De covid-pandemie is een ramp. Ze heeft de scheefgroei in de ouderenzorg nog eens blootgelegd. Structurele onder financiering door de Vlaamse overheid en commercieel gewin zijn de adders aan de borst van de oudereninstellingen. Te weinig handen aan het bed. Bij wijze van spreken “een paar sneetjes brood met confituur en de eeuwige gehaktballen” deden hun intrede voor de 80.000 Vlamingen in rusthuizen.
We herinneren ons nog de schitterende reportage van het VRT-Pano magazine van 2017. De jonge journalisten Lina Nasser en Kevin Calluy gingen anderhalve maand in 7 verschillende commerciële rusthuizen undercover. Ze zagen vele weken de gang van zaken vanop de eerste rij. Wat zij schetsten in de reportage zijn de – letterlijk – stinkende toestanden waarin sommige ouderen terecht gekomen zijn. En hun eenzaamheid, wat uitmondt in een doodsverlangen. We hebben dus covid-19 niet nodig gehad voor zulke toestanden. Ze staan in schril contrast met de dure reclamespotjes van de rusthuis commerçanten die de mensen champagne beloven, alle dagen copieuze maaltijden met fijne vleeswaren en groenten aanprijzen en helpende handen van immer lachende verzorgsters. Met ouderenzorg valt geld te verdienen. Alleen dit idee is al een perversie. En zegt veel over de draai die onze maatschappij genomen heeft in de laatste veertig jaren. En hoe alle andere waarden tweederangs worden, hoezeer ook wordt getracht de schone schijn hoog te houden. Gaan optimale zorgverlening samen met winst maken samen? Neen.(foto) Want, na het wegkrabben van het laagje vernis, komt de aandeelhouders zorg voorop: de winsten. In een zorgvuldig samenspel van de politieke elite, vnl. uit de katholieke zuil die jarenlang de Vlaamse ministers voor de rusthuizen leveren, en de commerciële multinationals wordt al jaren een structureel onder financieringsmechanisme opgelegd waardoor het overheidsbudget qua investeringen (personeelbestand, zorg, gebouwen) achteruitboerde in verhouding tot de behoeften en de privé giganten in het gat zijn gesprongen.
VRT-Pano-reportage 2017
De Pano reporters zaten met hun neus op de feiten. Bijv. Als er één ambitie is waarnaar de bewoners uitkijken wanneer ze verhuizen naar een woonzorgcentrum is dat ze niet zelf meer moeten koken. De reclamespotjes hebben hen klaargestoomd met allerlei beloften. De realiteit is dat er elke dag opnieuw ca 100 bewoners tegelijk een warme maaltijd moeten krijgen. De makers konden zien hoe de boekhouding van de commerciële woonzorgcentra voorziet in 3,5 euro per bewoner, per dag voor die maaltijden. Met dat budget moeten de koks teruggrijpen naar de trucs van de grootkeuken. Veel diepvries, weinig verse groenten en fruit, goedkoop vlees en vis met voorkeur voor gehakt (foto), spek en koolvis. En natuurlijk veel prefab desserten zoals pudding, flan, yoghurt met fruit in een potje. De maaltijden zijn vergelijkbaar met deze in een ziekenhuis. Maar in een ziekenhuis woon je niet, je ligt er meestal voor een kortere periode. Onderzoek wijst uit dat als je wekenlang de maaltijden van een woonzorgcentrum eet, je uiteindelijk ondervoed geraakt. Het gaat om acht op de tien bewoners. Ze verliezen veel kilo’s. Vitaminetekorten stapelen zich op. Risico’s op vallen en infecties verhogen. Veel commerciële woonzorgcentra lossen dit niet op door de menu’s met gevarieerde voeding aan te bieden. Daar is het budget niet op voorzien. Wat ze doen is bijvoeding aan de ouderen te geven. Het is een cynische truc. Er worden bijv. voedingssupplementen gegeven. Dat kost de privé uitbaters geen eurocent. Want de bewoner die vitaminetekorten heeft, ziet de flesjes bijvoeding namelijk op zijn factuur verschijnen als medicatie. De reportage lokte in 2017 heel wat reacties uit. Vanuit de private sector waren er vooral negatieve reacties. (De reacties zullen met discreet maar efficiënt lobbywerk de VRT-bazen bereikt hebben. Sindsdien hebben we, voor zover we weten, van de veelbelovende jonge reportagemakers niks meer gehoord).
