Op 2 februari 1943 gaven de nazi’s zich over aan het Sovjet- Russische Rode Leger in de slag om de zuidelijke grootstad Stalingrad, toegangspoort tot de oostelijker gelegen olierijke gebieden rond de Kaspische Zee. De overwinning van de Sovjets in Stalingrad was de ommekeer, het begin van de overwinning van het Rode Leger in de Tweede Wereldoorlog. Op de foto: het memorial op de heuvel Mamayev Kurgan, 85 meter hoog.
De slag om Stalingrad (1942-1943) was één van de bloedigste veldslagen van de Tweede Wereldoorlog. Er vielen in totaal 2.000.000 doden, in beide kampen. De slag begon in juli 1942 en duurde 200 dagen en nachten. De confrontatie was verschrikkelijk, met vreselijke Duitse bombardementen en met nadien fanatieke straatgevechten van man tot man en Sovjet- vrouwen. Op 2 februari capituleerde de Duitse opperbevelhebber, Maarschalk Friedrich Paulus, omsingeld en uitgeput. Er werden 130.000 Duitse krijgsgevangenen gemaakt waarvan er 6.000 terugkeerden naar Duitsland. (foto links kolonne Duitse krijgsgevangenen).
Op bevel van de Sovjet- overheden werd de stad volledig heropgebouwd, en in 1961 veranderde de naam Stalingrad in Volgograd, acht jaar na het overlijden van Stalin.
President Vladimir Poetin was aanwezig in Volgograd op de viering van de 75e verjaardag van de overwinning in Stalingrad. In zijn toespraak beklemtoonde hij dat het “hier in Stalingrad was dat het Russische volk zijn onverzettelijkheid toonde, het is hier dat de weg geopend werd naar de definitieve overwinning en de nederlaag van de vijand. De verdedigers van Stalingrad laten ons een grote erfenis achter: de liefde voor het vaderland, de wil om zijn belangen en onafhankelijkheid te verdedigen en de capaciteit om sterk te zijn als we geconfronteerd worden met de ergste beproevingen”. De president legde ook bloemen neer op de Mamayev Kurgan, de strategische heuvel die het toneel was van vreselijke gevechten tussen de Sovjet- troepen en de nazi’s.