekschip Garibaldi en andere oorlogsschepen actief betrokken.
Westerse “democraten” bombarderen Libië naar stenen tijdperk
De Noord-Afrikaanse staat werd naar het stenen tijdperk gebombardeerd om de democratie en de mensenrechten te vestigen en een slechte dictator te liquideren. Hillary Clinton, toen staatssecretaris van Buitenlandse Zaken onder president Barack Obama, zegde triomfantelijk na de oorlog: “We kwamen, we zagen en dictator al-Qadhafi was dood”.
Libië was niet toevallig gekozen door het Westers imperialisme. Libië was een motor van de Afrikaanse ontwikkeling, een land met de grootste olievoorraad van Afrika en daarbij gasrijkdom. In 2010 erkende de Wereldbank dat Libië “hoge niveaus van economische groei had”, met een jaarlijkse toename van het bbp van 7,5%. Het Noord-Afrikaanse land kende hoge indicatoren van menselijke ontwikkeling. De Wereldbank verwees toen naar de universele toegang naar basis- en voortgezet onderwijs en voor meer dan 40% naar universiteiten. Ondanks de verschillen in rijkdom in de samenleving was de gemiddelde levensstandaard hoger dan in alle Afrikaanse landen. Ongeveer twee miljoen immigranten voornamelijk Afrikanen vonden er werk. De Libische staat, die de grootste oliereserves van Afrika heeft en aardgasreserves, gaf beperkte winstmarges aan buitenlandse energiebedrijven. Dankzij de export van olie en gas had de handelsbalans van Libië een jaarlijks overschot van 25 miljard euro. Met dergelijke overschotten had de Libische staat ongeveer 150 miljard in het buitenland geïnvesteerd. Libische investeringen in Afrika waren doorslaggevend. Ze financierden het plan voor de oprichting van een Afrikaans Monetair Fonds, met hoofdkantoor in Yaoundé (Kameroen); de Afrikaanse Centrale Bank, met hoofdkantoor in Abuja (Nigeria); de Afrikaanse Investeringsbank, met hoofdkantoor in Tripoli (Libië). Deze instituties moesten gediend hebben om één gemeenschappelijke markt en één gemeenschappelijke munt voor Afrika tot stand te brengen.
Het is geen toeval dat de NAVO-oorlog (tekening Vrede vzw) begint minder dan twee maanden na de top van de Afrikaanse Unie die op 31 januari groen licht gaf voor de oprichting op korte termijn van het Afrikaans Monetair Fonds. De e-mails van de staatssecretaris van de VS-regering Obama, Hillary Clinton, die door Wikileaks van Julian Assange werden verspreid, bewijzen dit. De Verenigde Staten van Obama en het Frankrijk van president Nicolas Sarkozy wilden de Libische leider Moamar al-Qadhafi liquideren voordat hij de kans had de goudreserves van Libië te gebruiken om een pan-Afrikaans valuta alternatief te creëren voor de Amerikaanse dollar en de CFA-frank (= munteenheid opgelegd door Frankrijk aan zijn 14 voormalige koloniën). Dit wordt ook bewezen door het feit dat voor de bommenwerpers in 2011 begonnen, de Westerse banken in actie kwamen. Zij namen 150 miljard dollar in beslag die de Libische staat in het buitenland investeerde. De meeste van die miljarden verdwenen in onbekende kluizen. Bij deze bandietenroof valt vooral de rol op van de Amerikaanse Goldman Sachs bank, waarvan de huidige Italiaanse premier Mario Draghi toen de vicepresident was.
