In de Nieuwsbrief van het Algemeen- Nederlands Verbond (ANV) verscheen in augustus 2017 de recentste strategienota van de Vlaamse regering over de samenwerking tussen Vlaanderen en Nederland. Het is een interessant werkstuk. Maar, zoals vele essentiële uitdagingen, blijft het vaak een technocratische benadering van bureaucraten en de elites. En het is een “deelstatennota”. Een brede coalitie van partijen (CD&V, Open VLD, SP.A, N-VA) onder de leiding van minister-president Yves Leterme (CD&V) publiceerde in 2005 een eerste gelijkaardige Nota van 180 blz. Eind 2007 werd een tussentijdse balans opgemaakt. En die was niet onverdeeld positief. Er waren de verwikkelingen rond de ratificatie in Nederland van de vier Schelde verdragen en de perikelen rond de Hedwigepolder, bij Doel. In 2011, 2013, 2016 volgden opnieuw topontmoetingen. Minister-president Kris Peeters speelde thuis en ontving de Nederlandse delegatie vakbij zijn woonplaats in het kasteel d’Ursel te Bornem en de huidige minister-president Geert Bourgeois ontving de Nederlandse eerste minister Mark Rutte te Gent op 7 november 2016.
Maatschappelijk onbehagen
De huidige Nota van 20 blz. is een vervolg van de uitgebreide Nota van 2005. In drie hoofdstukken wordt een en ander concreet gemaakt: een Omgevingsanalyse, Doelstellingen en Actoren en Instrumenten De omgevingsanalyse beschrijft Nederland en Vlaanderen tussen 2005-2017. Maatschappelijk is er een en ander veranderd in Nederland. Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), één van de denktanks van de Nederlandse overheid, kon begin 2017 vaststellen dat het vertrouwen van de Nederlanders in de( neoliberale) economie piekt. Dat botst op een grote maatschappelijke tegenstelling: 64% van de Nederlanders stelt vast dat het politiek en maatschappelijk de verkeerde kant uitgaat. Het onbehagen is groot. Met de verharding van de samenleving, de intolerantie en de “ik” cultuur. Immigratie en de vluchtelingenstroom blijven de grootste zorg. Op het hoogste politieke niveau is de Brexit een groot zorgenkind. Het VK is altijd al de grootste bondgenoot van Nederland, uit schrik voor de hegemonie van de as Parijs- Berlijn. Naar verwachting zal de Brexit de Nederlandse economie miljarden kosten. De maatschappelijke tegenstellingen in Nederland kwamen volgens de opstellers van de Nota scherp tot uiting in een breuk tussen het pays réel en het pays légal bij de afwijzing van het ontwerp Europese Grondwet in het referendum van 1 juni 2005. En in april volgde 2016 volgde een neen in een volksraadpleging rond het EU-handelsakkoord met Oekraïne (red. In beide gevallen trok de elite zich niks aan van deze democratische uitspraak).
Nederland en Brexit
De uitslag van de verkiezingen van 15 maart 2017 wijst in dezelfde richting. “De Europese Unie heeft grote delen van de bevolking niet het gevoel kunnen geven dat haar eigen identiteit op een hoger niveau dan de natiestaat beschermd wordt”. Met de Brexit wordt Nederland genoopt tot het zoeken van nieuwe coalities: enerzijds in de hoop op een opnieuw gestarte motor via de as Berlijn- Parijs en wisselende bondgenootschappen vooral binnen de Benelux en richting Scandinavië-Balticum. Dat biedt voor Vlaanderen de mogelijkheid om –op subtiele wijze- een eigen evenwichtsspel te spelen en sterker aan te haken bij Nederland. In het referentiekader van de Vlaamse regering wordt nog wel lippendienst bewezen aan “de taal- en culturele verwantschap met Nederland om bruggen te slaan”, maar de Vlaamse regering, met een overwicht van liberaal- conservatieve partijen, kiest voor de creatie van een ruimere “markt” voor samenwerking betreffende handel, toerisme, logistiek, transitie en innovatie die tot een strategische coalitie met Nederland kunnen leiden. Op zich een goede zaak. Maar de politieke context kan verschillen en dus de uitkomst ook. De hefbomen voor deze regering zijn Vlaams “ondernemerschap” en “internationalisering” met focus op de exportfunctie van de economie waarvan 70% naar EU-landen gaat met daarvan 42% naar Frankrijk, Duitsland en Nederland.