De ‘commerce’ in de ouderenzorg
De jaren dat rusthuizen quasi alleen bewoond worden door kranige bejaarden liggen achter ons. Oudere mensen blijven steeds langer gezond en fit, door gestegen welvaart én opleiding. Ze blijven zolang mogelijk thuis wonen, met eventuele ondersteuning van diensten aan huis. Bijgevolg zijn woon- en verzorgingscentra steeds meer huizen geworden voor intens zorgbehoevenden en verkapte ziekenhuizen geworden voor chronische zorg. Van de 80.000 rusthuisbewoners in Vlaanderen zijn er 13.000 zwaar zorgbehoevend. Door een beleid van onder financiering, liggen 13.000 zorgbehoevenden in de verkeerde kamer. Die kamers zijn bestemd voor ouderen die weinig zorg nodig hebben en waarvoor de staat beperkte middelen voor de financiering van personeel voorzien heeft. Met zware zorgbehoevenden, is meer en beter opgeleid personeel nodig, duur verzorgingsmateriaal (liften in- en uit bed, naar badkamers), medicatie en dus meer overheidstussenkomsten. Door overwerkt personeel, zijn het deze bejaardenpatiënten die in onmenselijke omstandigheden de covid pandemie hebben moeten doorstaan. Ze moesten de ‘kelk tot op de bodem leegdrinken’: ze waren hulpeloos, ze stierven eenzaam, dode ontbindende lichamen bleven soms te lang liggen in hun kamertje voor ze opgehaald werden.
De privatisering van de gezondheidszorg en de onder investeringen van de Vlaamse overheid zijn meer dan ooit actueel als proloog op de intrede van private groepen. Neem bijvoorbeeld het Zorgbedrijf in Antwerpen. Het publiceerde enkele weken plan voor hervormingen. De organisatie wordt opgesplitst in vier structuren. Deze opsplitsing laat samenwerking toe met privé partners. Het Zorgbedrijf wil tot 500 miljoen euro ophalen (een kwart van de huidige waarde). De vakbonden en de linkse oppositie verzetten zich heftig tegen dit plan. Het plan rolt de blauwe loper uit voor privatisering. “Net op het ogenblik dat het zorgpersoneel op zijn tandvlees zit” schrijft Dries Goedertier (socialistische vakbond) in Samenleving en Politiek. In een open brief van de vakbonden spreken ze over een “uitverkoop”. Groen ergert zich aan de privatisering en de grote woonblokken. Terecht, want het is de basis van het verdienmodel van betonboeren. De PvdA vreest commercialisering en de stad die winst wil maken op kap van de ouderenzorg. De katholieke en socialistische zuil hebben stevige posities in de zorgsector. Zij zijn in stilte en achter de schermen mee verantwoordelijk voor de sinds vele jaren oprukkende commercialisering in de zorgsector, waarin patiënten en ouderen geen mensen zijn maar winstobjecten. Ze hebben dan wel niet veel kiezers meer, maar nog wel veel macht. Dat alles aangevuld met een relatief recente electorale opmars van neoliberaal Vlaamsgezinde partijen zoals de N-VA. De Antwerpse sociaaldemocraten staan allang aan de verkeerde kant van de slagboom. En nu ook, welke piepschuim ook door Conner Rousseau rond gespoten wordt (cfr. de loonnorm 0,4%). “De socialisten verdedigen de deal: zij wijzen erop dat een goed zorgsysteem een scheut kapitalisme kan gebruiken. En de privésector gaat beter om met vastgoed dan de overheid”, zeggen ze. (De Morgen, 12 mei jl.).
Op een recente vraag van Vlaams parlementslid Dr. Lise Vandecasteele (PvdA) blijkt uit het antwoord van minister Wouter Beke (CD&V) dat de commerciële woonzorgcentra minder in personeel investeren dan in openbare woonzorgcentra. Volgens de vraagsteller blijkt hieruit dat “terwijl de dagprijs van de commerciële woonzorgcentra de hoogste is, wordt er het minst budget vrijgemaakt voor personeel. Grote commerciële spelers willen voor alles winst maken in de ouderenzorg en dat blijkt ten koste te gaan van de personeelsinzet”. Het verschil tussen het aanwezig personeel en het door de staat gesubsidieerde zorgpersoneel in een woonzorgcentrum wordt- in een monsterlijk woord – het “bovennormpersoneel” genoemd. Het “bovennormpersoneel” houdt in dat het wordt betaald met eigen middelen en niet met subsidies vanuit de Vlaamse overheid. In het antwoord van minister Beke blijkt dat de openbare woonzorgcentra het meest investeren in ‘bovennormpersoneel’ met 31,65% van het totale bestand. Dat is heel wat meer dan de commerciële woonzorgcentra die slechts 13,69% van het personeel zelf financieren. De vzw-centra tellen 18,17% bovennormpersoneel. Ook werkt er in de commerciële centra minder zorgpersoneel dan in de openbare en de vzw’s. Per 100 inwoners zitten commerciële centra 33 personeelsleden in, tegenover 39 in de vzw’s en 43 in de openbare woonzorgcentra.