Vandaag verdwijnen de olie-inkomsten bijna volledig in de zakken van de huidige machtsgroepen en hun beschermers vnl. Westerse multinationals, wat vergemakkelijkt wordt door de anarchie in het land en de gewapende strijd tussen clans en stammen, aangewakkerd door het Westerse speciale diensten. De welvaart van de Libische bevolking is ineengestort. De Afrikaanse immigranten, beschuldigd van huurlingen te zijn van Qadhafi, worden gevangen gezet in dierenkooien van de zoo, gemarteld, verkracht en verkocht op slavenmarkten en vermoord. Libië is de voornaamste uitvalsbasis voor de transit van de mensenhandel naar Europa, die meer slachtoffers heeft veroorzaakt te land en ter zee, dan de oorlog van 2011. In Tawerga worden islamitische fundamentalistische milities gesteund door de NAVO die zich schuldig maken aan etnische zuiveringen die zowat vijftigduizend Libiërs verplichtten te vluchten naar andere Afrikaanse landen en naar Europa zonder hoop ooit nog terug te kunnen keren.
Bron: site Le Grand Soir, Manlio DINUCCI (titels, vet toegevoegd)
De dollar het hart van de Amerikaanse hegemonie
Het zoeken naar alternatieven voor het wereldwijde monopolie van de US-dollar is de zwaarste aanval op de Amerikaanse hegemonie in de wereld sinds de Tweede Wereldoorlog en wordt als een oorlogsverklaring gezien door Washington. De dollar gaat boven militaire macht. Het gebruik van dollar als machtsinstrument maakt landen extra gevoelig voor Amerikaanse sancties en invloed. Al wie een de-dollarisatie beleid voert in de wereldhandel wordt als vijand van de Amerikaanse hegemonie gezien. Qadhafi in Libië tekende zijn doodvonnis door dat pad op te gaan. Zeker als die alternatieve financiering gedekt wordt door grote bodemrijkdommen, militaire macht of strategische ligging.
Dat hebben de voorbije dertig jaar ook andere middelgrote machten zoals ex-Joegoslavië, Afghanistan, Irak en ook nu Venezuela mogen ondervinden. Rusland en China, militaire en economische grootmachten, vervangen meer en meer de US-dollar in hun handelsrelaties en zetten andere landen ertoe aan. Niet voor niks worden Rusland en China vanaf nu beschouwd als vijanden voor wat de VS noemt “de stabiliteit van de internationale orde”. Democratie, mensenrechten staan aan de top van het menu in de informatie- en propagandaoorlog. Zelfs als de export van de Westerse democratie moet afgedwongen worden met de vernietiging van een land.
Zonder te ontkennen dat er wel degelijk problemen zijn van democratie en mensenrechten in vele landen, ook in het Westen (cfr. De groei van de armoede, Catalonië of de taalrechten van minderheden in de EU, in de Baltische staten bijv.) worden deze geïnstrumentaliseerd, overdreven en tot dramatische proporties opgeblazen door het Westen. De geviseerde landen kunnen in een kramp kunnen schieten om zich tegen die aanvallen te verdedigen. Momenteel is er dan ook een hybride oorlog met grotere intensiteit dan vroeger begonnen tegen landen die Washington dwars zitten voor de keuze van hun ontwikkelingsmodel, hun onafhankelijkheid en soevereiniteit. Nochtans zal Washington moeten aanvaarden dat de VS niet meer het imperium is van waaruit alles gedicteerd wordt, maar onderdeel is van een multipolaire wereldorde met verschillende grote machtscentra te weten Europa, China, Rusland, India.
In Libië hebben we gezien tot wat de export van democratie en mensenrechten leidt: het uiteenvallen van de staat, tribaal en religieus sektarisme, middeleeuwse slavenmarkten, foltering en moord, mensenhandel, ongebreidelde exploitatie van de olierijkdommen door Westerse multinationals beschermd door private veiligheidsfirma’s. In die imperiale strijd krijgen ze de steun van quasi het gehele politieke spectrum in het Westen, van rechts tot centrumlinks en ecologisten. De Belgische politieke partijen van centrumlinks tot centrumrechts, in zuid en noord, stemden in 2011 voor de NAVO-oorlog in Libië (behalve het Vlaams Belang dat zich afzijdig hield). Een verschrikkelijke vergissing als we de resultaten daarvan zien.