Economische groei: het codewoord
Economische expansie is het code woord. Daarvoor moeten de fysieke grenzen geslecht worden, de logistieke flessenhalzen in onze noord- zuid en west- oost-corridors. De grens tussen Vlaanderen en Nederland gaat grotendeels terug tot een militaire demarcatielijn op het einde van de Tachtigjarige oorlog (1568-1648). Dezelfde bestandslijn bepaalde ook de tweede scheiding der Nederlanden, definitief in 1839, de grens tussen Nederland en België. Die tweede grens in een door de francofone bourgeoisie gedomineerd België hield belangrijke beperkingen in voor de economische ontwikkeling van Vlaanderen. Vlaanderen werd afgesneden van zijn natuurlijke toegang tot Duitsland, door het verlies van Oost- Limburg. Bepalingen in het scheidingsverdrag die deze handicaps moesten compenseren- de artikelen over de onderhoudsplicht van de Westerschelde door Nederland, en het recht op doorgang via een weg, kanaal of spoorweg door Nederlands Limburg leidden in beide gevallen tot aanhoudend geruzie. In totaal gaat het om 17 werkpunten voor het slechten van de fysieke grenzen. Nemen we er enkele als illustratie. De IJzeren Rijn- een goederenspoorweg tussen de Haven van Antwerpen en het Duitse Noordrijn Westfalen is allang een zorgenkind. De unitaire NMBS is daarin niet de gemakkelijkste partner. Nu wordt een haalbaarheidsstudie gevraagd naar de zogenaamde Dritte Weg via Venlo, naast het tracé langs de A52 en het historisch tracé door de Meinweg,ten zuiden van Roermond, de realisatie van een nieuwe sluis in Terneuzen, optimalisatie van de samenwerking bij de ontwikkeling van het fysieke ruimtelijk- economisch domein (infrastructuur in grensstreken, Zeeuws- Vlaanderen en Limburg). Afstemming inzake grensoverschrijdende fietssnelwegen, inzake pijp- en buisleidingen, enz… In de Nota wordt ook gepleit voor het slechten van economische grenzen.
Nederland-Vlaanderen: één eurodelta
Er wordt verwezen naar de studie “Lage Landen 2030-2050” waarin het perspectief van één deltagebied Rijn, Maas, Schelde, een mondiaal concurrerend stadslandschappelijk complex moet worden, één grote “Eurodelta metropool”. Ook hier worden 14 werkpunten geformuleerd. Er wordt op gewezen dat er voor Vlaanderen een handelstekort is: het exporteerde voor 35,4 miljard naar Nederland, en importeerde voor 46,8 miljard euro. Op het vlak van investeringen in Vlaanderen komt Nederland op de tweede plaats, na de VSA. Er worden in de Nota zo’n veertien voorstellen gedaan vnl. rond samenwerkingsvormen op vlak van kennis, wetenschap en bedrijven (terreinen van fotonica, energie-innovatie, nieuwe materialen, flexibele electronica, “life sciences& health, levenslang leren, handelsmissies, de Benelux, de gezamenlijke aanpak van de Brexit, wegnemen belemmeringen grensoverschrijdend werken en ondernemen…Als tussendoortje van de sterk economistische nota wordt een paragraafje besteed aan “de samenwerking voor het behoud van één Nederlandse standaardtaal, voor het maximaal wegnemen van belemmeringen op een intense culturele wisselwerking, en voor de optimalisatie van de samenwerking inzake onderwijsbeleid in al zijn aspecten”. Over het oprukkende en weinig kieskeurig gebruik van Engels wordt geen woord gezegd (bijv. taalwetgeving in Vlaanderen).
Verdragen tussen Vlaanderen-Nederland
Sinds 1993 krijgt Vlaanderen het recht als Belgische deelstaat internationale verdragen af te sluiten. Nederland is de bevoorrechte partner bij uitstek en neemt de eerste plaats in (verdragen, akkoorden, intentieverklaringen). Er wordt in de Nota een overzicht gegeven. Belangrijk zijn de in 2005 afgesloten vier Schelde- verdragen. Het gaat om verdragen inzake loodsgeldtarieven, het Gemeenschappelijk Nautisch Beheer, het Gemeenschappelijk Beleid en Beheer over de Schelde en de Utvoering van de ontwikkelingsschets 2010 voor het Schelde- estuarium. Een ander belangrijk verdrag dat recent werd ondertekend (2015) is het verdrag betreffende de aanleeg van de nieuwe sluis Terneuzen. Een miljarden project. In 2022 zou het eerste schip door de nieuwe grote sluis moeten varen. De sluis verbetert sterk de maritieme toegang tot de haven van Gent en Seaports-Zeeland en vormt een onderdeel in het project om de doorstroming van de binnenvaart vanuit de Delta tot in Parijs gevoelig te verbeteren, via de bouw van het zogenaamde Schelde-Seine-kanaal.
