De deregulering van de arbeidsverhoudingen, is het paradepaardje van elk neoliberaal beleid. Hoever het zwavelzuur van de dregulering is ingevreten in de arbeidsverhoudingen, illustreert de strijd rond het Uber taxibedrijf. De bestrijders van sociale dumping en concurrentievervalsing moesten zelfs naar het Europese Hooggerechtshof om hun gelijk te halen.
Uber wil van de technologische vernieuwingen via een digitale dispatching, net zoals in vroegere tijden de telefoon, gebruik maken om klanten en chauffeurs met elkaar te verbinden via een internetapplicatie. Op zich is daar niks mis mee. Maar de heren van Uber trachten hiervan misbruik te maken door de nieuwe technologie te misbruiken om oneerlijke concurrentie te organiseren op de rug van de het inkomen en sociale zekerheid van de Uber- chauffeurs en ten koste van de sociaal gereguleerde taxibedrijven. Uiteraard komen die laatsten daartegen in verzet. In 2014 stapten taxichauffeurs uit Barcelona naar de rechtbank.
Europese Hooggerechtshof doet uitspraak
De Spaanse rechter vroeg daarop het advies in van het Europese Hooggerechtshof. Dat deed op 20 december 2017 uitspraak. Het Hof moest in feite oordelen over de status van de activiteiten van Uber: Biedt het bedrijf vervoer aan of technologische diensten? Het Hof beschouwt Uber als een vervoerbedrijf. De stelling van Uber dat het alleen bemiddelt tussen vragers en aanbieders van vervoer wordt door de rechter verworpen. Immers, zegt het Europese Hooggerechtshof “de firma biedt tegelijk een aanbod van stadsvervoerdiensten, en de organisatie van de algemene werking”. De vakbonden zeggen dat door dit arrest de Uber-medewerker als een werknemer moet beschouwd worden en niet als een zelfstandige. Het Hof geeft aan de lidstaten de soevereiniteit om de junglepraktijken van Uber zelf aan de ketting te leggen en hen te verplichten met een taxivergunning te opereren. In principe zal Uber zijn chauffeurs een verzekering moeten geven, een arbeidscontract, een vast loon en sociale zekerheidsbijdragen. Dit is een belangrijke overwinning om het verregaande uitholling van het welvaartsmodel van West-Europa enigszins te stoppen.
In 2014 begon Uber ook in Brussel zijn omstreden activiteiten onder de naam UberPop. Maar in oktober 2015 moest UberPop de dienst opschorten na een klacht van een Belgisch taxibedrijf dat van de Brusselse Handelsrechtbank gelijk had gekregen in verband met concurrentievervalsing. Intussen is ook een strafonderzoek gestart en is Uber naar de strafrechter verwezen. Uber doet er alles aan om een veroordeling te vermijden. Immers, niet alleen dreigt bij een veroordeling een forse boete, maar de strafrechter zou ook alle inkomsten kunnen verbeurd verklaren die met de illegale UberPop service werd gemaakt. Het is uiterst onzeker of UberPop in Brussel nog gelijk zal krijgen, gezien op het hoogste Europese niveau al een uitspraak is gedaan dat Uber geen internetplatform, maar een heus vervoersbedrijf is.
“Vooruitgang” volgens de liberalen
Dat de politieke klasse de praktijken van Uber zomaar over zich heen laat gaan is niet volledig juist. In Brussel bijvoorbeeld kwam de christendemocratische Brusselse minister Brigitte Grouwels voor de TV-camera’s openlijk in aanvaring met de toen onaantastbaar gewaande Europese Commissaris, de rechts-liberale Neelie Kroes (die inmiddels in Uber een beheersfunctie heeft). In 2014 vond toen Brigitte Grouwels dat Uber zich net als alle andere taxibedrijven zich aan de sociale wetten moest houden. Kroes vond natuurlijk van niet en men mocht de “vooruitgang” ,in de ogen van de liberalen, niet tegenhouden d.w.z. dat chauffeurs in statuten en omstandigheden moeten werken vergelijkbaar met de 19e eeuw, zonder sociale bescherming, verzekering, sociale rechten, enz…In Frankrijk werd Uber al veroordeeld voor het gebruik van zijn illegale UberPop. De rechter in Parijs legde Uber een boete op van 800.000 euro. De Franse taxibedrijven claimden een schadevergoeding voor de gemaakte verliezen van 120 miljoen euro. Dit voorbeeld indachtig zullen de Brusselse taxichauffeurs niet nalaten zich als burgerlijke partij te stellen in de strafzaak tegen Uber.
Cow boys van het laisser faire kapitalisme
Uber, maar ook huis bestelde maaltijden van Deliveroo, Take Away, enz, maken gebruik van de elektronische, digitale applicatie om vraag en aanbod samen te brengen. Dat doet niets af van het feit dat deze aangestuurd worden door bedrijven in de vorm van een rechtspersoon en dat mensen in dat bedrijf arbeid leveren, hun arbeidskracht verkopen. Deze bedrijven zijn erop gericht winsten te maken voor de privé aandeelhouders, maar dan vooral op de rug van de medewerkers. Deliveroo zette zijn samenwerking stop met de coöperatie Smart stop die de koeriers van de maaltijden aan huis, te werk stelde met sociale bescherming en een verzekering. Deliveroo wil dat ze zelfstandigen worden. Koeriers krijgen hun verloning niet langer per uur, maar per geleverde bestelling. In feite wordt zo de deur opengezet voor de cow boys van het laisser-faire kapitalisme. Je krijgt in dit verhaal een merkwaardige tegenstelling: hyper moderne technologieën worden in het kapitalisme gebruikt niet voor sociale vooruitgang, maar om ons terug te voeren naar archaïsche tijden van de 19e eeuw, de tijd van A. Daens en E. Anseele, waar het stukwerk mensen super uitbuitte. Het was de oorzaak van heel wat gezondheidsproblemen en arbeidsongevallen omdat je inkomen afhankelijk was van het aantal stukken dat je produceerde, vandaag: het aantal maaltijden of ritten dat je realiseert. Daar de strijd tegen voeren is de historische verantwoordelijkheid van elke sociale beweging. Dat deze strijd resultaten afwerpt bewijst de uitspraak van het Europese Hooggerechtshof in de zaak van het vervoersbedrijf Uber.