Het verlagen van de sociale zekerheidsbijdragen voor de private sector maakte het personeel goedkoper. De beruchte taks shift uit 2016 van de centrumrechtse regering Ch. Michel verlaagde de patronale bijdrage aan de sociale zekerheid naar 25% terwijl in de openbare sector het tarief van 32,4% behouden bleef. Vandecasteeele: “Opnieuw blijkt dat het verlagen van de loonkosten niet automatisch zorgt voor extra personeel op de vloer”. Uit de cijfers blijkt dat commerciële groepen steeds meer moeten ‘groeien’, steeds meer winst maken. Daarbij is de factuur volgens onderzoek ruim 200 euro per maand gemiddeld hoger dan bij de openbare verzorgingscentra. De bewoners krijgen daarvoor niet meer handen aan het bed en in de woonkamer, maar de bestaande ploeg van verzorgsters wordt onderworpen aan een hogere werkdruk.
In het web van belastingparadijzen en dubieuze vennootschappen
Met de commercialisering van de Vlaamse ouderenzorg hangen er permanent donkere wolken boven een woon- en verzorgingstehuis. Commerciële rusthuizen kunnen in moeilijkheden komen met wanbeleid en aandeelhouders die alleen aan hun financiële belangen denken. Ook in Vlaanderen. Herinner u enkele jaren geleden in 2017 de moeilijkheden van één van de grote jongens in de sector, Senior Assist, de uitbater van 34 rusthuizen met 2.000 personeelsleden in Vlaanderen en huisverzorging bij 3.000 Vlaamse senioren. Het bedrijf Senior Assist in handen van twee in Monaco wonende individuen Frank Bamelis en Bart Vanderschrick kwam om een of andere reden, maar zeker niet door de oudere bewoners, in financiële moeilijkheden. Ze wendden zich tot de Belgische banken maar die stonden niet te trappelen om aan het imperium (ze beheren ook rusthuizen in Nederland, Chili, Turkije) financiële steun te verlenen. De banken wisten dat de heren en Senior Assist tentakels hadden in schimmige belastingparadijzen zoals Luxemburg, de Maagdeneilanden en in Monaco (waar ze zelf ook wonen) (foto). In mei 2017 titelde de krant De Tijd nog: “Offshoreroute bedreigt rusthuisreus Senior Assist. Achter de façade van Senior Assist, schuilt een web van vennootschappen en dubieuze offshore constructies in belastingparadijzen”.
De oudere bewoners worden zo soms de speelbal van dubieuze figuren, parvenu’s die met het geld van de overheid en de rusthuisbewoners winst maken en grote sier maken. Alleen al het idee dat hun rusthuis zou kunnen failliet gaan is een ondraaglijke gedachte die knaagt. Rusthuisbewoners denken van een rustige oude dag te kunnen genieten. Het gaat vaak over mannen en vrouwen, die gans hun leven gewerkt hebben voor de samenleving, belastingen betaalden, kinderen hebben opgevoed. Soms moeten rusthuisbewoners met pak en zak, in een rolstoel of op een bed, in hun laatste levensjaren, nog op zoek naar een ander verzorgingstehuis. Andere commerciële bedrijven boeren dan wel weer goed. Ook vastgoedbedrijven die de rusthuisblokken neerpoten (terwijl kleinschaliger voorzieningen verweven met gemengde woonwijken, maatschappelijk de voorkeur verdient, maar ingaat tegen de belangen van grote bouwpromotoren en vastgoedbedrijven). Dr. Lise Vandecasteele verwijst naar vastgoedbedrijf Aedifica dat in oktober 2020 een interim-dividend kon uitkeren van 75 miljoen euro aan de aandeelhouders en Confinimmo keerde 155 miljoen euro aan dividenden uit. “Dat is geld dat betaald is door de overheid en de rusthuisbewoners dat wegvloeit uit de zorg”.