Vragen bij de fusie haven van Gent en Zeeland
Ook de aangekondigde fusie van het Havenbedrijf van Gent en Seaports Zeeland zal afgewerkt worden. Maar, de gang van zaken rond de fusie heeft reacties uitgelokt vanuit de burgermaatschappij. Een groep burgers uit Gent voert strijd tegen de fusie van het Havenbedrijf Gent en Seaports Zeeland. Ze denken dat Gent wel eens zijn nek in een financiële strop zou kunnen steken. De verontruste Gentenaars hebben zich recent verenigd in “Gent Wake up!”, aangevoerd door Olivier Vogels, een officier in de Belgische marine. De groep zegt in twee maanden tijd 1.500 sympathisanten te hebben verzameld. De groep is niet tegen de samenwerking, die trouwens nu al gebeurt. En tegen een fusie hebben ze ook niets. Gent Wake up! Waarschuwt de stad als grootste aandeelhouder en het Havenbedrijf voor een half miljard schulden van hun aanstaande bruid. Eren kwart van de omzet van Seaports Zeeland gaat op aan rentelasten. Ook is het eigen vermogen van Gent (338 miljoen euro) veel hoger dan dit van de Zeeuwse partner (134 miljon-2016). Daarnaast is er de sanering van de failliete fosforfabriek Thermphos in het havengebied bij Vlissingen, die in totaal rond de 170 miljoen euro gaat kosten. Gent Wake up! Wil niet dat een deel van de rekening van Zeeland op het bord van het Havenbedrijf Gent komt. De actiegroep klaagt ook aan dat de betrokken inwoners niet of nauwelijks betrokken worden bij de fusie. We zouden nog voorbeelden uit andere dossiers kunnen geven om te illustreren dat het collectieve of ecologische belang vaak op de tweede plaats komt in naam van de heilige koe die voor de elites “groei” heet. Ook hier wordt de fusie door de elites bijna exclusief verantwoord enkel door de aan te kondigen dat dit wel een groei van 15% zou kunnen genereren. In het overzicht van de verdragen wordt ook aandacht besteed aan het Taalunieverdrag (1980) voor het voeren van het gemeenschappelijk taalbeleid, onderwijs in het Nederlands en letteren. Sinds 2005 is Suriname ook geassocieerd lid.
Een deelstaat is nog geen soevereine staat
Het is evident dat wat in de Nota geschetst wordt van belang is voor de integratie tussen Nederland en Vlaanderen. Vlaanderen beschikt voor zijn internationaal verkeer beschikt niet alleen over het ius delegationis– het recht om eigen diplomaten te sturen -maar ook over het ius tractandi of ius tractatuum – het recht om binnen zijn bevoegdheden van het Belgische kader internationale verdragen te sluiten. Nederland wil zoals in de Nota gesteld wordt: “Vlaanderen behandelen in overeenstemming met het grondwettelijk statuut en evenredig met het soortelijk economisch gewicht dat de deelstaat in België heeft”. Maar het Belgisch feit blijft toch als een schaduw over de deelstaat Vlaanderen hangen in zijn buitenlandse relaties. Het was de Belgische elite die belette dat indertijd Sabena en KLM zouden samengaan, het Vlaams energiebeleid en heel wat spaargeld werd versast naar Parijs. Inzake het militair en veiligheidsbeleid bijv. is het België dat binnen de NAVO, verdragen en afspraken maakt met Nederland. Een soeverein Vlaanderen zou zowel een confederaal verband met Wallonië kunnen bewerkstelligen als met Nederland. Het zou meer gemeenschapscontrole geven over zijn strategische sectoren zoals energie- spaarwezen,… Maar we betwijfelen of dat de behoefte is van een neoliberaal, marktgericht beleid dat in Vlaanderen vandaag de boventoon voert. en of de Vlaamse elite voor een soeverein Vlaanderen maatschappelijke steun wil mobiliseren. Nederland zou in een staatsrechterlijk soeverein Vlaanderen een sterkere en evenwichtiger partner kunnen vinden. Wat belangrijk is gezien het demografisch overwicht van Nederland (17 versus 7 miljoen inwoners) en de economische betekenis van Nederland